• vrijdag 17 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

ADVOCAAT KANHAI | OPENBAAR MINISTERIE HAD GEEN BEVOEGDHEID TE VERVOLGEN IN KWESTIE CENTRALE BANK

| united news | Door: Redactie

Auteur: Wilfred Leeuwin

Het Openbaar Ministerie zou volgens strafrecht jurist Irvin Kanhai geen bevoegdheid hebben gehad personen te vervolgen in de geruchtmakende kwestie van de Centrale Bank van Suriname, die al sinds 2019 speelt.

 “Welke bevoegdheid heeft u gehad, waaraan heeft u die bevoegdheid ontleend, welk onomstotelijk bewijsmateriaal heeft u na onderzoek geleverd om over te kunnen gaan tot het vervolgen van de voormalige gouvernor en andere personen” ?, richtte Kanhai zich de vorige week, tot de vervolgingsambtenaar, tijdens de behandeling van deze rechtszaak die nu in hoger beroep dient.

Kanhai is de raadsman van ex gouvernor Robert Gray van Trikt en diens

zakenpartner Ashween Angnoe.  In een lijvig pleidooi veegt de raadsman met veel scherpte de vloer aan met het O.M  die hij ervan verwijt in deze geruchtmakende zaak geen enkele deskundigheid te bezitten.  

Positie gouvernor CBvS
Voor de veroordeling van van Trikt in 2021, tot 8 jaar celstraf, een geldboete van SRD 500.000, de verbeurdverklaring van zakelijke belangen en het terugbetalen van gelden aan de staat, heeft het OM, onder andere toen, aangevoerd dat de voormalige gouvernor niet bevoegd was tot het nemen van sommige beleidsbeslissingen, het aangaan van contracten met bijvoorbeeld het Belgisch bedrijf Clairfield die niet in het belang

zijn geweest van de staat en niet tot de taken van de bank behoorden. Van Trikt is verweten misbruik te hebben gemaakt van zijn toenmalige positie om de staat te voorzien van blanco credieten en het overkopen van panden waarvan de gelden op de rekening van de staat bij de bank werden gestort.


Daarmee zou hij de centrale bank enorme schade hebben toegebracht en zelf voordeel van hebben genoten samen met zijn zakenpartner. Kanhai produceert echter feitelijke documentatie over de positie van een gouvernor. Behalve dat in het vooronderzoek vrijwel alle getuigen het bevestigt hebben, blijkt uit de bankwet dat van Trikt wel degelijk bevoegd was de beslissingen te nemen. Uit die bankwet en de getuigenverklaringen blijkt ook dat er nooit voorgeschreven regels hebben bestaan en gegolden voor een gouvernor om contracten te sluiten. De wet verbied die functionarissen ook al niet, hoewel dat in het geval van van Trikt bekend was, zakelijke, dan wel conflicterende belangen te hebben buiten zijn functie, tenzij daarvoor voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.

De taakomschrijving van een gouvernor bij de centrale bank staat, naar wat nu blijkt in schril contrast met de opvattingen en de beschuldigingen van het OM.

Zo zegt de wet dat de gouvernor persoonlijk bevoegd en verantwoordeijk is in het nemen van beslissingen die ervoor moeten zorgen dat er monetaire beslissingen genomen worden ten gunste van de economie. Weer vraagt Kanhai met welke deskundigheid en bevoegdheid het Openbaar Ministerie er toe over is gegaan het strafrecht te ‘misbruiken’ om beleidsbeslissingen te vervolgen. De jurist zegt dat dit, zonder het administratiefrecht, ernstige gevolgen heeft voor het financieel huishouden van de staat. Als deze lijn getrokken moet worden zouden tal van gewezen en huidige publieke functionarissen opgesloten moeten worden.

Juiste monetaire maatregelen
Kanhai gaat in details in op feitelijk materiaal die hij produceert in deze zaak. Zo citeert hij uit de bankwet en het vooronderzoek niet alleen de positie van de gouvernor. De genomen besluiten waaruit de projecten aan het Belgisch bedrijf Clairfield voortkomen blijken vervat te zijn in een strategisch plan en goedgekeurd door de raad van toezicht bij de bank. Voor de uitvoering van het plan aan projecten en gepleegde handelingen is er een missieve van de toenmalige regering en bestaan er ‘voice-berichten van de toenmalige minister van Financieen (Gillmore Hoefdraad), die in zijn functie de toenmalige gouvernor niet slechts goedkeuring geeft aan de projecten, maar van Trikt aanmoedigt ermee door te gaan.


