• zaterdag 04 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname
landbouw -  veeteelt als de vis sector suriname

Braakliggend agrarische sector in Suriname internationaliseren, met en door Nederlandse boeren

| snc.com | Door: Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO - Vruchtbare grond en een overvloed aan productiemogelijkheden voor zowel de landbouw -  veeteelt als de vis sector. In Suriname wordt aan weinig voorkomende plantensoorten de naam onkruid toegekend. Vrijwel alles is ergens goed voor in gebruik, alleen gebeurt dat slechts wanneer het de mensen goed uitkomt. Aan veel bekende grassoorten met een helende werking en bosproducten die deel uitmaken van de dagelijkse consumptie en waarover er veel kennis aanwezig is bij de lokale gemeenschappen is geen commerciele tint aan gegeven. Wetenschappelijk is intussen bewezen dat onder de Surinaamse flora meer dan 6000 species voorkomen die voor een of

meerdere medicinale en andere doeleinden gebruikt kunnen worden. 

Projectplan

“Hoe mooi zou het zijn wanneer we met Nederlandse partners deze bos- en lanbouwpoducten kunnen ontwikkelen en op de markt kunnen afzetten”, zegt projectdrager en initiatiefnemer George Lazo. Hij is voorzitter van de Associatie van Binnenlandse Industriëlen (ABI). Zijn projectplan heeft hij voorgelegd aan de Wageningen Metropolitan Food Clusters (WMFC), waarmee intussen een samenwerking is begonnen om het projectplan in een breder ontwikkeling,- maar ook bedrijfsmatig perspectief te trekken en zoals Lazo het noemt, “de agrarische productie in Suriname te internationaliseren”.

Waar het aan ontbreekt is investeringskapitaal en het liefst in Nederland opererende partnerbedrijven

die geïnteresseerd zijn om samen met een Surinaamse counterpart, binnen een geclusterd productieketen van verbouwing, telen en verwerking te komen tot eindproducten voor zowel de lokale, maar met name gericht op de export”, ontvouwt lazo de kern van zijn project. Nederlandse loonbedrijven en contractors die geen land beschikken, maar wel naast kennis van de sector de beschikking hebben over materieel en arbeidskrachten passen volgens Lazo goed in het masterplan dat in Suriname geintroduceerd moet worden.

Het klinkt eenvoudig, maar los van het voortraject van studies, bodemonderzoek voor gewaskeuze, het maken van haalbaarheidsplannen en social assesments, is dat wel degelijk het geval als het gaat om de, verbouwing, verwerking en de productie. “In Suriname is er voldoende grond. Wanneer daarmee als inzet contractueel soortgelijke contractors worden ingehuurd met hun equipment en werkkrachten is het een kwestie van gemechaniseerde bedrijfsproductie, van ploegen, planten en oogsten”. De inschatting is een productieketen van wel of niet aaneengesloten arealen met een minimum van vijf hectaren per gebied of regio.

Partnerschappen

Bij de verbouwing gaat het om agrarische poductie en de zogeheten ‘Non Timber Forest Producten NTFP of bos-bij-producten. “Alle tien districten van het land hebben bos-bij-producten waarvan er nog maar te weinig besef is dat die kunnen worden verbouwd tot een eindproduct voor zowel de lokale als de internatioale markt”. Voor een in Suriname gevestigde bedrijfspartner die is aangewezen op de import van grondstoffen, is het aantrekkelijker samen te werken met een Nederlands bedrijf die met kennis, ervaring en equiptment de gewenste producten lokaal verbouwt. Lazo heeft hierover orienterende gesprekken gevoerd met onder andere meelproducent ‘De Molen’, die in partnerschap met een Nederlands bedrijf, op minimaal vijf hectaren, gewassen kan verbouwen die geschikt zijn voor veevoer als voor menselijke consumptie. Partnerschappen tussen de Nederlandse en de (Surinaamse) buitenlandse counterpart kunnen door tussenkomst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), verbonden aan het Nederlandse ministerie van Economische Zaken op basis van de haalbarheid en van de complexiteit van het specifieke projectplan in aanmerking komen voor een gedeeltelijke tot volledige financiering.

