• donderdag 03 October 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

BESCHOUWING OP HET ISRAËLISCH PALESTIJNS CONFLICT DL 1

| united news | Door: Redactie

Foto: Een afbeelding van Abraham, de stamvader van de Joden en de Arabieren. | Auteur: Wilfred Leeuwin.

Twee volken, een stamvader, het Abrahamitisch verbond en het eerste geboorte recht

Nog nooit tevoren heeft de oorlog in het Midden-Oosten, tussen Israël en de Palestijnse verzetsorganisatie Hamas, zoveel internationale aandacht getrokken en tongen in beweging gebracht. Het is dan ook de eerste keer sinds de Joods Arabische oorlog in 1948 dat het, conflict, in verhevigde mate is losgebarsten, op 7 oktober 2023, met een aanval van Hamas op Israël. Het aantal dodelijke slachtoffers, loopt snel op, maar het is vooral het menselijk leed,

de schending van humanitaire – en mensenrechten die kenmerkend zijn, bij vooral burgerslachtoffers, aan beide zijde die aan het geweld worden blootgesteld.

Historie en Metahistorie In dit historisch conflict voeren, geweld, onderdrukking en daaruit het menselijk leed, de boventoon. Echter zijn deze, slechts de verschrikkelijke uitvloeisels van de kern van het werkelijke probleem. Om het kernvraagstuk waaruit dit conflict is ontstaan, goed te kunnen en willen begrijpen zal een feitelijke en onafhankelijke positie ingenomen moeten worden over de meer historische, maar ook religieuze aspecten waar dit conflict niet van is ontbloot.

Het gaat immers om twee grote religieuze (Joodse en (sinds

de zevende eeuw) Islamitische) entiteiten, met een gemeenschappelijke stamvader. Het gaat ook niet om twee verschillende mensenrassen, waardoor onterecht het idee zou kunnen ontstaan dat hier sprake is van een etnische strijd of etnische zuivering van het ene op het andere ras.  Het conflict begint, hoewel dat een belangrijk historisch meetmoment is, ook niet bij het oprichten van de staat Israël in 1948, maar, zelf duizenden (3000 jaar voor Christus) jaren terug, met het ontstaan van deze beide volkeren.

Naast de feitelijke historie bestaat er in de wetenschap ook het begrip metahistorie, wat zoveel betekent als een beschouwing van de geschiedenis achter de geschiedenis. In dit specifiek geval gaat het om de historische subjectieve feiten en belevenis van Joden en Arabieren, waarbij de onzichtbare geestelijke, ofwel bovennatuurlijke wereld, invloed heeft (gehad) op de loop van de geschiedenis.

Dat het conflict tussen Joden en Arabieren, complex is en voor velen onbegrijpelijk, komt vooral door het niet kennen, ontkennen en ontwijken van deze metahistorie, omdat met name historici, sommige wetenschappers, journalisten en ook atheïsten, ‘gedwongen’ rekening moeten houden met gebeurtenissen die zij niet kunnen bevatten. Het is voor hen aannemelijker af te gaan op wat tastbaar en met het oog waarneembaar is, in plaats van rekening te moeten houden met en erkenning te geven aan een bovennatuurlijke of Goddelijke entiteit.

In de metahistorie ligt echter wel de oorsprong van het onderhavig probleem, zoals het in wezen door beide volkeren wordt beleefd. Overigens is het niet alleen een religieuze belevenis van en door deze twee religieuze entiteiten, maar is die gebaseerd op wat is vastgelegd in de heilige boeken van zowel Christenen en Joden (de Bijbel) voor de Jood het oude testament en de Koran, het heilige boek van de Islam.

In wat hierna volgt zal blijken dat het conflict alles te maken heeft met het eerstgeboorte recht dat door zowel Joden als Arabieren wordt geclaimd en met de souvereiniteit van het gebied dat eerst Kanaän heette, daarna in zijn geheel Palestina en daarna vanaf de oprichting van de Joodse staat in 1948 voor een deel, door de Joden Israël genoemd.

