De krijgsraad in Suriname heeft besloten dat het proces tegen Desi Bouterse over de Decembermoorden doorgaat.
De strafeis wordt op 9 februari uitgesproken. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de aanklager maandag zijn requisitoir zou houden, maar de krijgsraad en advocaten namens de nabestaanden hadden geen bezwaar tegen enig uitstel op verzoek van het Openbaar Ministerie.
Eerder op de dag zei rechter Cynthia Valstein-Montnor namens de krijgsraad dat er geen beletselen bestaan voor voortzetting van het proces. Ze zou hier aanvankelijk al op 30 november over oordelen, maar vanwege ziekte van een van de rechters ging die zitting niet door.
De aanklager van de krijgsraad verzocht voor zijn requisitoir om een schorsing. Hij wil een planning maken om alle strafeisen tegen Bouterse en de meer dan twintig andere betrokkenen te kunnen voordragen.
Bij het besluit van de Krijgsraad was volgens journalisten op Twitter een kleine groep nabestaanden van slachtoffers aanwezig. Filmproducent Eddy Wijngaarde, broer van een van de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden, zegt verheugd te zijn dat "de
Militair regime
De zaak draait om de moorden op vijftien vooraanstaande Surinamers en tegenstanders van het toenmalige militaire regime van Desi Bouterse, gepleegd op 8 december 1982. Bouterse is hoofdverdachte in de rechtszaak, maar ook de president van het land.
Het besluit van de krijgsraad is een forse streep door zijn rekening. Bouterse heeft steeds geprobeerd zijn berechting in het negen jaar lopende proces te dwarsbomen.
Artikel 148
Op 30 juni vorig jaar gebood Bouterse het Openbaar Ministerie uit hoofde van zijn functie van president het proces stop te zetten. Hij gebruikte hiervoor artikel 148 van de Grondwet. Dit artikel geeft hem als staatshoofd de ruimte zo'n opdracht te geven als de staatsveiligheid in gevaar is.
Bouterse moest deze noodsprong maken omdat de rechter in juni 2016 had besloten de omstreden amnestiewet niet van toepassing te verklaren op de Decembermoorden en dus door te gaan met het strafproces. Ook die amnestiewet, door het Surinaamse parlement aangenomen in 2012, had als doel het proces stop te zetten.