• vrijdag 15 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

FERNANDES MENDES PLEIT VOOR ONDERBRENGEN CONSTITUTIONEEL HOF BIJ HOF VAN JUSTITIE

| united news | Door: Redactie

Foto: Rechtsstaatgeleerde Hugo Fernandes Mendes | Auteur: Wilfred Leeuwin.

Rechtsstaatgeleerde Hugo Fernandes Mendes pleit en adviseert Suriname en met name de Rechterlijke macht het Constitutioneel Hof als een aparte kamer met een aparte status onder te brengen bij het Hof van Justitie.

Mendes heeft op het congres van de Rechterlijke macht, als inleider, hiervoor verschillende redenen aangegeven. Hij vindt anders dan de opinie in Suriname, dat het toetsen van wetten door het C-hof wel degelijk rechtsspraak is. Meer nog vindt de rechtsgeleerde dat gezien de benoemingsprocedure van de leden van het C-hof, dit orgaan vrij gemakkelijk kan worden gepolitiseerd.

Volgens hem is het

onderbrengen van het C-hof bij het HvJ, juridisch niet slechts mogelijk, maar is het een noodzaak gelet op de stand van de ontwikkeling van de rechtstaat en democratie in Suriname.

Mendes verwijst naar de eerste grondwet van Suriname van 1975. Die grondwet spreekt uitdrukkelijk van een zware constitutionele rol voor de rechtspraak en heeft die ook ingeluid. Het is de Rechterlijke macht die in de grondwet expliciet is aangewezen als het orgaan om de politiek binnen de les te houden. Bij het tot stand komen van de grondwet van 1975 was dat een randvoorwaarde om het goed te keuren. Daarbij werden

genoemd de bescherming van de fundamentele rechten van burgers, de noodzaak voor het naleven van de grondwet en internationale verdragen. Nu bijkans vijftig jaar na de onafhankelijkheid van Suriname blijkt dat de wetgever een vooruitziende blijk heeft gehad”, zegt Mendes.

“Meer constitutionele rechtspraak”, benadrukt de rechtsgeleerde. Hij definieert dat als een mate waarin de rechter juridisch gelegitimeerd is zich uit te spreken over besluiten en regelgeving van de overheid. Hij vindt dat het toetsen van alleen wetten slechts een onderdeel is van constitutionele rechtspraak, terwijl het een breder begrip is.

Dat het in de praktijk al gebeurt illustreert hij met voorbeelden als het besluit van de rechter in het geval van overgelopen parlementariërs die werden teruggeroepen door de partij die ze had voorgedragen en daardoor een zetel in het parlement hadden. Daarnaast het geval van een parlementariër die terug kwam op zijn besluit te bedanken als lid van het parlement. Volgens Mendes hebben de rechter en het Hof van Justitie in beide gevallen een juist besluit genomen, namelijk dat die leden met hun handelen niet langer leden zijn van het parlement.

Mendes verwijst ook naar het geval waar het parlement in strijd met de grondwet heeft goedgekeurd dat de kiesregeling met gewone meerderheid in plaats van met tweederde meerderheid werd gewijzigd om politieke partijen te verbieden samen te werken voor de verkiezingen. Desondanks werd in 2020 kort voor de verkiezingen de kiesregeling gewijzigd en werd ook een hoge waarborgsom vastgesteld. In die kwestie vroeg een politieke partij aan de rechter om deze wijziging ongedaan te maken op basis van wat de grondwet voorschrijft, namelijk dat het wijzigen van de kiesregeling met twee derde meerderheid moet plaatsvinden. In dat geval oordeelde het Hof van Justtie dat de rechter geen oordeel mag vellen over hoe een wet tot stand komt.

Hoewel Mendes in die kwestie het besluit van het Hof van Justitie kan begrijpen, is volgens hem daar het gevaar dat er een constitutioneel rechtsvacuüm kan ontstaan, waarin een toevallige ofwel opportunistische meerderheid in het parlement ongehinderd door rechterlijke controle, de voorgeschreven grondwettelijke procedures voor het tot stand komen van wetten zou kunnen negeren. “Ik denk dat in voorkomende gevallen het Hof van Justitie zou kunnen overwegen deze uitspraak in de toekomst te nuanceren”, zegt Mendes.

 Mendes noemt het ‘wonderlijk’ dat in Suriname is besloten om elke associatie van het C-hof met rechtspraak te vermijden. “Het is wonderlijk, omdat wanneer het C-hof formele wetten strijdig oordeelt met de grondwet of met een verdrag, dan is dat een zuivere vorm van rechtspraak”. Duidelijk voorbeelden hiervan noemt Mendes het niet grondwettelijk verklaren van de Amnestie wet en de kiesregeling door het C-hof. “Deze wetten hebben per direct hun juridische kracht verloren en de wetgever was gedwongen actie te ondernemen. In de opvatting van mendes moet het niet mogelijk zijn dat andere organen dan de Rechterlijke Macht belast zijn met rechtspraak.

Weer een ander argument om het pleidooi van de rechtswetenschapper te ondersteunen is het feit dat in de wet op het C-hof, de president van het Hof van Justitie het C-hof kan vragen een wet ongrondwettelijk te verklaren. Daarnaast is elke rechter bevoegd zich met een principiële vraag tot het C-hof te richten om oordeel te vragen over mogelijke strijdigheid van een wet met de grondwet.

Al deze voorbeelden maken, volgens Mendes al duidelijk dat oordelen van het C-hof moeten worden gezien als rechtspraak. “Ik pleit andermaal voor het integreren van het C-hof binnen de organisatie van het Hof van Justitie. Dat is pragmatisch, efficiënt en logisch. In een klein land als Suriname zijn juridische kennis en financiën schaarse goederen. Daarnaast loopt het C-hof, gezien de benoemingsprocedure het risico, om gepolitiseerd te worden. Dat is het lot van heel veel organen in Suriname”, zegt Mendes.

UNITEDNEWS

GERELATEERD AAN: CONSTITUTIONEEL HOF NIET BEVOEGD GRONDWETSARTIKEL AAN DE GRONDWET TE TOETSEN

| united news | Door: Redactie