Abrahamitisch verbond Overleveringen uit het Joodse en de Arabische beschaving, later het Islamitisch geloof leren en zoals beide volkeren zelf, afzonderlijk claimen, dat, Joden en Arabieren voort zijn gekomen uit een stamvader genaamd Abram (later Abraham voor Joden en Christenen) ofwel Ibrahim genoemd door de Arabieren. Ook Christenen hebben Abraham als stamvader, maar dan door het geloof, zoals staat vermeld in het nieuwe testament van de Bijbel. In zowel de Joodse leer, het Christelijk als ook het Islamitisch onderwijs, wordt onderwezen dat Abram/ Ibrahim een Inheemse nomaad is geweest afkomstig uit de plaatst Ur, die geografisch ligt in het huidige Irak.

Abram werd volgens de leer of overleveringen van deze religiën, door God geroepen uit Ur, waar hij afstand moest doen van het polytheïsme (meer goden dienst) van zijn voorvaderen. In die periode stond het occulte met name symbool voor de mensheid, in met name de gebieden die nu bekend staan als het Midden-Oosten of ook de oorsprong van de Christelijke, Joodse en Arabische beschaving. God leidde Abram zelf naar de plek die toen Kanaän genoemd werd en deed hem daar de volgende belofte, waar Christenen, Joden en Arabieren in de kern naar terug verwijzen en waar hun geloof mede op is gegrondvest.

“Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken”, sprak God tot Abraham “en Ik zal u tot volken stellen en koningen zullen uit u voortkomen. En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. En Ik zal u, en uw zaad na u, het land van uw vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaän, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn” (Gen. 17:6, 7)

Twee zonen In Kanaän verwekt Abraham twee zonen. (Later verwekte Abraham meerdere kinderen). Eerst Ismael, geboren uit een Egyptische vrouw Hagar genaamd. Zij was, volgens Islamitische overleveringen, de dochter van een Farao die haar als bezit (huisslaaf of bediende) had gegeven aan Abraham. Dit gebeurde tussentijds, toen Abraham met zijn vrouw, Sara, tijdelijk naar Egypte was verhuisd, nadat er een hongersnood was uitgebroken in Kanaän.

Daarna kwam, 14 jaar later de tweede zoon, Izak ( Izaäk) geboren uit Sara die in feite onvruchtbaar en op hoge leeftijd was. Geen van beide zonen wordt in de Bijbel noch in de Koran ontkent. Het grote probleem (huidige conflict) is echter wel het antwoord op de vraag, op welke van deze twee zonen de Abrahamitische belofte van toepassing is. Volgens de Arabieren is dat Ismael omdat hij de eerstgeborene is van Abraham en 14 jaar lang zijn enige zoon is geweest. Volgens Joden en Christenen is dat Izaäk. Hij zou het beloofde kind uit het verbond zijn, uit een gelovig en rechtmatig huwelijk tussen Abraham en Sara.

Christenen en Joden houden vast aan wat in het Bijbelboek Genesis staat vermeld: Voorwaar, Sara, uw vrouw, zal een zoon baren, en gij zult zijn naam noemen Izak; en Ik zal Mijn verbond met hem oprichten, tot een eeuwig verbond voor zijn zaad na hem. En aangaande Ismaël heb ik u verhoord: zie, Ik heb hem gezegend, en zal hem vruchtbaar maken, en hem gans zeer vermenigvuldigen; twaalf vorsten zal hij gewinnen, en Ik zal hem tot een groot volk stellen. Maar Mijn verbond zal Ik met Izak oprichten, die u Sara op deze gezette tijd in het andere jaar baren zal” (Gen. 17:19). Volgens de Joden is in dit Bijbelgedeelte, uit hoogmoed en misleiding de naam Izaak vermeld en niet dat van Ismael.

