Suriname vestigt hoop op Mike Pompeo: komt de Amerikaanse minister met een zak geld?
| algemeen dagblad | Door: Kees Broere
Een toestel van de Amerikaanse luchtmacht landt op de luchthaven van Zanderij. Op klaarlichte dag. Onder de vorige president, Desi Bouterse, zouden in Suriname mogelijk alarmbellen zijn afgegaan. Nu is de komst van de grijze kist reden tot voorzichtige trots. Suriname ‘doet weer mee’. Maar moet daarvoor ook het nodige geven.
Het militaire vliegtuig kwam afgelopen zondag, voor de voorbereiding van het bliksembezoek dat Mike Pompeo donderdag aan Suriname brengt. Het is voor het eerst dat een Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken het land aandoet. Hij komt twee maanden na het aantreden van Chan Santokhi, Surinames nieuwe president.
Pompeo zal maar een
Voor Suriname is Venezuela een land in de regio waarmee het niet per se heel veel heeft te maken. Toch merkt men ook daar de gevolgen van de enorme politieke en economische crisis die onder president Nicolás Maduro een vlucht heeft genomen. En belangrijker wellicht nog: ook Suriname
Tegenstanders van de VS
Onder president Desi Bouterse was het duidelijk. Zijn regering rekende zich tot een bondgenoot in de alliantie van ‘linkse’ Latijns-Amerikaanse landen als Cuba, Nicaragua en Venezuela, alledrie uitgesproken tegenstanders van de Verenigde Staten. Chan Santokhi vaart het liefst een zo neutraal mogelijke regionale koers en werkt met de regering van Maduro samen als het gaat om de strijd tegen covid-19. Maar Pompeo wil van Suriname een duidelijkere keuze. En als Santokhi de Amerikaanse lijn kiest, kan hem dat iets opleveren waaraan hij zeer dringend behoefte heeft: geld.
Officieel staat dit alles uiteraard niet op de agenda. Pompeo geeft als reden voor het bezoek dat hij een nieuwe vriend in zijn kring wil verwelkomen. En Suriname laat via minister van Buitenlandse Zaken Albert Ramdin weten dat de Verenigde Staten niet uit zijn op garanties voor de afname van olie en gas die, net als bij Guyana, onlangs in zulke grote voorraden voor de kust van Suriname zijn aangetoond. De VS hebben zelf olie en gas genoeg; voor Suriname zijn de toekomstige inkomsten ervan van enorme betekenis.
Maar de olie moet nog wel uit de zeebodem en aan land worden gebracht. En daarbij, zo liet ook minister Ramdin doorschemeren, is expertise nodig die Suriname zelf momenteel te weinig in huis heeft en waarbij in elk geval voor het Amerikaanse bedrijfsleven nog een nuttige en lucratieve rol valt te spelen. Mike Pompeo zou geen minister zijn onder president Donald Trump als hij dit punt niet onder Santokhi’s beleefde aandacht zou weten te brengen.
Erfenis van Bouterse
Maar terug naar waarom het hoge Amerikaanse bezoek wellicht vooral zal draaien: geld. President Chan Santokhi erfde na tien jaar Desi Bouterse een vrijwel failliet land, met hoge buitenlandse schulden en nauwelijks voldoende in kas om de mensen binnen de eigen overheid aan het einde van de maand te betalen. ‘We hebben gemerkt dat de gap (het tekort, red.) in onze begroting enorm groot is,’ zo liet de Surinaamse leider onlangs weer eens weten.
In het regeerakkoord van de twee maanden geleden aangetreden coalitie is een periode van negen maanden uitgetrokken om de hoogste nood te lenigen. Daarbij gaat het om zaken als het stabiliseren van de zwakke Surinaamse dollar, het in werking stellen van een anti-corruptiewet, maar ook het herstel van de relatie op ambassadeursniveau met Nederland, het land dat Suriname in 1975 afhankelijk zag worden en waar een aanzienlijke diaspora bestaat.
Kort na de installatie van de nieuwe Surinaamse regering kon Santokhi op brede steun van de bevolking rekenen. Maar de wittebroodsweken voor zijn coalitie van vier partijen duurden slechts kort. Al snel bleek dat tien jaren Bouterse, de man die in Nederland bij verstek is veroordeeld wegens drugshandel en in eigen land in eerste aanleg voor zijn aandeel in de zogeheten Decembermoorden van 1982, Suriname nóg armer hadden gemaakt dan gevreesd. En daarbij bleef het niet.
Santokhi had aangegeven een einde te zullen maken aan elke vorm van vriendjespolitiek en nepotisme. Totdat bleek dat in een relatief klein land als Suriname, met zo’n 600 duizend inwoners, het aantal deskundigen waaruit geput kan worden voor het optuigen van allerlei herstelcommissies gewoonweg beperkt is. Zodat, bijvoorbeeld, ook Santokhi niet ontkwam aan een benoeming voor zijn eigen vrouw, een zeer ervaren juriste. Waardoor anderen zich juist weer benadeeld voelen.
Ronnie Brunswijk
Een andere kopzorg voor de president is zijn vice-president, Ronnie Brunswijk. Diens politieke opmars als vertegenwoordiger van de marrons, de bevolkingsgroep die oorspronkelijk vooral in de binnenlanden van Suriname leefde, blijft indrukwekkend. Maar Brunswijk (net als Bouterse overigens bij verstek veroordeeld) is ook al neergezet als een ‘machtswellusteling’, die nu al vooral bezig lijkt te zijn met de verkiezingen van 2025 en zijn kansen op het hoogste ambt, al dan niet door zich te laten gebruiken door de NDP, de partij van Bouterse.
Santokhi kan dus wel een succesje gebruiken. En geld; heel veel geld, al was het maar in de vorm van gunstige leningen. Minister Ramdin heeft inmiddels Nederland bezocht en daar naar eigen zeggen vruchtbare gesprekken gehad met zijn collega’s Stef Blok en Sigrid Kaag. Veel geld koppelt Nederland daaraan nog niet. De hoop is nu gevestigd op Mike Pompeo.
| algemeen dagblad | Door: Kees Broere