BUDGETRECHT DNA ONDERMIJND DOOR AMBTELIJKE ROMPSLOMP EN BEPERKTE STAATSINKOMSTEN
| united news | Door: Redactie
Auteur: Wilfred Leeuwin.
Het budgetrecht van De Nationale Assemblee (DNA) wordt ernstig bedreigd door verkeerde, soms ad hoc prioriteiten, maar meer nog door beperkte inkomsten van de staat.
Terwijl de volksvertegenwoordiging bij wet de prioriteiten moet vaststellen en de begrotingen moet goedkeuren, geeft de minister van Financiën en Planning inhoud aan het budgetrecht. En hij bemoeit zich met de uitvoering van beleidsprogramma’s door, nadat de begroting is goedgekeurd door DNA, daarin naar eigen goedvinden veranderingen aan te brengen.
“We hebben als parlement, bij wet, een vertegenwoordigende en controlerende functie namens de burgers van het land. Op basis van de behoefte van de samenleving
Het komt zelfs voor dat de minister van Financiën en Planning snijdt in het
Willekeur en corruptie Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning, zegt in reactie hierop dat dit niet zo eenvoudig gesteld kan worden. “Het ministerie heeft de belangrijke taak ervoor te zorgen dat de beschikbare middelen op de juiste manier worden besteed. In belangrijke mate is dat gebaseerd op de hoeveelheid informatie over beleidsprioriteiten die de ministeries zelf opgeven, maar ook in welke mate zij in staat zijn aan de beleidsprogramma’s inhoud te geven”, zegt de bewindsman.
In het parlement zei Raghoebarsing dat zijn collegaministers voor enorme uitdagingen staan om hun eigen beleidsprogramma uit te voeren. Anderzijds zijn ze geen financieel deskundigen. Hij riep hen daarom op alle informatie die nodig is om hun beleidsprioriteiten te kunnen financieren in details door te geven aan zijn ministerie. Ameerali vindt echter, net als Asabina, dat hoe dan ook de functie van een minister van Financiën gemaakt wordt tot een machtsfactor boven het budgetrecht van het parlement.
Dit zou dan misschien een praktische noodzaak zijn, maar is in strijd met de wet, laat ruimte voor willekeur en kan corruptie in de hand werken.
“Het zou het parlement moeten zijn, die wettelijk het budgetrecht uitoefent en niet de minister van Financiën die eigendunkelijk bepaalt welke beleidsprioriteiten belangrijker zijn en wanneer in welke goedgekeurde begroting gesneden moet worden”.
Proces Op de afdeling begrotingsopmaak van het ministerie van Financiën en Planning wordt uitleg gegeven hoe de begroting tot stand komt en wat de uitdagingen zijn. Verwacht wordt dat de begroting, die na goedgekeurd te zijn door DNA tot wet verheven wordt, ook wordt uitgevoerd. Echter is dat een moment opname en de praktische uitvoering vrijwel anders. Aangegeven wordt dat in de begroting geprojecteerde bedragen worden opgenomen, die zijn voortgekomen uit de beleidsplannen van de ministeries en andere overheidsinstanties.
De uitdaging is dat de geprojecteerde gelden niet voldoende aanwezig zijn en ook niet zoals verwacht naar de staatskas vloeien. De meeste inkomsten van de staat komen meestal in het laatste kwartaal van het jaar. Gaandeweg de uitvoering van het beleidsprogramma, is het ‘wikken en wegen’ welke projecten wel en welke niet worden gefinancierd en voor welk bedrag. Ministeries en andere instanties krijgen vooraf, op basis van verwachte inkomsten, een budgetkader waarin staat hoeveel geld er voor hen ter beschikking is. Daarmee moeten zij aan de slag en uiterlijk in juli moeten de begrotingen worden opgestuurd naar Financiën en Planning.
