• donderdag 21 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Chander Mahabier: ‘Als mensen je vragen, dan help je’

| snc.com | Door: Ron Kosterman

Chirurg Chander Mahabier (69) opereert in 'een net ziekenhuisje' in zijn geboortestreek in Suriname. De zoon van rijstboeren studeerde en werkte in Nederland en is in zijn Nickerie een held.

De laatste darmoperatie die Chander Mahabier deed, enkele maanden geleden, duurde zeven uur. In Nederland moest de chirurg met pensioen, maar in Streekziekenhuis Nickerie is hij nog geregeld aan het werk. Die laatste patiënt had een grote tumor, was al verscheidene malen geopereerd en was 'toen hij binnenkwam aan het doodgaan'. De zware operatie lukte. 'Na tien dagen verliet de man zwaaiend de tent. Heerlijk om te zien.'

style="display:block" data-ad-client="ca-pub-5145602741900110" data-ad-slot="1170845744" data-ad-format="auto" data-full-width-responsive="true">

Mahabier werd bijna zeventig jaar geleden geboren in Corantijnpolder, een dorp in het district Nickerie, in het uiterste noordwesten van Suriname. 'Ik voel me goed, ben hartstikke fit en dynamisch.' Uren achter elkaar in een operatiekamer staan, gaat hem goed af. 'Gelukkig heb ik nog geen trillende vingers.' Voor de goede orde: hij werkt met een Nederlandse registratie. 'Ik loop niet te klooien. Dat ik met pensioen

moest, vond ik heel jammer. Maar zo zijn de regels en daar moet je je aan houden.

Chander Mahabier. Foto: Guido Benschop

Chander Mahabier. Foto: Guido Benschop

Sociaal werk deed hij al, toen hij in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht en Zwijndrecht werkte. Helpen en  begeleiden in ziekenhuizen in landen als Ghana en Malawi bijvoorbeeld. Met het verbeteren van de gezondheidszorg in Suriname hield hij zich goeddeels vanuit Nederland bezig. Door ministers te adviseren of met praktische zaken: zorgen dat er medicijnen, apparatuur, ambulances, matrassen, lakens, kopjes en schotels die kant opgingen.

'Als mensen je vragen, dan help je. Dat heb ik van mijn moeder.' Mahabier zat in de buitenlandcommissie van het Albert Schweitzer ziekenhuis. 'Dan werd je ergens een week naartoe gezonden en nam ik een week vrij om te blijven. In een maatschap kun je niet twee maanden weg. Die mogelijkheid heb ik nu wel.'

In oktober vliegt hij weer naar Paramaribo. Van daaruit reist hij door naar Nickerie. Inmiddels woont hij vijftig jaar in Nederland, nu in het keurig aangeharkte dorp Hendrik-Ido-Ambacht, onder Rotterdam. Opweg naar zijn broer in Nieuw-Nickerie, de hoofdstad van het district waar ook het streekziekenhuis staat, komt hij langs de eindeloze rijstvelden in zijn geboortestreek.

'Ik herken alles. Ik doe mijn ogen dicht, ruik de geuren en beeld me in hoe ik op die velden stond. Ik zie de mensen hard werken onder de brandende zon. Elke dag fiets ik daar, als ik klaar ben met werken, door de polders waar kinderen rondscharrelen. Ik vraag me af wat er van ze wordt. En ik besef: wat een geluk heb ik gehad.

'Ik ben nogal bekend in Nickerie. Dat is één groot dorp. Ik ben een dorpsjongen, De mensen zijn trots op me, omdat ik iets heb bereikt. Ze voelen zich vereerd dat ze me kennen. Dat moet je zo laten. Ik vind dat wel leuk. Als ik op straat loop, is het: "Hé dok, hoe is het?" Of: "Dok, ik voel me niet goed, kun je even kijken?" Als ik bij mijn broer ben, wandelen ze gewoon binnen of bellen op. Is dok thuis? Die mensen willen bijvoorbeeld een second opinion. Het gros kan dat niet betalen. Ik sta dat ruimhartig toe. Natuurlijk. Ik kan die mensen niets weigeren.'

