Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BiZa) in het nieuwbouwcomplex van De Nationale Assemblée (DNA) zijn de voornemens voor het komende dienstjaar toegelicht.Minister Marinus Bee benadrukte dat BiZa, als zogenoemd moederministerie, een brede verantwoordelijkheid draagt over negen beleidsgebieden, waaronder personeelsbeleid, verkiezingen, burgerzaken, archivering en de digitalisering van overheidsprocessen.Een belangrijk voornemen is de instelling van een Onafhankelijke Verkiezingsautoriteit, die moet bijdragen aan het vergroten van het vertrouwen in het verkiezingsproces en aan meer transparantie en geloofwaar-digheid.De minister sprak verder zijn bezorgdheid uit over de toename van politieke functies. Er zijn naar schatting ongeveer 400
beleidsadviseurs, waarvan slechts een klein deel effectief bekend is bij de leiding. Dit verschijnsel doet zich niet alleen voor bij BiZa, maar ook bij andere ministeries. “In andere landen vertrekt een regering met haar mensen; hier blijven ze,” aldus Bee.Daarnaast wees de minister op de noodzaak van verdere digitalisering. Volgens hem leeft de overheid nog te veel “tussen papieren”. Een digitaal systeem moet deze inefficiëntie verminderen en de dienstverlening versnellen.Ook de directeur van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) gaf een toelichting op de financiële uitdagingen van zijn afdeling. Het CBB is een cruciaal onderdeel van BiZa en functioneert feitelijk
als een directoraat, hoewel het formeel nog niet als zodanig erkend is. Eerder was SRD 150 miljoen toegezegd, maar in de begroting is slechts SRD 55 miljoen opgenomen. De implementatie van het nieuwe Burgerlijk Wetboek stagneert, omdat eerst de digitalisering van bestaande bestanden noodzakelijk is. De totale kosten voor deze modernisering worden geraamd op SRD 266 miljoen. Daarnaast is er dringende behoefte aan vervanging van airconditioners, meubilair en publieksruimten.Tijdens de bespreking kwam ook de Kustwacht aan de orde, die het momenteel moet doen met een begroting van SRD 7,5 miljoen, terwijl de operationele kosten aanzienlijk hoger liggen. In Nickerie moet nog een kustwachtbasis worden opgezet, een project dat naar schatting SRD 60 miljoen zal kosten. Daarnaast is de aanschaf van een extra vaartuig noodzakelijk, aangezien één schip onvoldoende is om effectief toezicht te houden op de nationale wateren.Minister Bee verzocht de regering om meer middelen vrij te maken voor kustveiligheid, gezien de toenemende activiteiten van oliemaatschappijen en de noodzaak tot versterking van de grensbewaking.Tot slot vroeg de minister de vaste commissie om bijzondere aandacht voor het CBB, het Bureau Genderaangelegenheden (BGA), het Personeelsadministratie Register (PAR), het Nationaal Archief Suriname (NAS) en de Rekenkamer, zonder de overige beleidsgebieden van BiZa te verwaarlozen.
