Brunswijk stoort zich aan kritiek NDP: “A pikin ingi boi heeft grondenrechten ook nooit in orde gemaakt”
| waterkant | Door: Redactie
ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk ligt niet wakker van de kritiek dat zijn partij, ondanks een verkiezingsbelofte in 2020, er nog steeds niet in is geslaagd om de grondenrechten voor de Inheemse en Tribale volken te regelen.
De politicus, die tevens vicepresident van Suriname is, stelde zaterdag na de registratie van zijn partij bij het Centraal Hoofdstembureau (CHS) dat onder andere de NDP tien jaar lang de mogelijkheid had om dit te doen.
En ondanks het feit dat de toenmalige president Desi Bouterse zichzelf ‘a pikin ingi boi’ noemde, heeft ook hij dit niet gedaan.
“De NDP heeft tien jaar gehad om dit in orde
Nadat hij als trekker van de regering ervoor zorgde dat een aangepaste versie van het grondenrechtenvraagstuk opnieuw bij De Nationale Assemblee werd ingediend, bleek er afgelopen vrijdag helaas geen quorum te zijn voor de behandeling hiervan.
In de aangepaste ontwerpwet worden de grondenrechten wel vastgelegd, maar de leefgebieden van de in stamverband levende gemeenschappen zijn niet afgebakend. Verschillende organisaties en politieke partijen hebben hun misnoegen over dit nieuwe ontwerp geuit.
Brunswijk merkte op dat het oorspronkelijke wetsontwerp
“Maar ik ben een militair en strateeg. En ik weet dat als het daar blijft, het niet behandeld gaat worden. Dus ik heb de president gevraagd mij mandaat te geven om hieraan te werken. De president ging akkoord en ik kreeg deskundigen uit zijn kabinet, die de correcties hebben doorgevoerd.
Ik heb daarin aangegeven dat mensen die in stamverband leven, geen rechtspersoonlijkheid hebben. Wat is het beleid achter dit alles? Het moet naar het parlement. En correct of niet correct, ik weet dat wetten in het parlement behandeld en goedgekeurd worden.
Dus al die mensen die aan de zijkant schreeuwen… die parlementariërs van de NDP, VHP, NPS, BEP en ABOP moeten de wet daar amenderen en goedkeuren hoe ze dat willen,” aldus de vicepresident.
Volgens Brunswijk is het nu aan de NDP om te bewijzen dat zij het binnenland daadwerkelijk een warm hart toedragen door hun inzichten, ideeën en amendementen in het parlement te presenteren. Ook de groepen en organisaties uit het binnenland zijn volgens hem te voorbarig met hun kritiek en zouden moeten wachten op wat het parlement beslist.
“Dan gaan we daar in het parlement zien wie niet wil. Wat ik daar heb ingediend, is het minimale dat je kunt geven. Ik weet dat het niet correct is, maar als het niet naar het parlement was gegaan, dan was de zaak helemaal verloren. Want het zou nooit meer behandeld worden. En als men geen quorum geeft, dan zijn er geen grondenrechten. En als deze regering weggaat, komen er nooit grondenrechten.
Het is nu of nooit,” benadrukte Brunswijk, die een beroep deed op alle parlementariërs om quorum te verlenen.
Ook DNA-voorzitter en ABOP-secretaris Marinus Bee schaarde zich achter Brunswijk in zijn oproep. Volgens Bee is het parlement de “operatietafel” waar oorspronkelijk ingediende wetten worden bijgesteld naar de juiste inzichten. Hij benadrukte dat hier zal blijken welke politici oprecht zijn en wie zich tegen het grondenrechtenvraagstuk verzet.
Bee betreurt het dat geen enkel lid van de NDP en PL afgelopen vrijdag de presentielijst heeft getekend. Dinsdag zal hij het wetsontwerp opnieuw op de agenda plaatsen.
| waterkant | Door: Redactie