Het 'ziekenhuisje' is zijn trots. 'Heel net en mooi, met honderd bedden en drie perfecte ok's. Die hebben we net laten renoveren, omdat we ook heup- en knieprotheses willen doen. We doen al darm- en galblaasoperaties, borstkanker en bloedvaten die dichtzitten, complexe operaties. Voor botbreuken hebben we orthopeden. En we hebben kno-artsen, cardiologen en gynaecologen.

Die komen allemaal uit Nederland en werken daar, net als hij, om niet. Ze wisselen elkaar af. Hij is er zelf minimaal twee keer per jaar voor zes weken. Alleen het verplegend personeel is lokaal. Mahabier coördineert chirurgie en selecteert de specialisten. 'Het zijn mensen met ruime ervaring, toplui, maar ze hebben ook inlevingsvermogen en improvisatietalent. Het is een kleine gemeenschap en je moet niet klagen over de apparatuur. Je zult zien: dan kom je een heel eind.'

Mahabier haalt het geld voor het ziekenhuis en andere projecten veelal in Nederland op, bij bedrijven en particulieren. Er zit geen cent subsidie bij. 'Ik
ben hier al meer dan twintig jaar mee bezig. Ik denk dat ik op deze manier meer voor de Surinaamse gezondheidszorg heb kunnen betekenen, dan wanneer ik daar was gebleven.'

Zijn ouders hadden een landbouwbedrijf, met wat beesten, maar vooral rijst. Zijn vader was vaak op pad. 'Hij speelde op hoog niveau muziek, drums, en was meestal aan het toeren in de Cariben. Hij was een beetje een bon vivant.' Zijn moeder runde het bedrijf en zorgde voor hun vijf zonen. 'Af en toe, als ze ruzie hadden, zei mijn moeder ook: "Ouwe, houd je mond, want als jij weg bent, regel ik hier alles." Voor een Hindoestaanse was ze zeker in die tijd heel geëmancipeerd. Petje af, hoor.

'Mijn broers en ik werden al vroeg ingeschakeld in het bedrijf. Zwaar werk. Ik dacht maar aan één ding: wanneer is de pauze? Maar hard werken vormt je, de rest van je leven. Ik kreeg ook snel verantwoordelijkheden. Zoals voor de watervoorziening. Pompen openzetten en dicht draaien. Dat komt nogal nauw. Draai je een pomp te laat dicht, dan is een heel rijstveld verpest.' 

Later in het gesprek, als het gaat over zijn tijd op de Algemene Middelbare School in Paramaribo, zal Mahabier zeggen: 'Eén ding wist ik absoluut zeker: ik wilde niet terug naar de modder, naar het keiharde werken in de felle zon.' Als klein kind, op de lagere school al, was hij heel ambitieus. 'Ik wist ook dat ik chirurg wildè worden. Ik was vingervaardig en had een behoorlijk stel hersens.' En hij durfde te snijden. 'Niet dat ik dat in verband bracht met het beroep chirurg, maar ik slachtte thuis de kippen, varkens en schapen.'

'Ik slachtte thuis de kippen, varkens en schapen'

Pocherig wordt hij geen moment, maar hij mag graag vertellen dat hij op school altijd de beste cijfers had. Op de lagere school trof hij een hoofdonderwijzer die hem gratis bijlessen gal. 'Ik was zijn trots. Als ik op school kwam en vertelde dat ik mijn huiswerk niet had gedaan omdat ik in de rijstvelden had moeten werken, zei hij: "Mahabier, leg je boeken vanavond onder je kussen, dan komt de lesstof vanzelf in je hoofd." Na het werk studeerde ik soms in de rijstvelden. De huizen in het dorp waren zeer gehorig. Je hoorde de kinderen van de buren.'

