• donderdag 08 May 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

COMMISSIES HEBBEN BITTER WEINIG OPGEBRACHT

| united news | Door: Redactie

Fotocompilatie van president Chandrikapersad Santokhi en leden van een ingestelde commissie. | Auteur: Armand Snijders

In vijf jaar tijd stelde president Chandrikapersad Santokhi te pas en te onpas talloze commissies en werkgroepen in, die zelden tot vruchtbare oplossingen kwamen voor de problemen die ze moesten aanpakken.

Santokhi heeft tijdens zijn regeerperiode minstens 120 commissies het levenslicht laten zien, ofwel gemiddeld twee per maand. Hoeveel het er echt zijn, is onbekend. Want daarover geeft het kabinet van de president geen duidelijkheid. En neem maar gerust aan dat niet alle ingestelde groepen via de Communicatie Dienst Suriname (CDS) wereldkundig zijn gemaakt. Ook wat dat betreft

heeft deze president lak aan het ‘goede bestuur’ dat hij bij zijn aantreden voor stond.

In het begin zat er enige logica in de commissies die hij instelde en kregen de leden een duidelijke opdracht mee, maar naarmate de tijd vorderde en er steeds meer kwamen, raakte de samenleving het spoor bijster. Het lijkt er vooral op dat vooral vrienden en partijgenoten onderdak moesten krijgen. Én de schijn werd gewekt dat bepaalde zaken de serieuze aandacht van de regering hebben. Ook om het eigen falen van de president te verhullen.

De commissies hebben allemaal een beperkte levensduur (van drie maanden tot maximaal

een jaar) en zijn direct verantwoording schuldig aan Santokhi, aan wie zij ook moeten rapporteren. Overigens zijn er altijd uitzonderingen op de regels: de stuurgroep Ontwikkeling Palmolie Industrie Marowijne bijvoorbeeld mag onder leiding van VHP’er Geetapersad Gangaram Panday maar liefst drie jaar lang praten en brainstormen over wat er mis is gegaan rondom de Patamacca-deal.

De China Zhong Heng Tai Investment heeft ruim twintig jaar niets heeft gedaan van wat ze volgens de overeenkomst had moeten doen en kapt enorme lappen kostbaar bos, om vervolgens het rondhout naar China te sturen. Het beloofde palmoliebedrijf is er niet gekomen. Ook deze regering weigert daar uit eigen belang tegen op te treden, de stekker er uit de deal te trekken en de Chinezen naar huis te sturen. Ze wil echter met het instellen van de stuurgroep de suggestie wekken de zaak wel serieus te nemen. Ondertussen kappen de Chinezen rustig door.

Heel veel commissies leveren niet hun bevindingen in. En gebeurt dat wel, dan mag het staatshoofd daarmee doen wat hij wil. De indruk bestaat echter dat de meeste verslagen in de onderste la van zijn bureau belanden en dat er niets mee wordt gedaan. Er worden maar zeer sporadisch resultaten van de commissies gedeeld.

Er bestaat de nodige weerstand tegen de commissiedrift van Santokhi, juist vanwege de gebrekkige resultaten die ze opleveren. En ook omdat veel van deze groepen bemenst worden door leden die daarvoor betaald moeten worden. Hoeveel zij krijgen, is niet na te gaan in de begroting van het kabinet van de president, maar in het minst gunstige geval ontvangen leden van minder belangrijke werkgroepen een maandelijkse ‘onkostenvergoeding’ van minimaal SRD 2.000 per persoon. Dat bedrag kan oplopen tot SRD 10.000 tot 15.000 per maand – of zelf meer – voor de ‘meer gewichtige’ werkgroepen – of ze nu wat leveren of niet.

In de ruim (minimaal) 125 werkgroepen zijn gemiddeld acht personen actief (en dat is een voorzichtige schatting), wat betekent dat Santokhi gedurende zijn regeerperiode zeker duizend Surinamers – waaronder veel vrienden en partijgenoten – voor kortere of langere tijd aan het werk heeft gezet. Dat heeft de staatskas vele tientallen miljoenen SRD’s gekost, waar dus geen verantwoording over wordt afgelegd.

Bovendien kun je je afvragen of er onder de vijftigduizend ambtenaren die Santokhi tot zijn beschikking heeft, niet genoeg mensen met een deskundige kijk op zaken zitten om een deel van het werk van die commissie over te nemen. Het is duidelijk dat hij niet bij Abop-ministeries wilde gaan vissen, omdat hij die partij niet vertrouwt en liever zijn eigen mensen inzet.

Een recent ander voorbeeld van hoe hij beschikbare mensen buitenspel zet (of niet benut), is de installatie eerder deze maand van maar liefst acht presidentiële werkgroepen. Die bestaan uit bewoners van achterstandsbuurten, ‘die de taak krijgen om urgente problemen aan te pakken zoals ontwatering, werkgelegenheid, medische zorg en voedselzekerheid’.

Volgens VHP-parlementariër Asiskumar Gajadien, die als adviseur van de werkgroepen is aangesteld, is dit initiatief géén verkiezingsstunt, maar “zetten de bewoners zich belangeloos in” om te komen tot “een structurele aanpak”. Niemand die dat gelooft. Bovendien zei Santokhi heel wat anders: “De werkgroepen ontvangen een vaste maandelijkse vergoeding voor hun inzet en transport.” Daardoor is er verwarring ontstaan over wat de vele leden van de acht werkgroepen nu krijgen en hoeveel dat de staat gaat kosten. Over wat ze concreet moeten doen, heeft niemand het meer.

Daarnaast rijst de vraag wat de ressortsraadsleden in deze buurten dan doen. Zij zijn destijds gekozen om ‘urgente problemen’ aan te pakken en worden daar al vijf jaar voor betaald. Waarom heeft Santokhi dan geen beroep op hen gedaan? Heeft hij geen vertrouwen in politici op resorts- en districtsniveau? Nu heeft het vooral veel weg van onnodige verspilling van veel geld en energie.

Het veelgehoorde argument van het kabinet van de president is dat de commissies efficiënter kunnen werken doordat zij directe lijnen hebben met het staatshoofd. Daarmee wordt in feite erkend dat Santokhi niet bij machte is om via bestaande – en vaak goed geoliede – instituten bepaalde problemen aan te pakken en oplossingen te brengen. De directe lijnen die de commissies zouden hebben met de president, leiden echter nauwelijks tot concrete resultaten.

OPINIE

| united news | Door: Redactie