• zondag 24 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

BESCHOUWING — De toekomst van Surinaamse economie en Afobakadam

| de ware tijd | Door: Redactie

Energie, opgewekt uit onder meer aardolie, wind, water en steenkool, is al lang niet meer de primaire inkomstenbron van landen. Het is slechts een hulpmiddel voor de productie van goederen en diensten die arbeidsplaatsen en daarmee welvaart en welzijn voor de totale bevolking moeten creëren.

Tekst Kenneth Sukul

Beeld Havenbeheer

Het aanbod van energie is op dit moment groter dan de vraag en dat zal ook voor de komende honderd jaar zo blijven. De huidige prijs voor energie wordt kunstmatig omhooggestuwd door zogenoemde ‘proxy’ (kunstmatige) oorlogen, zoals in Ukraïne en het Midden-Oosten. Daarnaast wordt ze omhooggestuwd als gevolg van het recht dat de

Verenigde Staten zich heeft aangemeten om landen te verbieden olie te kopen van landen, die volgens haar ondemocratisch zijn of waarmee ze in ‘conflict’ is, met name Iran en Venezuela.

Suriname heeft een onderontwikkelde economie en komt steeds in financiële problemen door verspilling, corruptie en slechte overeenkomsten met de multinationals die zijn grondstoffen exploiteren en exporteren. Voor diversificatie van de economie is naast geld vooral kennis van de marktwerking nodig.

Het gebrek daarvan bleek vooral in de jaren tachtig. Er werden toen heel veel bedrijven opgezet die vrijwel allemaal produceerden voor de lokale markt, terwijl de US dollar-component van alle producten boven

60 procent lag en de lokale markt de productie niet kon verwerken. Met de terugval van de US dollar-inkomsten uit de bauxietsector kwamen de bedrijven direct in problemen en omdat ze steeds hun productie moesten stilleggen om de voorraden te verkopen om weer aan werkkapitaal te komen, gingen ze failliet.

Met die wetenschap zouden de beleidsmakers moeten weten dat wachten op buitenlandse investeerders geen optie is. Omdat eerst 60 procent van alle hulpmiddelen importeren om vervolgens het eindproduct te exporteren naar de landen, waar de meeste hulpmiddelen vandaan komen, voor hen niet haalbaar is.

Kansen op de markt

Om de productie op gang te brengen, is het van belang dat Suriname al zijn grondstoffen, kennis en hulpmiddelen voor het maken van producten, die de ongunstige factoren naar de internationale markt kunnen overbruggen, in kaart brengt. Daarbij is het van groot belang te beseffen dat de grondstoffen en vooral energie, slechts hulpmiddelen zijn.

Suriname heeft weinig aan een energiesector met vijfduizend arbeiders (Staatsolie en EBS) die de economie stagneert en daardoor de samenleving arm houdt. Met de rapporten van Ernst & Young, de presidentiële commissie voor het doorlichten van de EBS en de Energie Commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de regering en vakcentrale C-47 is genoegzaam aangetoond hoe de sector inefficiënt gemaakt en gehouden wordt.

Beheer waterkrachtcentrale

De Afobaka-waterkrachtcentrale die was gebouwd om een geïntegreerd aluminiumbedrijf van energie (hulpmiddel) te voorzien, kwam in 2019 in handen van Suriname. De regering vond het toen niet nodig om schadevergoeding van Alcoa te eisen, die negentien jaar eerder de aluinaardefabriek sloot, waardoor Suriname miljarden US dollars schade lijdt. Daarbovenop betaalde de regering ook nog honderd miljoen US dollar voor ‘overname’ van het stuwmeer.

Suriname moet nu met de energie uit dit meer niet alleen het verlies van miljarden US dollars als gevolg van het platleggen van de aluinaardefabriek zelf verdienen. Het moet ook het verlies van miljarden US dollars aan grondstoffen en het menselijk leed als gevolg van het onderwater zetten van woongebieden door de bouw van het stuwmeer, alsnog kunnen compenseren.