In Nieuw-Nickerie ging hij naar de mulo, meer smaken waren er niet. 'Zeven kilometer heen en terug, op een fiets die doortrapte in het dikke zand.' Daarna toog hij naar Paramaribo, 350 kilometer van huis. Hij woonde drie jaar bij een kennis van een van zijn broers. 'Die broer betaalde ook mijn huur en de inwoning. Ik spaarde twee kwartjes per maand. Eéntje voor de bioscoop, ééntje voor een roti met cola.'

Het lyceum in Paramaribo rondde hij vlot af. 'In Suriname had je in die tijd nog geen medische faculteit. Maar er waren wel beurzen om in Nederland medicijnen te studeren. Ik had gesolliciteerd, maar ik kreeg maar geen bericht van de selectiecommissie. Dat kwam door wie ik was: mister Noboby uit de modder.'

De man bij wie hij inwoonde, was lid van de Vooruitstrevende Hervormings Partij van Jagernath Lachmon. De in 2001 overleden Lachmon was in die dagen een vooraanstaand politicus in Suriname. En hij was in Corantijnpolder de buurman van de familie Mahabier: 'We zijn met mijn eindlijst naar hem toe gegaan. Hij werd boos en zei: "Hoe kan het dat mijn buurjongen, cum laude geslaagd, geen beurs krijgt?" Lachmon pakte de telefoon en belde de minister. De dag erna stond ik voor de selectiecommissie.'

Dat is zijn geluk geweest. 'Ja, maar als ik niet zo veel inzet op school had getoond, had Lachmon niets voor me kunnen betekenen. Gebraden duiven vliegen je niet in de mond. Dat heb ik mijn drie kinderen ook geleerd.' 

Mahabier was negentien jaar oud, toen hij voet op Nederlandse bodem zette. Hij ging in Leiden studeren. Vanaf Schiphol werden hij en zijn medestudenten met de bus naar hun kamers gebracht, tegenover het academisch ziekenhuis.

'Het was zaterdagavond. Dan zit je op je kamer van 4 bij 4. De volgende dag stonden mijn medestudenten op de stoep. We hadden honger. Mijn moeder had twintig roti's meegegeven. "Je weet nooit waar je terechtkomt," had ze gezegd. Die roti's waren snel op. We hadden nog steeds honger en hebben toen kennis gemaakt met een frietkot. We aten patat met mayonaise en dachten: we gaan dood hier. Er was nergens Surinaams eten te krijgen.'

Na zes jaar medicijnen was hij arts en begon zijn vervolgopleiding tot chirurg. Hij werkte kort op diverse plekken, voordat hij terechtkwam in het De Wever-Ziekenhuis in het Limburgse Heerlen. 'Daar heb ik negen jaar doorgebracht. Toen ik na zes jaar bijna klaar was met de opleiding, zag ik dat veel chirurgen geen baan konden krijgen. Ik wist dat ik moest opvallen. Ik ben naar mijn opleider gegaan en heb gezegd dat ik wilde promoveren. Hij zei: "Hoe ga je dat doen? Je werkt hier. Promoveren doe je in je eigen tijd." Ik heb een plan gemaakt met professor Co Greep in Maastricht. Binnen drie jaar had ik mijn proefschrift op zijn tafel gelegd. Plop, dit is het.'

Die drie jaren waren zwaar. 'Ik werkte overdag in Heerlen, 's avonds studeerde ik en in de weekeinden was ik in Maastricht om experimenten te doen. Drie jaar lang heb ik niet gefeest of vakanties opgenomen. Ik bracht mijn vrouwen kinderen naar Zeeland en ging zelfterug.' In 1989 promoveerde hij, maar hij had een tol betaald: zijn huwelijk strandde.

