• zaterdag 26 October 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Column: Wij en de Olympische Spelen

| starnieuws | Door: Redactie

Hans Breeveld

Van 26 juli tot en met 11 augustus waren grote delen van de wereldbevolking sportief verbonden middels de vierjaarlijkse Olympische Spelen (OS). Op deze XXXIII OS hebben ruim 10.000 sporters uit meer dan 200 landen hun krachten met elkaar kunnen meten in onder andere oeroude sporten zoals hardlopen, speer- en discuswerpen, terwijl een nieuwe sport als skateboarden niet ontbrak.

Met zoveel spelen mag de mens van vandaag met recht een Homo ludens (spelende mens) genoemd worden.

In 1988 heeft Anthony Nesty een onverbrekelijke band gesmeed tussen Suriname en de Olympische Spelen. De stereotypisch historische dwaling dat uitzonderlijke successen in de zwemsport niet waren weggelegd voor grote delen van de mensheid vanwege hun tekortkomingen, op grond van hun etniciteit, werd door Nesty in 53 seconden kapot gezwommen. Hij vestigde met die tijd overigens ook een nieuw Olympische record. De vreugde en het gevoel van trots dat hij bezorgde aan het volk door voor Suriname de eerste – gouden – medaille op

de OS te behalen gun ik elk land.

Dit jaar – 36 jaar na dato - registreer ik twee opvallende voorbeelden in het Caraïbisch gebied. In beide gevallen gaat het om vrouwelijke atleten. Thea Lafond, die aan Dominica de eerste gouden medaille bezorgde op het nummer Hink Stap sprong. Lucien Alfred hielp St.Lucia middels loopnummers aan zijn eerste gouden en eerste zilveren medaille. In beide gevallen verschenen de minister-president op de televisie om niet alleen te feliciteren, maar ook aan te geven wat deze medailles voor de landen betekenen.

In het geval van St. Lucia kan gesteld worden dat dit kleine land - met een bevolking van rond de 100.000 inwoners niet de eerste keer op wereldniveau gepresteerd heeft. Het was dr. ir. Frank Essed die ooit aan Gerold Vliet en mij aangaf dat zijn grote voorbeeld de ontwikkelingseconoom Sir Arthur Lewis uit St. Lucia was. Lewis ontving in 1979 samen met de Amerikaanse econoom Theodore W. Schultz de Nobelprijs voor Economie. Trots werd daarbij verteld dat hij de eerste persoon was van afro-afkomst die de Nobelprijs won in een andere categorie dan de vrede. Maar ook Derick Walcott die in 1992 de Nobelprijs voor literatuur ontving is van St. Lucia afkomstig.

De OS hebben in de loop der tijd sporters voortgebracht die in hun tak van sport lang hebben gedomineerd, maar ook vaak buiten de sport dominant en invloedrijk zijn geweest. Neem bijvoorbeeld de bokser Muhammad Ali. Tijdens de OS 1960 heeft Ali, hij werd geboren als Cassius Marcellus Clay grote triomfen gevierd als bokser. Hij heeft tot de meest geëngageerde sporters behoord. Talrijk zijn de studenten die op kosten van Ali hebben gestudeerd. Talrijker zijn zij die door hem geïnspireerd en beïnvloed zijn geworden. Hij diende als voorbeeld voor vele sporters. 

In zijn biografie uit 1975 “The greatest: My own story”, lezen we echter dat ook de groten zwakke momenten kunnen hebben. Ali geeft hij in dat boek aan dat hij zijn “grote mond” - waar hij om bekend stond – het eerste opzette in 1960 in Rome. De 18-jarige bokser probeerde zo indruk te maken op de 20-jarige gracieuze loopster Wilma Rudolph. Op vierjarige leeftijd werd polio bij Wilma Rudolph geconstateerd. Tot haar achtste jaar kon ze niet zonder krukken lopen. Toen ze elf was kon ze met haar broer wat basketballen. Na een tijd van intensief basketballen in schoolverband stapte zij over op atletiek. Ze vierde haar triomf in 1960 tijdens de OS in Rome. Zij werd driemaal olympisch kampioene, maar zorgde ook op de loopnummers waarop zij domineerde voor de ware paradigma verschuiving. De loopnummers werden jarenlang gedomineerd door zwarte vrouwen, waarvan velen in haar een rolmodel zagen.

Atleten die de top bereiken mogen gezien worden als personen met een enorme dosis doorzettingsvermogen en discipline. Ze kunnen als voorbeeld gesteld worden. De Ethiopiër Abebe Bikila vormt op deze regel geen uitzondering. Hij onderscheidde zich door zijn ijzeren discipline. Toen tijdens de OS van Rome in 1960 bleek dat er geen geschikte schoenen voor hem waren besloot hij de marathon (42 km en 195 meter) op blote voeten af te leggen. Hij behaalde een  gouden medaille op dit nummer.

Dit jaar hoorde ik enkelen zeggen dat de grote afwezige op de XXXIII OS de legendarische Usian Bolt is. De man die de hegemonie van grote landen op de sprintnummers brak. Ik heb Bolt ook niet gezien, maar hij was prominent aanwezig in al die atleten uit het Caribisch gebied die furore maakten op het sprintnummer. Het zou mij niet verbazen als het voorbeeld Bolt ook gegolden heeft bij het succes van Letsile Tebogo, de atleet die op het nummer 200m sprint voor mannen de eerste gouden plak voor Botswana wist te winnen. Dat was op dat ook de eerste keer dat een atleet uit het Afrikaans continent op dat nummer goud won.

Tot het verschijnen van Bolt op de OS waren de sprintnummers een aangelegenheid voor atleten uit de VS.  Maar als we bij deze OS de blijdschap zagen bij de sprinter Noah Lyles van de VS bij het behalen van goud op het kroonnummer (100 meter) dan verklaart dat ook de afwezige aanwezigheid van Usian Bolt. Menig Noord-Amerikaan zei dan ook dat Lyles het nummer terug gebracht heeft naar the States. Voor hoe lang?

Op 7 juni 1963 stelde minister-president Pengel in de regeringsverklaring van de eerste regering Pengel dat sport een nationale zaak is. Het was de eerste keer dat het woord ‘sport’ voorkwam in een regeringsverklaring in Suriname. Pengel voegde de daad bij het woord met de bouw van SOSIS. Hij introduceerde een verkapte vorm van beroepssporters. De werktijden van ambtenaren en landsdienaren werden door hem herzien zodat er meer aan sport kon worden gedaan. Pengel heeft met deze en andere activiteiten zijn bijdrage aan de sport in Suriname geleverd. De uitdagingen van vandaag zijn om samen met sporters uit de rest van het Caraïbisch gebied grotere sportieve uitdagingen aan te gaan.

Hans Breeveld

| starnieuws | Door: Redactie