Zowel Christenen en Joden enerzijds en Arabieren anderzijds verwijzen in hun heilige geschriften naar het merkwaardig voorval, waarbij hun stamvader Abram/ Ibrahim, door God om zijn geloof op de proef werd gesteld en gevraagd werd zijn zoon te offeren. Ook hier is de vraag om welke zoon het gaat van belang in het huidige conflict tussen Joden en Arabieren. In de bijbel wordt deze zoon bij naam genoemd namelijk Izaak het kind van de belofte in het verbond dat met Abraham is gesloten.

In de Koran (Soera 37,100 107) staat dit verhaal ook opgetekend maar wordt er geen naam genoemd om welke zoon het gaat.  Echter wordt in de Islamitische traditie er wel van uit gegaan dat het om Ismael de latere stamvader van de Arabieren gaat.  Uit deze traditie komt ook het jaarlijkse offerfeest van de Islam.

Uit zowel de Koran als in de Bijbel blijkt dat de haat tussen Joden en Arabieren en de twist om het eerstgeboorterecht al begint, wanneer Sara bij Abraham er op aandringt dat hij Hagar wegstuurt terug naar Egypte, waardoor Ismael niet in aanmerking kan komen voor de erfenis.

Twee volken

In beide heilige geschriften, Koran en met name in de Bijbel wordt veel verteld over het nageslacht van Abraham, waaruit Ismael en Izaäk zijn voortgekomen. Ismael en Izaäk zijn afzonderlijk van elkaar grootgebracht, maar hebben wel samen hun vader, Abraham begraven. Beiden krijgen vele nakomelingen en worden de stamvaders van Joden en Arabieren.

Hoewel in de oudheid hun nakomelingen veel met elkaar hebben getwist kennen deze volkeren ook tijden waar zij vredig met elkaar hebben geleefd tot zelf samenwerkingsverbanden zijn aangegaan. De oudste zoon van Izaäk, Ezou, trouwde ook nog met een dochter van Ismael. Met Abraham begon het Monotheïsme, dat werd overgebracht op beide zijn zonen. Evenwel was dat bij de nakomelingen van Ismael iets anders. Zij dienden nog altijd afgoden, maar waar een God beschouwd werd als oppergod. Het latere Islamitisch geloof waar echt het Monotheïsme werd beleden kwam veel later, met de openbaringen van de profeet Mohammed, als grondlegger van het islamitisch geloof.

Tot die tijd werden volgens de Islamitisch leer de Arabieren onwetend genoemd. Pas na het overlijden van de profeet in 632 werd in het jaar 644 tot het jaar 656 een begin gemaakt met het schrijven van het heilig boek (Koran) van de Islam. Hoewel de juiste datering voor het ontstaan van de Hebreeuwse bijbel /Joodse wetten (oude Testament), door verschillende wetenschappers verschilt, kan aangenomen worden dat, dat tussen de negende en 15de eeuw voor Christus heeft plaatsgevonden, na de uittocht van het Joodse volk uit Egypte.

Deze uittocht wordt door het Islamisme, niet te verwarren met het islamitisch geloof, ontkent als ook de Jodenvervolging tijdens de tweede wereldoorlog. (Het verhaal van de uittocht in de Bijbel sluit niet aan op historische feiten en komt nergens voor in Egyptische geschriften). Het Arabisch volk heeft zich, middels oorlogen, handel, slavernij en veldtochten ontwikkeld tot een groot volk over vrijwel alle werelddelen. Het Joodse Volk dat vrijwel constant in Kanaän heeft vertoeft, werd na een oorlog met het oude Egypte in slavernij weggevoerd naar dat land.

Bijkans 400 jaar later keerde het terug nadat het volgens de Bijbelse overleveringen door de Leviet Mozes terug werd gebracht. Na een rijk maar vaak onrustig bestaan in Kanaän, voor een periode van bijkans 3000 jaar, kwamen de Joden in opstand tegen de toen Romeinse overheersers en werd een groot deel van hen in 66 V CH, uit het gebied verbannen. Dit wordt ook de Joodse diaspora genoemd. Delen van het volk vluchten naar onder andere Europese, Aziatische, het Noord Amerikaans continent en Afrika.

UNITEDNEWS

| united news | Door: Redactie