Met zijn promotieonderzoek ontwikkelde hij een methode voor operaties aan de dikke darm die ei onder meer toe leidde dat patiënten vaak geen stoma nodig hadden. De Mahabier-methode werd jarenlang wereldwijd toegepast. Later zou hij ook uitgroeien tot een autoriteit inkijkoperaties die mensen af helpt van het carpale-tunnelsyndroom (klachten als gevolg van een beknelling van de zenuw in het midden van de pols). Mahabier voerde die kijkoperatie meer dan drieduizend keer uit. 'Een hobby van me. Maagdarmoperaties zijn mijn specialisme. In Nickerie heb ik er inmiddels ook een aantal gedaan. We kunnen daar steeds complexere ingrepen aan. Dat is goed en leuk om te zien.'

Na zijn promotie kon Mahabier op diverse plekken terecht. Hij koos voor het Jacobus Ziekenhuis in Zwijndrecht, dat later opging in het Albert Schweitzer ziekenhuis. 'Mijn vrienden en familie woonden hier, net als mijn kinderen. Ik had ook naar Amsterdam gekund, naar het academisch ziekenhuis, maar daar kon ik maar één dag per week opereren. Ik wilde mijn vak uitoefenen.'

Hij zou er tot aan zijn pensioen blijven, eind 2014. Bij zijn afscheidsreceptie stonden lange rijen patiënten. Mahabier maakte fusies mee en op het laatst de consequenties van marktwerking in de zorg. Veel papierwerk, minder tijd voor de patiënt? 'Dat is zo, maar ik zorgde er gewoon voor dat ik het persoonlijke contact hield. Ik liep de mensen die ik had geopereerd altijd langs.

Na een moeilijke ingreep zat ik als een moeder boven op de patiënt.

Jij, de chirurg, moet zorgen dat het goed gaat. Jij weet exact wat mis kan gaan en wat er dan moet gebeuren.'

Zijn tweede vrouw is huisarts. Shanti, zijn oudste dochter, werkt als manager bij Unilever. Dochter Ratna werkt bij het NOS Jeugdjournaal. Zoon Kiran, de jongste, is in opleiding voor orthopedisch chirurg. Begin dit jaar promoveerde hij, dertig jaar na zijn vader. Het achtste kleinkind is op komst. 'Als ik vroeger opa's over hun kleinkinderen hoorde praten, dacht ik: heb je niks te doen of zo? Ik moet erkennen: ze zijn een genot.

Nederland staat, mede door de familie, op één. In het najaar zit hij weer zes weken in Suriname. 'Dat is hard werken. Je moet zeven dagen in de week 24 uur per dag klaar staan. Maar er is ook quality time. Babbelen met mijn broer en schoonzus, alle verhalen van vroeger horen, lekker eten en drinken. Mijn collega's uit Nederland willen er graag zijn, als ik er ben. Voor je het weet zit je met een grote groep op een trouwpartij. Iedereen is daar uitgenodigd.'

In 2012 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, vanwege zijn medische kunde en zijn maatschappelijke betrokkenheid. In Suriname is hij twee keer onderscheiden, in 2012 en 2017. Beide keren door Desi Bouterse, de omstreden president van het land.

Over politiek praat hij liever niet. 'Mijn enige zorg is de patiëntenzorg. Ik ken veel politici persoonlijk. Aanhangers van de president, leden van de oppositie. Het voordeel is dat ik zaken waarover de overheid gaat, redelijk snel gedaan krijg in het belang van patiënten. Laat ik me over de politiek uit, dan roep ik weerstanden op. Ik moet onafhankelijk zijn om dit werk te kunnen blijven doen. Die onderscheidingen zijn aangevraagd door mensen die mijn jarenlange inzet waarderen. Daarvoor ben ik zeer dankbaar. 

'Suriname is een mooi en in potentie rijk land. Ik hoop dat er iets verandert in bestuurlijke zin, maar ik ga niet met mijn vinger wijzen. Wat ik kan doen, is mijn hart geven. Daarvoor heb je geen politieke partij nodig.' 

BRON: https://www.elsevierweekblad.nl/nederland/achtergrond/2019/07/mahabier-als-mensen-je-vragen-help-je-175518w/

FOTO: Chander Mahabier. Foto: Guido Benschop

| snc.com | Door: Ron Kosterman