EXXON ‘S STUDIE | MOGELIJKE OLIELEKKAGE BIJ CANJE-BORINGEN KAN GEVOLGEN HEBBEN VOOR GUYANA EN 10 ANDERE LANDEN
| united news | Door: Redactie
Foto: Olie op het water in de Golf van Mexico, met op de achtergrond de plek waar olieplatform Deepwater Horizon is gezonken, voor de kust van Louisiana, Verenigde Staten. | Beeld ANP | Bron: Kaieteur News ExxonMobil Guyana Limited (EMGL) heeft bij het Environmental Protection Agency (EPA) een Cumulative Impact Assessment (CIA) ingediend voor een exploratie- en evaluatieboorcampagne van 12 putten in het Canje Block, offshore Guyana.
Het project, waarmee de operator in het tweede kwartaal van 2024 wil beginnen, kan mogelijk resulteren in een olie lek dat niet alleen de kusten van regio’s één en twee in Guyana kan treffen,
De studie waarschuwde de milieuautoriteiten: “Stochastische modellering geeft een waarschijnlijkheid van vijf tot 20 procent aan dat een lekkage zonder mitigatie de kustlijn bereikt in regio één en de meest noordelijke kustlijn van regio twee voor seizoen 2 van zowel de meest geloofwaardige WCD als de maximale WCD, afhankelijk van de wind- en stromingsomstandigheden op het moment van de
Ondertussen merkte de oliemaatschappij ook op dat de “deterministische modelanalyse” voor een gemitigeerde lekkage de gevolgen voor de kustlijn in Guyana niet voorspelt, noch voor het meest geloofwaardige WCD-scenario, noch voor het maximale WCD-scenario.
De oliemaatschappij wees erop dat een lekkage die de kust bereikt tijdens het trek- of broedseizoen voor kustvogels of de wadplaten die deze soorten gebruiken om zich te voeden, aanzienlijk zou kunnen zijn.
Het zei ook dat, hoewel de kans op een olielekkage zeer klein is, zo’n olielekkage waarschijnlijk nadelige gevolgen zou hebben voor biologische, waardevolle ecologische en sociale componenten (VEC’s) in het gebied dat door de lekkage wordt getroffen.
De meest bedreigde VEC’s zijn onder andere de kwaliteit van het zeewater, zeevogels, zeezoogdieren en zeeschildpadden. De exploitant verklaarde: “Hoewel de effectieve uitvoering van het OSRP (Oil Spill Response Plan) dit risico zou helpen verkleinen door het oceaanoppervlak dat door een lekkage wordt beïnvloed en de blootstelling van deze soorten aan olie verder te verminderen, wordt het restrisico voor al deze VEC’s behalve zeezoogdieren en zeevogels als geheel als Matig beschouwd.”
Grensoverschrijdende gevolgen
In een ander hoofdstuk van het onderzoek, met betrekking tot de gevolgen van olielekkages, gaf EMGL aan dat 10 andere landen in drie belangrijke geografische regio’s gevolgen zouden kunnen ondervinden van een olielekkage zonder gevolgen. Deze omvatten de Zuid-Amerikaanse kust, de zuidelijke Kleine Antillen en de zuidwestelijke Grote Antillen.
Volgens het onderzoek zouden Trinidad en Tobago, Venezuela, Grenada, St. Vincent en de Grenadines, St. Lucia en de Amerikaanse Maagdeneilanden, Puerto Rico, de Dominicaanse Republiek, Haïti en Jamaica, die binnen deze regio’s vallen, getroffen kunnen worden.
“In seizoen 1 en 2 bereikt de vlek de zuidkust van de Dominicaanse Republiek. Voor de grotere ‘loss-of-well-control’-gebeurtenis (d.w.z. Maximale WCD), zou het extra volume dat met dit scenario gepaard gaat, de vlek in staat stellen om zich verder in de Caribische Zee te verspreiden en in beide seizoenen Haïti te bereiken en Jamaica te naderen, waarbij de vlek in Seizoen 2 iets zuidelijker zou trekken dan in Seizoen 1 en dus effecten op sommige Venezolaanse eilanden zou voorspellen,” legde het document uit.
De exploitant wees erop dat bij de modellering van de olielekkage zonder beperking, die werd gebruikt om de mogelijke grensoverschrijdende gevolgen te karakteriseren, geen rekening werd gehouden met eventuele noodmaatregelen. Daarom verzekerde hij dat de uitvoering van het OSRP zou helpen om de potentiële grensoverschrijdende gevolgen aanzienlijk te verminderen, net zoals het de gevolgen binnen de exclusieve economische zone van Guyana zou verminderen.
In het document werd opgemerkt dat de aanvraag was ingediend door Exxon namens zichzelf en mede-eigenaars JHI Associates, Inc., Mid-Atlantic Oil & Gas, Inc. en Total E&P Guyana B.V. EMGL had al in december 2021 een aanvraag voor een milieuvergunning ingediend bij de EPA. Op basis van een eerste beoordeling van de aanvraag heeft de EPA overeenkomstig sectie 11(2) van de Environmental Protection Act bepaald dat het project op zichzelf geen significante invloed zal hebben op het milieu en dat er daarom geen milieueffectrapportage (MER) nodig is.
De EPA oordeelde echter dat het project in combinatie met soortgelijke activiteiten die op de projectlocatie worden uitgevoerd, aanzienlijke cumulatieve milieueffecten kan hebben. Op grond hiervan eiste de regelgevende instantie dat Exxon een CIA zou opstellen die rekening houdt met activiteiten zoals verdere ontwikkelings- en productiewerkzaamheden in het Stabroek Blok, voordat een milieuvergunning kan worden verleend.
Kaieteur News heeft begrepen dat de exacte locaties van de mogelijke 12 putten in het project nog niet bekend zijn. Terwijl sommige putten voor exploratiedoeleinden geboord zouden kunnen worden, zei Exxon dat het ook mogelijk is dat sommige putten als evaluatieputten worden geboord. Daarom zijn prioriteiten en schema’s onderhevig aan verandering na eventuele resultaten van exploratieboringen.
UNITEDNEWS|REGIO
| united news | Door: Redactie
