BUITEN SPEL ZETTEN VAN SASUR NADELIG VOOR MUZIEK-CULTURELE ONTWIKKELING
| united news | Door: Redactie
Fotocompilatie: Advocaat Edward Naarendorp. | Auteur: Wilfred Leeuwin.
De Stichting Auteursrechten Suriname (Sasur) kan niet langer functioneren als een onafhankelijke autoriteit die opkomt voor en bemiddelt tussen makers en gebruikers van muziekwerken in Suriname.
Dit is het gevolg van een wetswijziging in 2015, die een aanpassing bracht in de auteursrechtenwet van 1913. Volgens Prem Ramlal, directeur van Sasur, en advocaat Edward Naarendorp heeft deze wijziging een ernstige belemmering veroorzaakt in de muziek-culturele ontwikkeling van Suriname. Hierdoor is ook de bescherming van het intellectuele eigendomsrecht van componisten en andere auteurs aanzienlijk aangetast.
Voordat de wetswijziging plaatsvond, had Sasur na een langdurig voorbereidingstraject toestemming gekregen
Volgens Naarendorp was het reguleren van de muziekindustrie niet in goede aarde gevallen bij gebruikers van muziekwerken, omdat het gratis gebruik van andermans werk inmiddels een gewoonte was
Hij stelt dat de gratis gebruikers, zoals mediabedrijven en individuen, erin zijn geslaagd de toenmalige beleidsmakers te overtuigen om de wet te wijzigen, met als enig doel Sasur buitenspel te zetten. “Die operatie is geslaagd, waardoor zij weer gratis andermans werk konden gebruiken, terwijl daarvoor in de meeste andere landen betaald moet worden,” voegt Naarendorp toe. Hij en Ramlal beschouwen de wetswijziging als strijdig met internationale verdragen en gebruikelijke normen.
Wijziging en Gevolgen
Ondanks dat Sasur volgens Naarendorp en Ramlal aan alle vereisten voldeed, besloot de wetgevende macht in samenwerking met de toenmalige regering dat componisten die bescherming wilden genieten voor hun muziekwerken, zich eerst moesten registreren bij het Bureau Intellectuele Eigendommen van het ministerie van Handel, Industrie en Technologische Ontwikkeling. “Dit is in strijd met de internationale wetgeving, want auteursrechten ontstaan niet pas bij registratie bij de overheid,” stelt Ramlal. “De overheid heeft hierin geen rol. Het recht op auteurschap ontleen je niet door je te registreren bij de overheid.”
Met de wetswijziging wordt bovendien niet langer het tarief voor het gebruik van muziekwerken bepaald volgens internationale standaarden, maar door het Bureau Intellectuele Eigendommen. Dit beperkt de rechten van de makers van muziekwerken, die zij via Sasur wel genoten, onder meer door wederkerige overeenkomsten met buitenlandse zusterorganisaties. Hierdoor vertegenwoordigde Sasur niet alleen Surinaamse muziekwerken, maar ook internationale muziekstukken. Volgens Naarendorp hebben de personen achter de wetswijziging totaal geen idee van de schadelijke impact op de auteurs en de verdere ontwikkeling van de muziekindustrie in Suriname. “Als er bezwaren zijn tegen Sasur, moet je de organisatie verbeteren en niet ‘doden’,” zegt hij. Sinds de wijziging is het ook voor het Bureau Intellectuele Eigendommen lastig om zijn werk uit te voeren, omdat er volgens Naarendorp en Ramlal aanvullende wetgeving nodig is en staatsbesluiten moeten worden genomen.
Gevolgen voor Makers
Een concreet voorbeeld van de problemen waarmee makers worden geconfronteerd, is te vinden in het verhaal van Vidjai Malaha (Tulsi), een baithak gana-componist en zanger. Hij is een van de bij Sasur geregistreerde auteurs die momenteel verwikkeld is in een juridisch proces, nadat hij ontdekte dat zijn werk was overgenomen en werd geclaimd als intellectueel eigendom door een Surinaamse muziekformatie. Vanwege de gebrekkige wetgeving kon het Bureau Intellectuele Eigendommen niets voor hem doen. Ondanks een aangifte bij de politie kon ook daar geen actie worden ondernomen. Op advies van Sasur heeft hij een brief geschreven aan het Openbaar Ministerie, dat hem recentelijk heeft bericht dat hij opnieuw aangifte moet doen bij het politiebureau. Dit heeft hij inmiddels gedaan. De politie heeft hem meegedeeld te onderzoeken in hoeverre er sprake is van een strafrechtelijke of civielrechtelijke overtreding.
Ramlal benadrukt dat dit slechts één van de vele gevallen is waarmee componisten en andere makers van muziekwerken worden geconfronteerd.
Verzoekschrift bij het Constitutioneel Hof
Naarendorp heeft in het eerste kwartaal van dit jaar een verzoekschrift ingediend bij het Constitutioneel Hof om de wetswijziging te toetsen aan internationale wetten en regels. “Er is niet gevraagd om de wet onverbindend te verklaren, maar om een toetsing van de wijziging,” verduidelijkt hij. Door de organisatorische problemen waarmee het Hof te kampen heeft, duurt de toetsing echter langer dan de wettelijk vastgestelde drie maanden, wat ook aan Naarendorp is meegedeeld.
UNITEDNEWS
| united news | Door: Redactie
