• zondag 19 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

‘CENTRALE BANK VORDERING OP DE STAAT NIET DOOR ZEKERHEIDSSTELLING GEDEKT’

| dagblad de west | Door: Redactie

Accountant BDO kon jaarverslag 2016 niet beoordelen

Het accountantskantoor BDO, kreeg destijds de opdracht, de in het jaarverslag op pagina 68 tot en met 125 opgenomen jaarrekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2016 van de Centrale Bank van Suriname te controleren. De accountant R. Ferrier stelt in zijn verklaring aan het eind van het jaarverslag, dat BDO geen oordeel over de getrouwheid van de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening over 2016 van de Bank kan geven. “Wij zijn niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om daarop ons oordeel over de in dit jaarverslag opgenomen

jaarrekening als geheel te baseren.

De accountant ligt zijn oordeelonthouding toe, door aan te geven, dat de vordering op de Staat Suriname, niet door enige harde zekerheidsstelling gedekt is. De geconsolideerde Staatsschuld-III die per september 2015 is afgesloten door de Centrale Bank met de Staat voor een bedrag van SRD 2.498.327.404, waarvan per ultimo 2016 SRD 2.427.753.184 open staat, betreft het saldo van de geconsolideerde Staatsschuld-II die was afgesloten in 2002; en het saldo van het werkvoorschot ex- artikel 21 van de Bankwet.

Ook betreft het saldo van de overtrekkingen van de Staat op zijn rekening- courantrekeningen (debet-standen) en diverse overige schulden

van de Staat aan onder andere Staatsinstellingen en derden. Verder zegt de accountant, dat deze leningsvorm, waarvan de toelaatbaarheid niet in de Bankwet van 1956 en zoals aangepast in 2005 is opgenomen, en heeft daardoor in eerste aanleg geen wettelijke grondslag, alsook ontbreken er in tweede instantie acties om dit separaat via een andere rechtsgang, zoals De Nationale Assemblee, te laten goedkeuren.

“De Staat heeft tot zekerheid van de door de Bank op zijn verkregen vordering, de ‘Geconsolideerde Staatsschuld –III”, zijn recht op de jaarlijkse winst van de Bank als dekking gegeven. De facto is per 31 december 2016 vanwege het verlies over de boekjaren 2015 en 2016 geen sprake van een valide aanspreekbare dekking door middel van deze zekerheidsstelling.  Evenmin is er sprake van een valide aanspreekbare dekking van deze vordering op de Staat met betrekking tot de boekjaren 2017 tot en met 2021 vanwege de indicatieve verliezen voor totaal SRD 4.818.680.311.”, aldus Ferrier. Volgens de accountant is per ultimo januari 2022 er sprake van een achterstand in betalingen van aflossingen en een achterstand in rentebetalingen over de ‘Geconsolideerde Staatsschuld –III’ over de periode januari 2018 tot en met ultimo januari 2022 van totaal SRD 197.607.817.

| dagblad de west | Door: Redactie