• dinsdag 15 April 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Reactie OKB op opvatting Van Dijk-Silos over artikel 137 Kiesregeling

| starnieuws | Door: Redactie

Het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) heeft met belangstelling kennisgenomen van de recente uitlatingen van mevrouw Jennifer van Dijk-Silos, zoals gepubliceerd in Starnieuws op 13 april 2025. In haar bijdrage uit zij zich kritisch
over de juridische uitleg die het OKB heeft gegeven aan artikel 137 van de Kiesregeling in de context van het overlijden van de heer Edward Belfor, kandidaat op de lijst van de Nationale Democratische Partij (NDP).

Hoewel het OKB een open en inhoudelijk debat over de toepassing van de Kiesregeling verwelkomt, acht het Bureau het noodzakelijk om het standpunt van mevrouw Van Dijk-Silos op een aantal juridische kernpunten te weerleggen. Haar interpretatie van artikel 137 bevat namelijk meerdere onvolkomenheden die — indien zij leidend zouden worden — afbreuk zouden doen aan de rechtmatigheid, uniformiteit en voorspelbaarheid van het verkiezingsproces.

Mevrouw Van Dijk-Silos
stelt dat artikel 137, lid 3 slechts van toepassing is ná de stemming, aangezien daarin gesproken wordt over “niet-gekozen kandidaten”. Zij concludeert daaruit dat dit lid niet van toepassing is op het overlijden van een kandidaat vóór de verkiezingsdag. Deze zienswijze is echter gebaseerd op een te beperkte grammaticale interpretatie van de bepaling en houdt geen stand bij een systematische en contextuele lezing van de wet.

Artikel 137, lid 3 luidt: “Ter voorziening in de vacatures bedoeld in het vorige lid treden in de plaats, indien het De Nationale Assemblée betreft, de in de volgorde hoogst geplaatste niet-gekozen kandidaten van de lijst waarop de plaats is opengevallen.”

Lid 3 verwijst uitdrukkelijk naar de “vacatures bedoeld in het vorige lid” — en dat is lid 2. Lid 2 bepaalt onder meer dat kennisgeving aan de President en het OKB dient te geschieden: “wanneer een kandidaat vóór de stemming komt te overlijden (...).”

De koppeling tussen lid 2 en lid 3 is juridisch doorslaggevend. Indien een vacature ontstaat vóór de stemming, zoals in het geval van de heer Belfor, wordt deze vacature gereguleerd via de opvolgingsmechanismen van lid 3. De wetgever heeft daarmee duidelijk beoogd ook vóór de verkiezingen reeds ontstane vacatures op een ordelijke wijze in te vullen.

De term “niet-gekozen kandidaten” is in dit verband geen temporele aanduiding (zoals gesuggereerd), maar verwijst naar de kandidaten op de lijst die nog geen zetel hebben verworven — wat vóór de stemming vanzelfsprekend op alle kandidaten van toepassing is, met uitzondering van de plaatsvervangers.

In haar betoog stelt mevrouw Van Dijk-Silos dat de politieke partij in de gelegenheid gesteld zou moeten worden om, bij het overlijden van een kandidaat vóór de stemming, een nieuwe persoon voor te dragen — bijvoorbeeld vanuit een “schaduwlijst”. Deze interpretatie is echter niet gestoeld op enige bepaling in de Kiesregeling.

De Kiesregeling kent slechts twee wettelijk vastgestelde routes voor het opvullen van vacatures:
a) Door opschuiving binnen de lijst (artikel 137, lid 3);
b) Indien de lijst is uitgeput: door een kandidaat-plaatsvervanger.

Er bestaat geen wettelijke basis voor het toevoegen van een nieuwe kandidaat buiten de formeel ingediende en gecontroleerde kandidatenlijst. Een dergelijk handelen zou de rechtszekerheid, transparantie en controleerbaarheid van het verkiezingsproces ernstig ondermijnen en het risico op politieke willekeur vergroten. De procedurele zuiverheid van het verkiezingsproces vereist dan ook dat uitsluitend gehandeld wordt binnen de strikt in de wet geregelde kaders.

Mevrouw Van Dijk-Silos stelt terecht dat het OKB geen besluitvormende, maar een toezichthoudende en adviserende rol vervult. Dit laat echter onverlet dat het OKB, krachtens zijn wettelijke taakstelling, bij uitstek bevoegd is om de juiste uitleg van de Kiesregeling te geven ter waarborging van de rechtszekerheid en een uniforme rechtspraktijk.

Het standpunt van het OKB in deze aangelegenheid is dan ook niet gebaseerd op eigen beleidsmatige overwegingen, maar op een systematische, grammaticale én teleologische interpretatie van artikel 137. Daarbij staat het belang voorop van:
a) De consistentie van het verkiezingsproces;
b) De bescherming van het gelijkheidsbeginsel;
c) De zuiverheid van de kandidatenlijsten.

Op grond van de bovengenoemde wettelijke bepalingen en principes moet in de onderhavige situatie als volgt worden gehandeld:
a) Het overlijden van de heer Belfor wordt overeenkomstig artikel 137, lid 2 gemeld aan de bevoegde instanties;
b) Zijn naam wordt geschrapt van de kandidatenlijst vóór de stemming;
c) De kandidaat die op positie 51 staat, schuift automatisch door naar positie 50, conform artikel 137, lid 3;
d) Indien nodig wordt de opengevallen plaats op positie 51 ingevuld door een kandidaat-plaatsvervanger;
e) De partij kan geen alternatieve kandidaat voordragen buiten de formeel goedgekeurde kandidaten- en plaatsvervangerslijst.

Hoewel de bijdrage van mevrouw Van Dijk-Silos een waardevolle impuls vormt voor het democratisch-juridische discours, kan haar interpretatie van artikel 137 van de Kiesregeling juridisch geen stand houden. Haar lezing miskent de systematische opbouw van artikel 137 en introduceert onwettige mogelijkheden die in strijd zijn met het gesloten stelsel van kandidatenlijsten zoals vastgelegd in de Kiesregeling.

| starnieuws | Door: Redactie