• vrijdag 22 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Aboutaleb staat stil bij afschaffing slavernij: 'Keti Koti is van ons allemaal’

| algemeen dagblad | Door: Peter Groenendijk 

In Rotterdam is woensdagavond stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij, 158 jaar geleden. Burgemeester Aboutaleb riep de regering daarbij op om excuses aan te bieden voor de slavernij. ,,Het is nooit te laat om excuses te maken", aldus Aboutaleb. ,,Aan Rotterdam zal het niet liggen.”

In de stromende regen (Aboutaleb: ‘De hemel huilt met ons mee’) onderstreepte de burgemeester nog eens dat Keti Koti, de jaarlijkse viering van het einde van de slavernij wat hem betreft een nationale feestdag wordt. ,,Keti Koti is van ons allemaal. Een nationale dag om te huilen en te helen. Een dag van vreugde en vieren.”

Op

1 juli 1863 werd het einde van de slavernij afgekondigd in Suriname en op de Antillen. Samen met de drie andere grote steden pleitte het Rotterdamse gemeentebestuur er onlangs in een brief aan de Tweede Kamer voor om van die datum een nationale feestdag te maken, om ‘de verborgen en ongemakkelijke geschiedenis’ uit de schaduw te halen. 

 

Het slavernijmonument, zoals elk jaar de plek waar de slavernijherdenking in Rotterdam plaatsvindt.

 

Het slavernijmonument, zoals elk jaar de plek waar de slavernijherdenking in Rotterdam plaatsvindt. © Jan de Groen

Aboutaleb onderstreepte woensdagavond nog eens waarom Keti Koti volgens

hem zo'n belangrijke dag is. ,,Nederland zou Nederland niet meer zijn zonder de Surinaamse, Caribische gemeenschap. Rotterdam zou Rotterdam niet meer zijn zonder de 80.000 nazaten van de tot slaafgemaakten in Suriname en de Antillen. In zes, zeven generaties van een geketend leven naar een gemeenschap die het leven viert, en iedereen uitnodigt dat mee te vieren. Dat is groots, en getuigt van levenskracht. Dat getuigt van rijkdom die niet in geld is uit te drukken.”

Feitelijk was de slavernij pas in 1873 voorbij

Ahmed Aboutaleb, burgemeester

Hij wees er nog eens op dat landen als Denemarken, Groot-Brittannië en Frankrijk de slavernij al zestig jaar eerder hadden afgeschaft. ,,Maar hier hielden de koopman en de dominee elkaars hand nog 60 jaar stevig vast.” En ook na de officiële afschaffing was de slavernij nog niet voorbij, stelde de burgemeester. ,,Op 1 juli 1863 waren de 32.911 slaafgemaakte mensen nog lang niet vrij. Omdat zij zogenaamd nog moesten leren een ‘werkzaam en zedelijk leven’ te leiden. De wrange waarheid: het Nederlandse Gezag wilde nog zo lang mogelijk profiteren van deze goedkope arbeidskrachten. Feitelijk was de slavernij pas in 1873 voorbij.”

Rotterdam had een prominente rol in de Nederlandse slavernij, is uit recent onderzoek gebleken. De gemeente heeft nog geen excuses aangeboden voor het slavernijverleden, maar denkt daar wel over na

 

Toeschouwers tijdens de herdenking.

 

Toeschouwers tijdens de herdenking. © Jan de Groen

| algemeen dagblad | Door: Peter Groenendijk