• woensdag 24 April 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Laat bezoek Santokhi nieuw begin voor band met Suriname zijn

| nrc.nl | Door: Redactie

Suriname Zonder historisch schuldgevoel moet Nederland met het Suriname van president Santokhi kunnen samenwerken. Een nieuw tijdperk ligt in het verschiet, schrijven  en .

Foto: De eerste Surinaamse president, Johan Ferrier, onderhoudt zich met koningin Juliana en premier Den Uyl, 1977.Foto ANP 

Het bezoek deze week van de Surinaamse president Chandrikapersad Santokhi aan Den Haag kan na het donkere decennium onder Desi Bouterse het startsein zijn voor een nieuw, verlicht tijdperk in de relatie tussen Suriname en Nederland. Ronald Venetiaan was in 2008 het laatste Surinaamse staatshoofd dat Nederland aandeed. Bouterse heeft ons land, onder meer vanwege zijn veroordeling hier voor

zijn bijdrage aan grootschalige cocaïnesmokkel, tussen 2010 en 2020 vermeden. In die periode is de relatie sterk bekoeld.

Het is belangrijk dat de relaties in het belang van beide landen normaliseren. De historische banden van meer dan drie eeuwen tussen Suriname en Nederland zijn immers zeer sterk. Suriname was van 1667 tot 1975 onderdeel van Nederland, voornamelijk als kolonie. Ter vergelijking: de provincie Limburg is pas sinds 1867 volledig onderdeel van Nederland.

Sinds de

zelfstandigheid van de Republiek Suriname in 1975 zijn de Surinamers op zoek gegaan naar hun eigen identiteit. En dat ging, zacht gezegd, met vallen en opstaan.

Toen Johan Ferrier de eerste president werd, was het land een verzameling van volkeren uit alle windstreken van de wereld die in vrijheid meerdere religies aanhingen. Van nazaten van de inheemse bevolking tot die van Afrikaanse slaafgemaakten en nazaten van Aziatische contractarbeiders en Europese boeren: het land is de wereld in het klein.

Tragische dieptepunten in de ontwikkeling van de jonge natie waren de coup in 1980, de Decembermoorden op vijftien vooraanstaande Surinamers in 1982 en de bloedige Binnenlandse Oorlog tussen 1986 en 1992. Bij die oorlog was sprake van genocide en andere vormen van mensenrechtenschendingen waar militairen onder leiding van Bouterse verantwoordelijk voor waren. Het kostte jaren om de democratische rechtsstaat te herstellen en toen dit gebeurd leek, kozen de Surinamers ex-legerleider, ex-coupleger en hoofdverdachte van de Decembermoorden Bouterse in 2010 tot president.

Moreel failliet

Na tien jaar Bouterse erfde Santokhi in 2020 een land dat financieel, economisch en moreel failliet was. Corruptie binnen en buiten de overheid was aan de orde van de dag. De handel in narcotica kreeg vrij baan. Goudwinning in het dierbare regenwoud ging ten koste van de natuur, maar ook van de arbeidsomstandigheden; winsten kwamen terecht in buitenlandse zakken. De kwaliteit van onderwijs en zorg was abominabel.

Er is dus werk aan de winkel, veel werk. Suriname is nog steeds een jonge, multi-etnische natie, op zoek naar haar eigen identiteit, maar cultureel gezien is het land onverminderd een harmonieus geheel. Voor het eerst in lange tijd geeft een Hindoestaans-Surinaamse president leiding aan een zeer multi-etnisch kabinet. En dat kabinet heeft een ambitieuze agenda om Suriname uit diverse crises te halen.

Ondanks onmiskenbare tegenslagen houdt Santokhi koers en blijft hij vanuit visie en overtuiging opereren. Suriname is met circa 600.000 inwoners een relatief klein land, maar nog altijd met veel potentie. Na de vondst van meerdere oliebronnen staat het land aan de vooravond van grootschalige oliewinning. Een bedrijf als Shell zou Suriname kunnen helpen en kunnen bijdragen met offshore olie-expertise. Maar Suriname heeft meer te bieden: uitzonderlijk vruchtbare grond, waardoor er enorme landbouwpotentie is. De Nederlandse boeren die mogelijk worden onteigend, zijn in Suriname meer dan welkom en hebben alle kans en ruimte om ‘ouderwets’ boer te zijn. Het land barst ook nog altijd van bauxiet, goud en (tropisch) hout.

In Suriname bruist het van de ondernemerslust én is in feite alles ruimschoots aanwezig waarin wereldwijd schaarste voorzien wordt: duurzame energie door zon en wind, schoon water en zand. Volop kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven waarmee Santokhi woensdag om tafel zit. De productiegraad en de werkgelegenheid in Suriname moet rap omhoog en daar kunnen Nederlandse bedrijven bij helpen.

Tijd voor gelijkwaardigheid

In dat licht kun je niet meer spreken van een ‘ontwikkelingsrelatie’ tussen Nederland en Suriname. Het is nu tijd voor gelijkwaardigheid. Alleen dan kan de bijzondere relatie bieden wat ze in wezen in zich draagt: winst voor beide landen. Om dat vorm te geven, is het van belang dat de Surinaamse regering zichtbaar maakt dat werkelijk een nieuw tijdperk is aangebroken. Een tijdperk waarin geen plaats is voor nepotisme en corruptie. Dat transparant en professioneel gecommuniceerd wordt, nationaal en internationaal. Nederland moet zich realiseren dat Suriname niet zomaar een buitenland is. Er ligt een historische betrokkenheid die niet vertaald moet worden in schuldgevoel of vrees om als neokoloniaal gezien te worden. Daarvoor is de situatie in Suriname te urgent.

Die bijzondere betrokkenheid moet zich vertalen in een toekomstgerichte visie op de manier waarop de banden tussen beide landen gelijkwaardig en zodanig vorm kunnen krijgen dat, eindelijk, beide landen daar voordeel van kunnen hebben. In het regeerakkoord van Santokhi wordt bijvoorbeeld het belang van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de VN benadrukt, net als in de proeve van een regeerakkoord van VVD-leider Mark Rutte en D66-leider Sigrid Kaag. Beide landen kunnen elkaar hier versterken: ze willen hun economie ‘vergroenen’ en aan duurzaamheid geld verdienen; waarom dan niet internationaal samen optrekken? Het Nederlandse ‘SDG House’ is gehuisvest in het Koninklijk Instituut voor de Tropen; een meer symbolisch onderkomen voor de doorstart van de economische relatie is niet denkbaar. Het komende Nederlands regeerakkoord biedt een kans deze ambitie vast te leggen.

| nrc.nl | Door: Redactie