SCHULDEN BLIJVEN SURINAME PARTEN SPELEN
| united news | Door: Redactie
ANALYSE: ARMAND SNIJDERS
Suriname kampt nog altijd met de schuldenlast van zo’n 4 miljard dollar die de regering-Bouterse heeft achtergelaten. De huidige regering is er (nog) niet in geslaagd om een regeling te treffen met alle buitenlandse crediteuren om die schulden te saneren. De noodzakelijke vermindering van de overheidsuitgaven blijft grotendeels uit en de inkomsten zijn nauwelijks zijn vergroot. Daardoor blijven die schulden het land parten spelen en holt de regering constant achter de feiten aan.
Ook de tweede evaluatie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verliep vorige maand naar wens. De delegatie uit Washington meent dat Suriname op schema blijft
Het geld mag echter niet gebruikt worden voor de aflossing van leningen maar moet worden aangewend voor zaken waar de meeste burgers nauwelijks iets van merken, zoals het versterken van de positie van de Centrale Bank van Suriname. Het kan dus niet worden aangewend om de zwaar lijdende bevolking een beetje te ondersteunen. Bovendien zitten aan de IMF-lening allerlei voorwaarden waaraan Suriname moet voldoen, zoals
Van een andere IMF-eis, het verminderen van de overheidsuitgaven en vergroten van de inkomsten, komt vooralsnog maar heel weinig terecht. Terwijl het volk de broekriem drastisch moet aanhalen, leeft de regering gewoon op de oude voet verder. Zo is het budget van het Kabinet van de President verveelvoudigd.
De afgelopen dagen zat president Chandrikapersad Santokhi met zijn echtgenote Mellisa en minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking in het Amerikaanse Los Angeles voor een marginale (Latijns-)Amerikaanse top. Ze zeggen dat ze daar met investeerders gaan praten. Maar investeerders zouden een kleine twee jaar geleden al hebben staan te popelen om hun geld in Suriname uit te geven. Dat bleek echter grootspraak, geen enkele zak geld kwam. Dus niemand heeft meer geloof dat het nu wel gaat lukken.
Dat Santokhi op reis gaat op het moment dat in Suriname de prijsstijgingen (van onder meer brandstof en elektriciteit) gewoon doorgaan, de problemen in het land zich opstapelen en de noodtoestand geldt voor het verzopen binnenland, zegt volgens menigeen veel over wat de echte prioriteiten zijn van deze regering. Naar buiten toe doen voorkomen dat alles goed gaat, maar in eigen land de boel laten versloffen.
Ondertussen breekt minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning zich het hoofd over wat hij moet met de enorme schulden waar hij al bijna twee jaar tegenaan hikt. Voor een deel lijkt de herschikking wel te lukken: de landen van de Paris Club (waaronder Verenigde Staten van Amerika, Frankrijk, Engeland en Nederland) hebben hun medewerking toegezegd, maar met India en vooral China wordt het een veel moeizamer verhaal.
En dat baart de bewindsman zorgen, het gaat immers om een schuld van zo’n half miljard dollar die nog aan de Chinezen zou moeten worden betaald. Er zijn aanwijzingen dat de Chinezen iets terug willen voor een schuldsanering, bijvoorbeeld het beheer over de luchthaven of opdrachten voor nieuwe infrastructurele projecten, die Suriname weer op kosten zullen jagen.
Ook met de houders van de Oppenheimer-obligaties 2023 en 2026 ter waarde van 675 miljoen dollar is er nog lang geen licht in de tunnel. Ruim een maand geleden zeiden zij wel in een verklaring dat ze klaar staan klaar ‘om te goeder trouw te blijven onderhandelen over de details van een voorstel om tot een voor beide partijen bevredigende overeenkomst te komen’. Maar dat was zo vaag dat je daar eigenlijk geen hoop uit kan putten dat er iets goeds uitkomt.
En zolang over al deze schulden geen overeenstemming is bereikt, kan er nauwelijks nog geld geleend worden (met uitzondering van het IMF en een paar kleine internationale organisaties, zoals de Caribbean Development Bank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank). Suriname staat internationaal immers op de zwarte lijst. En de leningen die wel worden afgesloten, moeten uiteraard op den duur ook nog worden terugbetaald. Samen met het geld dat van het IMF wordt geleend, is dat inmiddels een slordige miljard dollar.
Je zou denken dat, zolang er nog geen overeenstemming is met de schuldeisers en er al bijna twee jaar niets is afgelost, het ministerie van Financiën en Planning veel geld overhoudt om de getroffen bevolking enigszins te helpen. Maar dat is een misvatting, als we de woorden van Achaibersing tijdens de recente begrotingsbehandeling moeten geloven.
Dat geld is nodig om de lopende overheidsuitgaven, zoals de salarissen van de ruim vijftigduizend ambtenaren, iedere maand te betalen.
Suriname heeft dus niets en dat zal de komende tijd ook zo blijven. Zolang de door Santokhi en Ramdin beloofde buitenlandse investeerders hun grote zakken met geld niet naar hier willen brengen en de regering de noodzakelijke eigen bezuinigingen niet doorvoert, is het land veroordeeld tot de bedelstaf. En dat is vooral triest voor de bevolking, die al jaren lijdt onder politici die niet doen wat ze beloven.
UNITEDNEWS
| united news | Door: Redactie