
Column: Twee paspoorten, één waarheid
| starnieuws | Door: Redactie
Nu vijftig jaar na de onafhankelijkheid van Suriname blijft er één onderwerp hardnekkig overeind staan: het Nederlandse paspoort. Niet omdat het een symbool van ontrouw zou zijn, maar omdat het tastbaar maakt
Het is waar dat een paspoort niets zegt over liefde voor land, cultuur, afkomst of herinneringen. Identiteit is iets dat je voelt, iets dat je lééft, zoals beschreven door de cultureel antropoloog Carla Bakboord. Maar in de praktijk werkt het anders. Een Nederlands paspoort opent deuren die voor de gemiddelde Surinamer gesloten blijven. Het biedt bescherming, bewegingsvrijheid, kansen - en een staat die jouw rechten actief verdedigt, waar je je ook bevindt.
Dat verschil wordt pijnlijk zichtbaar vanaf het moment dat je een visum probeert aan
Denk aan 1989 toen Nederland één van de gevangenen met Surinaamse roots tot in het binnenland kwam opeisen: “Het is onze staatsburger,” klonk het. In die ene zin zat de volledige machtsasymmetrie verpakt. Burgerschap was geen emotie, maar jurisdictie, gewicht en invloed. Een werkelijkheid waar veel Surinamers zonder dat paarse boekje niet op konden rekenen. Want twee Surinamers waren doodgeschoten, terwijl anderen gearresteerd werden tijdens de vredesonderhandelingen.
En het stopt niet bij visa. Neem een spoedvlucht met een tussenstop op Schiphol. De Surinamer met een Nederlands paspoort wandelt naar buiten, haalt adem, rust uit, pakt misschien zelfs een hotel. De Surinamer met een visum mag hetzelfde, zolang het document geldig is. Maar wie geen van beide heeft, zit vast - soms wel twaalf tot vierentwintig uur lang - in transitzones zonder daglicht, zonder comfort, zonder keuze. Zelfde reis, zelfde bestemming, zelfde achtergrond. Maar een wereld van verschil in behandeling.
Ook in eigen land zien we dit spanningsveld terug. Surinamers met een Nederlands paspoort willen - en mogen - deelnemen in Surinaamse organisaties, besturen en maatschappelijke discussies. Hun inbreng is waardevol. Maar wanneer het spannend wordt, wanneer er risico’s of consequenties dreigen, duikt de juridische realiteit weer op: de bescherming en privileges liggen elders. En precies daar ligt de kern van wat we vaak niet durven uitspreken: Identiteit is emotie, maar ongelijkheid is de macht van het paspoort.
Je kunt twee of meer landen in je hart dragen. Je kunt je Surinamer voelen tot in je vezels. Maar de wereld maakt onderscheid - stil, bureaucratisch, maar onmiskenbaar - op basis van de kleur van dat boekje. Dit soort ongelijkheden blijft niet zonder gevolgen. Ze leiden tot felle discussies, harde woorden, misverstanden, frustraties die soms generaties overstijgen. Het is precies daarom dat het dekolonisatieproces nodig blijft. Niet als politiek modewoord, maar als bewustwording. Zoals Bob Marley ooit bezong: Emancipate yourself from mental slavery. Dekolonisatie begint in ons denken - in het afleren van reflexen die we nooit zelf hebben gekozen, maar wel zijn gaan herhalen.
Want het zit niet alleen in beleid of paspoorten. Het zit ook in taal, in spreekwoorden, in zinnen die achteloos worden uitgesproken maar diepe littekens dragen. Neem de uitspraak: “Dat zijn indianenverhalen.” Een uitdrukking die ooit verwees naar de rijke kampvuurverhalen van inheemse volkeren - verhalen over voorouders, beschermgeesten, cultuur en kosmos. Maar ergens in de jaren zeventig is die betekenis verdraaid tot onzin, overdrijving, praten voor eigen rekening. Dat is geen toevallige taalontwikkeling - dat is ontwaarding van een volk.
Of neem dit eens: When black man eat, black man sleep. Een uitspraak die zogenaamd luiheid suggereert, maar in werkelijkheid een koloniaal stigma herhaalt. Want het waren juist de tot slaaf gemaakten die na het eten geen rust gegund werd: terug naar de brandende zon, terug naar het werk. Terwijl de plantage-eigenaren zélf, na de maaltijd trokken naar hun salon om in luie stoelen te rusten, een sigaar te roken, likeur te drinken of een dutje te doen - precies zoals biologisch normaal is.
Deze uitspraken zijn geen onschuldige taalgrappen. Het zijn echo’s van een systeem dat hiërarchie en minderwaardigheid produceerde - en dat nog steeds doorwerkt, soms onzichtbaar, soms genormaliseerd.
In dat licht is het geen wonder dat discussies over paspoorten, visa en diaspora vaak zo fel worden. Ze raken aan iets dat dieper zit dan mobiliteit. Ze raken aan waardigheid. Aan wie wij mogen zijn, en aan wie wij altijd al waren.
Misschien is het tijd om te stoppen met doen alsof dat niet zo is. Niet om mensen te veroordelen, maar om eerlijk te erkennen dat we leven in twee parallelle werkelijkheden: die van het gevoel en die van de geopolitieke realiteit. Pas dan kunnen we zoeken naar een nieuwe manier van verbonden zijn. Eerlijk. Gelijkwaardig. En waardig voor iedereen - ongeacht welk boekje je in je hand houdt.
Wilfred Leeuwin
| starnieuws | Door: Redactie


































