
Waarom Suriname internationale rechtspraak serieuzer moet nemen
| starnieuws | Door: Redactie
In Suriname is er nog te weinig besef van hoe belangrijk uitspraken van internationale (gerechtelijke) organisaties zijn. Die uitspraken maken namelijk deel uit van het internationaal recht en zijn niet alleen bedoeld
Neem bijvoorbeeld het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Dat Hof is formeel alleen bindend voor Europese landen, maar de uitspraken ervan hebben wereldwijd invloed. Internationale organisaties en ook rechters in andere delen van de wereld gebruiken die uitspraken als richtsnoer bij het uitleggen van mensenrechten. Zo groeit
Dichter bij huis zien we waarom dit ook voor Suriname van belang is: de recente kwestie tussen politiewoordvoerder Milton Kensmil die zich onlangs als kandidaat bij de VHP aansloot en influencer Marcel Oostburg. Deze kwestie toont aan dat Suriname onvoldoende wettelijke bescherming biedt voor het privéleven van burgers. Gegevens over de persoonlijke levenssfeer van Kensmil werden publiekelijk besproken, zonder duidelijke juridische grenzen.
In een klein land als het onze, waar iedereen elkaar kent, kan dat grote schade veroorzaken. Suriname is partij bij internationale mensenrechtenverdragen, zoals het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR), waarin staat dat iedereen recht heeft op bescherming van zijn privéleven. Maar als de nationale wetgeving dat recht niet waarborgt, blijft het een dode letter. Het is dan ook tijd dat onze wetgeving op dit punt wordt gemoderniseerd.
Sommige politieke partijen gaan nóg verder. Er zijn voorstellen gedaan om personen die ooit in aanraking zijn geweest met justitie levenslang het recht te ontnemen om gekozen te worden. Natuurlijk moeten we streng zijn tegen corruptie, maar dit soort voorstellen gaan te ver en zijn in strijd met internationale mensenrechten.
Artikel 25 van het IVBPR garandeert iedereen het recht om zich verkiesbaar te stellen, tenzij daar zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen voor zijn. Levenslange uitsluiting is buitensporig en leidt tot discriminatie. Mensenrechten gelden óók voor mensen die fouten hebben gemaakt. Ze mogen niet zomaar buitengesloten worden van het democratisch proces.
Wat we in Suriname nu vaak zien, is dat de strijd tegen corruptie leidt tot een soort publieke heksenjacht. Mensen worden publiekelijk verdacht gemaakt, hun privéleven wordt openlijk besproken, en dat allemaal zonder dat er een vonnis ligt of zonder dat hun rechten gerespecteerd worden. Dat tast niet alleen het individu aan, maar ook het gevoel van veiligheid in de samenleving.
Corruptiebestrijding is belangrijk, daar is iedereen het over eens. Maar dat moet wel gebeuren binnen de kaders van de rechtsstaat. Transparantie en integriteit moeten hand in hand gaan met bescherming van mensenrechten. Anders slaat de balans door en keren we terug naar tijden waarin rechtszekerheid niet bestond.
Suriname heeft zich verbonden aan internationale verdragen en normen. Die verplichten ons om mensenrechten te beschermen, de rechtsstaat te versterken en een eerlijke, transparante overheid te garanderen. Daar hoort ook bij dat we de rechtspraak van internationale hoven serieus nemen, niet als een Europese of westerse zaak, maar als gedeeld erfgoed van de wereldgemeenschap.
Als we vooruit willen als land, moeten we bouwen aan vertrouwen, aan eerlijke wetgeving en aan bescherming van de burger tegen onrecht, ook als dat onrecht uit de politieke hoek komt. Het recht op privacy, politieke participatie en menselijke waardigheid zijn geen luxe, maar de basis van een gezonde democratie.
juridisch bestuurskundige/wetgevingsjurist
| starnieuws | Door: Redactie