Is Staatsolie een keizerrijk geworden binnen de republiek?
| starnieuws | Door: Redactie
Plotseling vindt iedereen van alles over Staatsolie en er is veel rumoer ontstaan rond de positie en macht van Staatsolie. Hoe terecht is het?
Staatsolie lijkt een keizerrijk geworden te zijn binnen de republiek Suriname. Inmiddels gaat Staatsolie over alles wat relevant is in Suriname: over de belangrijkste grondstoffen zoals olie, goud en mineralen en over de strategische middelen zoalsOpeenvolgende regeringen en dus parlementen hebben zelf ingestemd en besloten om al die strategische middelen bij Staatsolie onder te brengen. In 1986 is via de Mijnbouwwet alle Hydro carbon rechten op
Tussen 2010-2020 zijn alle gouddeelnemingen van Suriname bij Staatsolie ondergebracht en in die periode is ook de Stuwdam bij Staatsolie ondergebracht en EBS kwam in een bijna verplichte winkelnering van stroom bij Staatsolie terecht. Zo is Staatsolie over de tijd uitgegroeid tot een conglomeraat die op een Staat binnen een Staat begon te lijken. Dit is wel besloten en geïntroduceerd door de regeringen en parlementen, niet door Staatsolie en of de CEO ervan.
Het is opvallend dat juist de politici plotseling zich druk maken over controle en toezicht op de onderneming en de activiteiten ervan. Nu willen politici hun handen in onschuld wassen. Dit hebben zij zelf gecreëerd.Hoe gezond of ongezond is deze ontwikkeling? Over de tijd bleek Staatsolie relatief de meest professionele organisatie in Suriname te zijn waardoor langzaam aan bijna alle “intelligentie” bij Staatsolie ging werken en dat was dan weer reden voor de regering om alle strategische middelen daar onder te brengen, succes trok succes aan. Alles kwam zo onder 1 dak en daardoor ontstond teveel machtsconcentratie en werd het complex en risicovol. Het risico zit in het toezicht en de controle op deze onderneming: het vraagt om brede business en sector kennis en het toezicht wordt ineffectief omdat het aflegt tegen de “macht en kracht” van het te controleren orgaan. Een ander risico is de bedrijfsvoering vanwege de inefficiënties die kunnen ontstaan door een “wir war” aan processen. Daarentegen kan het alles bij elkaar brengen ook schaal grootte voordelen opleveren in de overhead kosten.Grootste risicoVan alle risico’s is de belangrijkste de controle en toezicht op Staatsolie. De vraag moet zijn of de RvC voldoende sterk bemenst is om een onderneming met zo’n impact op Suriname te controleren en om toezicht op te houden. Is de RvC opgewassen tegen alle geconcentreerde kennis en “intelligentie” bij Staatsolie? Is de kleinschaligheid van de samenleving – “dorpe karakter” -niet een probleem om zakelijk en effectief toezicht te houden op een oliegigant in wording maar inmiddels al een gigant voor Surinaamse begrippen? Heeft de aandeelhouder - de staat – voldoende kennis om de juiste vragen te stellen? Als alle kennis werkzaam is bij Staatsolie dan is er terecht bezorgdheid dat er een gebrek aan controlemacht is bij de staat en de politiek.
Mogelijke oplossingDe oplossing op korte termijn is dat de Staat de RvC uitbreidt met internationale kennis en know how om 2 redenen: (1) inbreng van diepgaand industrie en business ervaring en (2) autonomie in het toezicht als mogelijke balans tegen “banden” in een “dorpse” gemeenschap, er komt meer zakelijkheid en ruggengraat erbij.
Parallel aan de uitbreiding van de RvC zou de Staat en dan met name het parlement moeten werken aan een Raad van Advies eveneens bestaande uit een mix van kennis uit binnen- en buitenland. Lees ook “Suriname professioneel niet klaar voor grote ontwikkelingen; pijnlijk”. Vertrouwen is goed maar controle is beter.Hikmat Mahawat Khan| starnieuws | Door: Redactie