Milieu bewust

Het breder perspectief heeft volgens Lazo ook het kenmerk van de consument die steeds milieubewuster aan het worden is. Zij zien niet graag en zijn steeds minder bereid producten te consumeren die verbouwd zijn op en als gevolg van kaalgekapte hectares in het Amazone regenwoud van Brazilie Brazilie. Met dit projectplan wordt dus ook niet duurzame ontbossing ontmoedigd. De ontbossingsgraad van 0.02% per jaar in Suriname die een bosbedeking heeft van 93 % van het landoppervlakte, heeft nog altijd een verwaarloosde status. Op plekken waar ontbosssing wel heeft plaatsgevinden is met het gekapte bos niet veel gedaan. “Door al ontboste gronden op een milieuvriendelijke en duurzame manier in te zetten en te benutten, kunnen gewassen verbouwd worden voor de Europese markt, zonder met de consument in gedrang te komen”, zegt Lazo.

Een bekend product dat door ontbossing door Brazilie op de internationale markt is gebracht onder de naam ‘Açai’, in Suriname bekend als ‘Podosiri’ kan op de vroegere suikerplantage Marienburg in het district Commewijne op grote schaal verbouwd worden. Açai is een nog onbekend bosproduct bij Nederlandse boeren maar wint steeds meer terrein op internationale markten. Naast het voorbeeld van een bosproduct als Açai, kunnen ook landbouwproducten verbouwd worden, zoals casave voor zetmeel. De verbouwing van mais bestemd voor de pluimve sector is wel bekend in Nederland. Dit zou op een landbouwareaaal in Suriname op grote schaal kunnen plaatsvinden om ook de melk en vleesproductie ter hand te nemen. Dit niet slechts voor de relatief kleine lokale markt, maar voor de Europese en andere afzetmarkten, zoals in het Caribisch gebied en Zuid-Amerika.

Clustervorming

In het projectplan is het de bedoeling dat wordt gedaan aan clustervorming van producten die aan elkaar verbonden zijn als grondstoffen en hulpmiddelen. Een cluster wordt dan een op zich zelf staand bedrijf waar in een keten productie van verschillende gewassen als ook het telen van vee kan plaatsvinden en de verwerking tot eindproducten. Het clustermodel wordt overigens ook als voorkeur gestimuleerd door de WMFC. In Suriname is ABI gekopppeld aan een aliantie van kleine en middelgrotte bedrijven als ook het Surinaams standaarden bureau. Vandaaruit wordt ook contaact onderhouden met de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven, waar grotere bedrijven bij zijn aangesloten. In dit projectplan worden de bedrijven aan elkaar gekoppeld waarin zij afzonderlijk aan elkaar diensten verlenen als afnemers en of als producenten. Voor de project ontwikkelaar is dit een belangrijk aspect om de continuiteit van de productie te garanderen en het niet te laten afhangen van externe factoren als bijvoorbeeeld de overheid. (Het Public Private Partnerschip, principe is hier het uitgangsunt).Vanuit deze connectie wordt ook contact onderhouden met het RVO en van daaruit met toekomstige Nederlandse boeren en bedrijven. 

Projectontwikkelaar George Lazo is een Surinaamse ondernemer en directeur /eigenaar van onder andere, Arinse Tours, die zich bezig houd met het organiseren en verzorgen van toeristische tours naar het Surinaamse binnenland en is hij manager van ‘Hero Enterprises’, een houtverwerkingsbedrijf gespecialiseerd in excotische en traditionele houtsnijwerk kunst. Naast zijn academische studie, ‘Business and Management’ aan de Nederlandse Open Universiteit heeft hij studies gedaan in zowel de economie als de agro-industrie. Lazo is mede oprichter en voorzitter van de Associatie van Binnenlandse Industrielen, in welke hoedanigheid hij dit project heeft ontwikkeld. 


Geinteresseerden voor dit agrarisch project in Suriname kunnen contact opnemen met de projectontwikkelaar, door een email te sturen naar georgelazo100@gmail.com 
 

| snc.com | Door: Wilfred Leeuwin