Tegen die periode is niet alleen veel veranderd in het beleid en zijn de inkomsten bij dit ministerie niet optimaal, maar zijn ook de opgestuurde begrotingen vele malen meer dan het opgestuurde budgetkader. In vrijwel alle gevallen blijkt dat departementen en instanties hun opgestuurde budget niet goed of onvoldoende hebben voorbereid. Het ligt dan aan de afdeling om een goed voorbereide complete staatsbegroting op te sturen naar het parlement.
Toegegeven wordt dat de communicatie tussen Financiën en andere ministeries en instanties, hierover niet optimaal is en beter kan. Wanneer deze begroting uiteindelijk in oktober bij het parlement is terecht gekomen, hebben de individuele begrotingen een lange weg afgelegd en tal van veranderingen ondergaan en tegen de tijd dat de begroting in het parlement in behandeling wordt genomen is ze al op verschillende plekken bijgesteld. Dan nog kan het gebeuren dat door omstandigheden zoals geen voldoende middelen, maar vooral geen goede of voldoende uitvoeringscapaciteit, weer in de begroting moet worden gesneden.
Machtspositie Ameerali en Asabina struikelen ook over het feit dat het vaker voorkomt dat de president die voor zijn kabinet ook een begroting opstuurt naar Financiën en Planning toezeggingen kan doen aan instanties of groepen terwijl het benodigde geld niet is opgenomen op de begroting. Dit is recent nog gebeurd tijdens een bezoek van president Chan Santokhi aan Nickerie waar hij miljoenen Surinaamse dollars heeft toegezegd aan boeren.
Volgens de afdeling begrotingsopmaak zou de president, na te zijn geïnformeerd door de minister van Financiën en Planning, dit soort toezeggingen wel mogen doen. Maar de begrotingsprocedures zullen strikt nageleefd moeten worden. De uitdaging ligt dan bij het ministerie van Financiën en Planning om na te gaan waar in de goedgekeurde middelen op de staatsbegroting kan worden gesneden.
Zowel Ameerali als Asabina vindt dit ongehoord. “Op die manier moet je Abop gelijk geven wanneer ze klaagt dat voor ministeries die door deze partij worden geleid geen geld wordt vrijgemaakt. Dit is willekeur want dan hangt het af van de machtspositie van de president en de minister van Financiën en Planning om naar eigen goedvinden te snijden in het budget van ministeries en prioriteiten te bepalen”, stellen Ameerali en Asabina.
Volgens de afdeling begrotingsopmaak zal deze situatie alleen veranderen wanneer het proces en de procedures van overheidsfinanciën goed vastgelegd en toegankelijk gemaakt worden voor mensen die er mee moeten werken. Daarnaast zullen de mensen getraind moeten worden. Dit geldt voor ambtenaren, instanties maar ook voor ministers.
“Heel veel wordt niet vastgelegd en wanneer het gebeurd is het niet toegankelijk voor de mensen of niet te vinden”, zegt het hoofd van de afdeling. In het proces hoort een gedegen controle wat met het geld is gedaan. Maar die verantwoording komt niet, er zijn er geen sancties en departementen en instanties komen normaal weer in aanmerking voor goedgekeurd geld.
De afdeling Interne controle van de ministeries beschikt niet over goed opgeleid kader. De ooit bestaande interne opleiding wordt al lang niet meer verzorgd. Een mogelijkheid om het probleem enigszins te verhelpen zou kunnen zijn dat een deel van het begrotingsproces wordt uitbesteed.
Asabina zegt dat het parlement in overleg met de regering bezig is meer inhoud te geven aan het budgetrecht. “We hebben de commissie staatsfinanciën in een vast orgaan opgenomen in het Ordereglement en er is continu overleg om de comptabiliteitswet aan te passen.”
Er wordt met de Nederlandse Rekenkamer gesproken over praktische assistentie. Ook ten aanzien van hoe begrotingen te verantwoorden en de enorme achterstand in te lopen (de zogeheten sloten) wordt werk verzet. De parlementariër vindt dat decentraliseren van het overheidsbudget kan helpen om de beschikbare middelen beter te spreiden en achterstanden in zowel de uitvoeringscapaciteit als de controle tot het verleden te laten behoren.-.
UNITEDNEWS
| united news | Door: Redactie