Een stuwdam is na de bouw, zo goed als milieuvriendelijk. Daarnaast behoort het tot de goedkoopste energiebronnen als het beheer van het stuwmeer en daarmee de opwekking van elektriciteit, optimaal geschiedt.

De Afobaka-waterkrachtcentrale is een nogal breed stuwmeer met een relatief klein verval, waardoor de kracht waarmee het water door de turbines stroomt minder krachtig is vergeleken met andere krachtcentrales die een smaller meer hebben met een groter verval. Het gevolg daarvan is dat met dezelfde hoeveelheid water minder elektriciteit opgewekt kan worden. Daardoor is de opwekkingsprijs bij Afobaka iets duurder dan bij waterkrachtcentrales in bijvoorbeeld Finland of Noorwegen. Het is dus van belang dat geen enkel kubieke meter water het meer uitgaat (spillen) zonder dat er eerst elektriciteit mee is opgewekt.

Een stuwmeer wordt beheerst door het opwekken van energie, rekening houdend met de waterstand voor en achter de stuwdam. De aanvoer van water in het Afobaka-stuwmeer en daarmee de opwekkingscapaciteit, is sterk afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in het stroomgebied. Nu de natuurverschijnselen El Niño en La Niña zich dringender doen gelden, is het van belang dat naast mechanische kennis voor de turbines kennis van weer en klimaat (klimatologie) en watergedrag (hydrologie) permanent deel uitmaken van het beheersteam van het stuwmeer.

Het gemis daarvan is vanaf 2020 manifest. Eerst werd een deel van Brokopondo onder water gezet, omdat het waterpeil (aanvoer van water) in het meer te hoog was en nu moet men turbines uitschakelen omdat het waterpeil te laag is door weinig aanvoer van water in het meer. Bij de overstroming als gevolg van het spillen van water hadden de inwoners van het gebied naast leed materieel verlies. Aan de andere kant verloor de staat miljoen US dollars door het verspilde water. Nu zal de al kwakkelende economie nog een keer de tol voor het mismanagement betalen door het veroorzaakte tekort aan water in het meer.

Van grondstof naar eindproduct

Suriname zal zijn grondstoffen moeten verwerken tot eindproduct om kansen op de internationale markt te maken en meer te verdienen. Die grondstoffen worden nu ruw en zelfs ongecontroleerd geëxporteerd door multinationals en lokale ondernemers. In het buitenland worden ze verwerkt en doorverkocht. Daarbij staat ook Suriname in hun afnemersbestand.

Een goed voorbeeld zijn houtproducten. In 2022 heeft Suriname volgens de Centrale Bank van Suriname tachtig miljoen US dollar aan hout geëxporteerd en voor dertig miljoen US dollar aan houtproducten geïmporteerd. Buiten beschouwing is gelaten wat bijvoorbeeld de export van rondhout Suriname heeft gekost, door vernietiging van wegen door zware houttrucks. Het gaat om wegen die met nog niet betaalde leningen van China aan Suriname zijn geasfalteerd.

Om het bezit van grondstoffen en energie als voordeel om te zetten in concurrentiekracht is het noodzakelijk dat de twee sectoren zo efficiënt mogelijk worden geëxploiteerd. Vooral bij de energieopwekking is er heel veel ruimte voor kostenverlaging mogelijk. Daar moet de staat de energieopwekking en distributie volledig onder de EBS brengen. Immers, zij heeft, in tegenstelling tot Staatsolie, geen andere belangen en of doelen.

Energieopwekking middels olie moet teruggebracht worden tot de momenten dat door minder aanvoer van water uit haar stroomgebied, de opwekking te Afobaka teruggebracht moet worden. In die gevallen moet eerst de goedkopere levering vanuit de EBS opgevoerd worden en indien noodzakelijk bij Staatsolie ingekocht worden. Daarbij moet de industrie steeds met de goedkope energie van uit Afobaka voorzien worden. Immers kunnen alleen uit hun verdiensten de welvaart en welzijn voor het volk betaald worden.

| de ware tijd | Door: Redactie