Blijkt ook dat het plan niet alleen de bank of de toenmalige politieke regering betrof, maar ook het toenmalig parlement en in overeenstemming met gemaakte afspraken met het Internationale Monetaire Fonds. In hoger beroep confronteert Kanhai het Hof van Justitie steeds met de vraag, hoe het kan dat de kantonrechter in eerste aanleg vrijwel blindelings heeft gevaren op het compas van het Openbaar Ministerie en van Trikt en andere personen het gevang in heeft gestuurd, terwijl het beleid van de voormalige gouvernor, in nationale als internationale documentatie wordt bejubelt tot zelfs gecomplimenteerd.

Meer nog blijkt uit het jaarverslag van de CBvS zelf dat in het jaar 2019 waarin van Trikt de leiding had, er juist door het gevoerd beleid na jaren weer een winst is geboekt van SRD 38 miljoen.

Nergens in het jaarverslag wordt melding gemaakt van, zoals het Openbaar Ministrie het heeft uitgedrukt, dat de bank financiel schade is toegebracht en daarmee ook de Surinaamse economie. Het IMF schrijft in haar artikel 4 rapportage over die periode, dat de genomen beslissingen door de leiding van de bank ‘de juiste monetaire maatregelen zijn geweest om onder andere de koers te stabiliseren, de economie van Suriname gezond te maken en bij de bank institutionele reparatie aan te brengen.

De Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank gebruikt in haar rapport ‘Financial conclusion’ over dezelfde periode soortgelijke bewoordingen en complimenteert de toenmalige leiding voor het nemen van de beslissingen waaruit de projecten zijn voortgekomen. Uit de afsraken met het IMF zijn vanuit de Amerikaanse centrale bank grote bedragen aan US-dollars naar de centrale bank overgemaakt. Kanhai noemt het een belangrijk gegeven dat in tegenstelling tot wat het OM beweert en waarop van Trikt is veroordeeld, nu blijkt dat als gevolg van sommige van de projecten de staat Suriname nu nog enorme winsten maakt met de export van goud naar het buitenland. Een deel van de projecten zijn bij de aanvang van deze rechtszaak gestopt. Kanhai vindt dat daarvoor het Openbaar Ministerie nu verantwoordelijk voor gehouden moet worden.


Selectieve vervolging
Als het OM uberhaupt tot vervolging mocht overgaan, spreekt kanhai van selectieve vervolging. Uit zowel getuigenverklaringen, het gerechtelijk vooronderzoek en andere processtukken blijkt dat meerdere mensen, zoals de voormalige directeuren van de bank, waaronder William Orie, Soeknandhan en Joy Ten Bergen, betalingen en handelingen hebben gepleegd waarvoor van Trikt veroordeeld is. Zij zijn echter nooit in verzekering gesteld. Kanhai besteed apart aandacht aan de rol die voormalig president commissaris en ondernemer Vijay Kirpalani heeft gespeeld bij deze geruchtmakende zaak.

Hij zou behalve van alles op de hoogte te zijn geweest, namens de staat goedkeuring hebben gegeven aan de plannen en contracten, maar het toch aangestuurd hebben op de vervolging van van Trikt. Kanhai zegt gedurende zijn hele pleidooi dat deze hele affaire stinkt naar politieke intriges waarbij koste wat het kost politieke slachtoffers gemaakt moesten worden. De raadsman herhaalt tegenover het HvJ dat wanneer de vervolging en ook de rechter belast met vervolging daar gevoelig voor zijn, de onafhankelijke rechtspraak en rechtszekerheid van de samenleving in gevaar wordt gebracht en het imago van de justitie in Suriname ernstig wordt geschaad.

Rapport Kroll
Een belangrijk bewijslast dat dient als deskunig vergelijkingsmateriaal voor de bedragen die de centrale bank onder leiding van van Trikt heeft toegekend aan Clairfield voor het uitvoeren van de projecten is het rapport KROLL (vernoemd naar het internationaal bedrijf die het rapport heeft samengesteld). Kanhai wijst er op dat dat rapport in opdracht van het OM is gemaakt, maar dat, vooral op aandringen van de verdediging van de personen in deze zaak. Kroll noemt in alle gevallen de contractueel toegekende betalingen gebruikelijk. Het OM is echter een andere mening toegedaan en valt vooral over de gegeven voorschotten waarvan Kroll zegt daarover onvoldoende informatie te beschikken. Kanhai geeft over de bedragen in zijn pleidooi aan hoe kortzichtig en ondeskundig het OM is op dit vlak. In zijn vonnis is van Trikt ook nog veroordeeld tot het terugbetalen van zulke voorschotten. De raadsman vraagt aan het HvJ op 3 juni zijn omvangrijk pleidooi te vervolgen, waarna het de beurt is aan het OM om weer in repliek te gaan.

UNITEDNEWS


Abonneer op ons youtube kanaal.
Bedankt voor het kijken en abonneren.
'Suriname Nieuws Centrale'


| united news | Door: Redactie