• zaterdag 22 November 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Boekpresentatie On(t)roerend Goed

Boekpresentatie On(t)roerend Goed

| starnieuws | Door: Redactie

Carlo Jadnanansing en jazz-diva Denise Jannah, die samen met Ernst Flu en Jim Westfa zorgde voor de muzikale omlijsting. (Foto: Ragini Dhanes)

Resume

De bedoeling van de wetgever was de afschaffing van het recht van allodiale eigendom en erfelijk bezit (aeeb). Volgens mr. Jadnanansing (en mr. dr. Akkal-Ramautar) bestaat aeeb rechtens nog steeds. Het begrip grondgebied in artikel 2 lid 2 G.W. gaat over het uitoefenen van gezag en niet over eigendom (dominium) van de grond. Grondconversie is volgens mr. Jadnanansing niet in strijd met de Grondwet en heeft ertoe geleid dat de Staat voor het eerst relevante inkomsten heeft

verkregen uit haar vastgoedbezit.

Op 19-11-2025 organiseerden de SJV, het SJB en het Carlo Jad Fonds (CJF) de presentatie van On(t)roerend Goed, 45 artikelen door Carlo Jadnanansing. Het boek is opgedragen aan prof. mr. dr. Aksel Quintus Bosz (Q.B.), grondlegger van de Surinaamse rechtsgeschiedenis en grondpolitiek. Jadnanansing benadrukte dat Q.B. onvoldoende waardering heeft gekregen. Hij bleef het inhoudelijk oneens met hem over het rechtskarakter van het recht van aeeb.

Volgens Jadnanansing is aeeb een vorm van volledige eigendom, uitgegeven onder bijzondere voorwaarden. Hij onderbouwt dit via het Anglo-Amerikaanse recht dat onder Lord Willoughby (1650–1667) in Suriname gold. Q.B. en
de meeste gezaghebbende juristen zagen aeeb echter als een beperkt zakelijk recht met twee gerechtigden: de Staat als blote eigenaar en de allodiale eigenaar als zakelijke gerechtigde. Jadnanansing toonde aan de hand van het common law-systeem aan dat aeeb gelijkstaat aan de estate in fee simple, een vorm van volledig, overdraagbaar eigendom waarbij de gerechtigde dezelfde bevoegdheden heeft als een eigenaar onder het civiele recht. De essentie, zo stelde hij, is niet de naam van het recht maar de bevoegdheden die het verleent. Opmerkelijk vond hij dat eerdere commentatoren van aeeb nauwelijks aandacht hadden voor deze common law-oorsprong.

In juridische kringen bestond lang de overtuiging dat alleen de wetgever de discussie over aeeb definitief kon beslechten. Dat leek te gebeuren met het nieuwe Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat “Allodiale eigendom geldt als eigendom bedoeld in dit boek”. Jadnanansing wijst erop dat deze formulering technisch onjuist is, omdat de wet steeds spreekt over “allodiale eigendom en erfelijk bezit”, terwijl “allodiale eigendom” op zichzelf slechts spraakgebruik is. Samen met mr. dr. Chequita Akkal-Ramautar concludeert hij dat, ondanks de bedoeling van de wetgever, aeeb juridisch nog steeds bestaat. Om alle onduidelijkheid weg te nemen zal DNA de fout expliciet moeten corrigeren.

Een ander belangrijk thema in Jadnanansings presentatie was de interpretatie van het woord grondgebied in artikel 2 lid 2 van de Grondwet, dat stelt dat het de Staat verboden is grondgebied te vervreemden. Veel juristen menen dat de Staat op grond hiervan geen eigendom van grond mag overdragen. Omdat de Grondwet van 1987 geen Memorie van Toelichting heeft, blijft echter onduidelijk wat precies bedoeld is. Volgens Jadnanansing moet een onderscheid worden gemaakt tussen imperium (het recht om gezag uit te oefenen) en dominium (privaatrechtelijke eigendom). Het in artikel 2 lid 2 gebruikte woord grondgebied moet worden gelezen in de betekenis van imperium: de Staat mag geen grondgebied overdragen aan een andere Staat, omdat daarmee haar gezag verloren gaat. Het uitgeven van eigendom aan burgers tast dat gezag niet aan. Hij pleit voor een discussie in DNA die als een de facto toelichting bij de grondwetsbepaling kan dienen.

In dit licht stelde Jadnanansing dat grondconversie niet strijdig is met de Grondwet. Bij grondconversie spelen twee gerechtigden een rol: de Staat als blote eigenaar en de erfpachter of grondhuurder als beperkt gerechtigde. Naar buiten toe treden erfpachters en grondhuurders op als rechthebbenden, terwijl de Staat slechts een vergoeding (canon) ontvangt. Wanneer de Staat zijn blote eigendom overdraagt, ontstaat door vermenging volledige eigendom bij de voormalige erfpachter of grondhuurder. Het gezag van de Staat blijft echter onverminderd bestaan: het grondgebied blijft Suriname. Mocht de Staat de grond later opnieuw nodig hebben, dan kan zij via aankoop of onteigening, met passende schadeloosstelling, tot terugname overgaan.

Jadnanansing presenteerde bovendien een prikkelende stelling: sinds 1982 zou de Staat meer hebben uitgegeven aan haar onroerend goed dan zij eraan heeft verdiend. Pas de grondconversie van 2023 bracht volgens hem noemenswaardige opbrengsten op — naar schatting circa SRD 400 miljoen per begin 2025. Hij acht het conversietarief echter te laag, waardoor de opbrengsten hoger hadden kunnen zijn. De canons waren tot 2023 zo laag dat inning nauwelijks zinvol was. Het Besluit Grondhuurvergoedingen werd in 2023 herzien en bevat nu realistische, zij het niet marktconforme tarieven. Volgens Jadnanansing zouden deze tarieven de Staat potentieel miljarden kunnen opleveren, maar ze zijn tot dusver om onbekende redenen niet geïnd. Zij vormen nog altijd een belangrijke toekomstige inkomstenbron.

Het boek On(t)roerend Goed
 telt 292 pagina’s en is uitgegeven door het Carlo Jad Fonds in samenwerking met Ralicon. Het is verkrijgbaar aan de Grote Hofstraat 7 te Paramaribo voor SRD 800.

Kewita B. Soerjoesing LL.B.

| starnieuws | Door: Redactie