POLITIEKE BELANGEN BELEMMEREN ONTWIKKELING HOUT- EN BOSSECTOR
| united news | Door: Redactie
Foto: Dino Souprayen, voorzitter van de vakbonden bij SBB en Nimos, Medewerkers van de SBB , president Chan Santokhi en C-47 voorzitter Robby Berenstein.
De hout- en bossector bieden veel meer ontwikkelingsperspectieven aan de samenleving dan tot nu toe wordt aangenomen.
Maar dan zullen instituten zoals Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) en het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling (Nimos) echte versterkte autoriteiten moeten worden die volgens internationale standaarden werken, zonder partijpolitieke inmenging. Die bemoeienis stagneert en belemmert de ontwikkelingsperspectieven en kan vooral de urbane sector de grond inboren. Suriname heeft op de presidentiële Amazone Summit vorig jaar in Brazilië tegen een
Vakcentrale C-47 heeft zich donderdag samen met de voorzitter van de vakbonden van SBB en Nimos op een persconferentie uitgesproken over de omstandigheden in de bosbouwsector vanwege de verplichtingen die Suriname heeft tegen de achtergrond van klimaatverandering. Die verplichtingen staan in het Actoverdrag van de acht Amazone-lidlanden: Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela. Het verdrag handelt onder andere over het beschermen van het Amazone regenwoud tegen
Het beschermen van het Amazone regenwoud, zoals in het Actoverdrag staat, is veel meer dan het op de eerste plaats tegengaan van ontbossing. Het gaat ook om de bescherming van de ontwikkelingsmogelijkheden en de rechten van gemeenschappen die er wonen en werken.
Het regenwoud maakte onder de Braziliaanse president Jair Bolsonaro een slechte periode door. Maar zijn vorig jaar gekozen opvolger Luiz Lula da Silva heeft het initiatief genomen voor een regionale en internationale lobby voor het beschermen ervan. Een belangrijk standpunt is dat regeringen geen acties mogen ondernemen zonder de gemeenschappen in het regenwoud te consulteren.
Het steekt C-47 en andere organisaties dat op de Amazone Summit Suriname tegen de resolutie om ontbossing tegen te gaan heeft gestemd, zonder maatschappelijke, maar vooral de gemeenschappen die in het Surinaamse Amazonegebied wonen en werken te consulteren. Intussen is in Suriname het Amazone Collectief ontstaan van vijf wetenschappelijke en maatschappelijke organisaties om de samenleving bewust te maken van het belang van het beschermen van het regenwoud.
Volgens Berenstein is het belangrijk dat samen met deze organisaties een alliantie wordt gevormd om de doelen die staan in het Actoverdrag te beschermen tegen politieke belangen die geen nationale ontwikkeling, maar puur enge partijpolitieke belangen faciliteren.
“We vinden het jammer dat we tijdens de summit uit de buitenlandse media hebben moeten vernemen dat Suriname tegengestemd heeft tegen het versneld stopzetten van de ontbossing” .
Hierdoor wordt geen ordening gebracht in de hout-, goud-, mijnbouw- en bosbouwsector, waar veelal grote buitenlandse bedrijven actief zijn die het niet nauw nemen met de belangen van de Amazonebewoners. Er is ook nooit een reden opgegeven waarom tegen is gestemd. De vermoedens worden sterker wanneer we zien dat nu mennonieten en andere organisaties duizenden hectares krijgen voor landbouw. Er zijn tal van onduidelijkheden die nooit weerlegd zijn door de regering. Daarnaast worden belangrijke instituten als SBB en Nimos niet versterkt maar juist verzwakt,” zegt Berenstein.
C-47 heeft enkele acties ondernomen, zoals het tekenen van een intentieovereenkomst met de dorps-hoofden van Apoera, Section en Washabo, in het westen van Suriname waar de hout-multinational Greenheart Suriname actief is. Naast het beschermen van de arbeidsrechten gaat het in die overeenkomst ook om de bescherming van het milieu zoals flora en fauna die deel uitmaken van de leefgebieden van de doelgroep en het bevorderen van het klein ondernemerschap ofwel alternatieven voor inkomsten bij de productie van bosbijproducten. “Het zijn Amazonebewoners binnen het regenwoud met rechten,” zegt Berenstein.
Binnen de Acto is de ‘Building and Wood workers International’, die wereldwijd werknemers in de bouw- en bossector vertegenwoordigt, opgericht. Daarin is er ook het Amazone Trade Union Network dat bestaat uit vakbonden van de acht Amazone-landen. Vanuit dat netwerk van vakbonden zijn brieven gericht aan de overheden van deze landen. Daarin wordt gevraagd zich te houden aan het Actoverdrag.
Door tegen het tegengaan van ontbossing te stemmen zonder nationale consultaties, wordt volgens Berenstein en ook Dino Souprayen, voorzitter van de vakbonden bij SBB en Nimos, de Surinamers een belangrijk ontwikkelingsperspectief ontnomen. Zo ontstaan er enorme markten voor productiemogelijkheden voor duurzame houtkap en bosbijproducten. Die worden aangemerkt om veel meer economische stabiliteit te brengen voor het land dan de traditionele manier, die economische ontwikkeling wordt genoemd. Deze is echter niet gericht op de ontwikkeling van Suriname en met name zij die in het Amazonegebied van het land wonen.
Souprayen zegt dat dit soort overheidsinstituten lam worden geslagen om niet alleen te werken volgens wat wordt voorgeschreven in het Actoverdrag, dus de bescherming van het Amazone regenwoud tegen bijvoorbeeld ontbossing, maar ook dat de onafhankelijke functie van de instituten hoe langer hoe meer niet aanwezig is. Zowel de SBB als het Nimos verkeert al jaren in een transitiefase om de status van ‘autoriteit’ te krijgen. Maar door politieke belangen komt dit niet van de grond.
Souprayen noemt onder andere het toezicht op het naleven van standaarden die niet werkbaar worden wanneer de ordening van de goud- en houtsector in handen ligt van de politiek. Maar ook politieke belangen die voorkomen dat de houtsector bloeit, terwijl met naleving van regels de staat veel meer inkomsten aan kan verdienen. “Neem bijvoorbeeld het eenmalige generaal pardon dat vorig jaar is gegeven aan personen om eenmaal gekapt rondhout te blijven exporteren naar voornamelijk Aziatische landen zoals India en China.
Het was niet eenmalig. Het is zeker nog drie keer voorgekomen,” zegt Souprayen. “Wij als bond hebben er moeite mee dat de politiek zich bemoeit met het reilen en zeilen van de organisatie. Op deze manier kunnen dit soort instituten hun werk als bosbouw- en milieuautoriteit nooit op de juiste manier uitvoeren. De regering moet immers rekening houden met politieke belangen. Men doet en handelt, zoals bij het uitgeven van lappen grond, zonder de SBB te kennen, terwijl onze belangrijkste taak is om duurzaam bosbeheer te promoten.
Om het groenste land te blijven zal Suriname zich moeten houden aan afspraken en er sterke instituten bij betrekken,” zegt Souprayen.
| united news | Door: Redactie