• zaterdag 18 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Ons bos en onze ontwikkeling – Deel 4

| dagblad suriname | Door: Redactie

De rol van bos in economische ontwikkeling

Wij beschikken niet over veel landbouwgrond. De factor grond moet daarom zo productief mogelijk worden ingezet in het proces van sociaaleconomische ontwikkeling. Grond en bos zo laten, onberoerd laten, genereert geen inkomsten en heeft geen enkele inbreng in het proces van economische ontwikkeling. Nu is het zo dat bij ons op braakliggend grond vanzelf na een zekere tijd planten gaan groeien. Van struikgewas naar een heel bos. In alle landen die economische ontwikkeling hebben doorgemaakt is het bos gebruikt als bron van hout. Hout is van oudsher gebruikt als bron van energie. Duizenden jaren

lang zijn hout en turf de meest gebruikte brandstoffen. Het werd gebruikt voor het verwarmen van huizen, voor het stoken van kachels, fornuizen en ovens. Verder werd het vaak ook gebruikt als bouwmateriaal. Kortom, hout heeft heel wat toepassingen in de economie. Daarom heeft men in alle landen die economische ontwikkeling hebben doorgemaakt bossen omgehakt om te voorzien in hout.

De gehele industriële revolutie was niet mogelijk geweest zonder hout als brandstof. Stoomketels, ovens, locomotieven et cetera, alles maakte gebruik van hout als brandstof. Industrializatie zonder adequate energie is praktisch onmogelijk en zonder industrialisatie blijft de economie primitief  met een lage

verdiencapaciteit en dus ook een lage koopkracht.

In de 19e eeuw werden hout en turf deels vervangen door steenkool. En aan het eind van de 19e eeuw werd aardolie overwegend als energiebron gebruikt.

Op het noordelijk halfrond zijn de meeste bossen geen primaire bossen. In Noord-Amerika en West-Europa is 85% van het bos geen primair bos.

Moeten we ons bos onberoerd laten

Hoeveel inkomsten hebben wij gehad door het bos onberoerd te laten. Nul niks nada zero. De mensen in het noorden die hun bossen hebben omgehakt willen zo graag dat wij onze bossen intact laten.

We kunnen wel en daarvoor is deskundig management nodig, het bos gedeeltelijk gebruiken als carbon sink en het vermarkten op de carbon kredietmarkt.

Duurzaam bosbeheer zoals Costa Rica dat doet, het bos onberoerd laten en toch circa 1 miljard Amerikaanse dollars per jaar verdienen via ecotoerisme, dat zal bij ons moeilijk gaan vanwege het feit dat onze mensen mentaal en cultureel daarop niet voorbereid zijn. In Costa Rica zijn het ontwikkelde blanken die duurzaam bosbeheer in de praktijk brengen.

Ik heb deze materie in een nota  op 20 februari 2003, onder de aandacht van de Regering gebracht en een voorstel gedaan voor spoedige implementatie van voorzieningen opdat ook Suriname kan participeren op deze markt. Ik heb geen enkele reactie gehad van de regering. 20 jaar lang is er niets gebeurd op dit gebied.

Natuurtoerisme in Afrika is grotendeels in handen van blanken. Bali en Thailand verdienen meer aan toerisme dan geheel Afrika. In Suriname vinden de Afro Surinamers dat het binnenland hun gebied is dus de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en van het bos moet door hun geschieden. Echter zij zijn cultureel en mentaal daartoe niet uitgerust, in elk geval niet wat betreft duurzaam bosbeheer.

Het overdragen van het beheer van ons bos aan welke buitenlandse organisatie dan ook, hoe liefdadig zij zich ook mogen voordoen, kan in deze nooit een optie zijn. Als Surinaamse instellingen niet in staat zijn om hun taken op een adequate wijze te kunnen uitvoeren, dan dienen zij daarin ondersteund te worden en niet gepasseerd te worden. Ik zou het contract met Conservation International verbreken.

Het bos als bron van hout gebaseerd op de Celos houtkapmethode kan een belangrijke bron van inkomsten zijn zie daarvoor “Ons bos en onze ontwikkeling- Deel 3”. Voorwaarde is daarbij dat er geen export van rondhout plaatsvindt, dus de buitenlanders moeten uit onze bossen verdwijnen.

Denken over duurzame exploitatie van ons bos

De tot nu toe gevolgde strategie is geweest om het bos gewoon zo intact te laten en de roofbouwers alle gelegenheid te geven om zoveel mogelijk te vernietigen en tot nu toe is als gevolg van het “laat maar waaien” (laissez-faire) beleid circa 600.000 ha bos finaal vernietigd.

Voor de uitvoering van dit soort beleid heb je duidelijk geen verstand nodig. Alleen met kennis van de duurzame product markt technologie combinaties kun je voor Suriname een duurzame ontwikkelingsstrategie ontwikkelen.

Als de mijnbouwmanie is uitgeraasd dan zal blijken dat wij over weinig middelen van bestaan beschikken. Elke koe van zondag, behalve onze politici, weet dat mijnbouw een enclave sector is die weinig spin-off en een klein multiplier effect heeft op de economie. De grootste bijdrage van staatsolie is geweest dat wij opgezadeld zitten met een schuld van bijna 1 miljard Amerikaanse dollar bij Oppenheimer.

Een duurzame ontwikkelingsstrategie zal multisectoraal moeten zijn en het bos zal daarbij een heel belangrijke rol vervullen. In deel vijf ga ik in detail in op de duurzame ontwikkelingsstrategie met benutting van ons bos.

Richard B Kalloe

| dagblad suriname | Door: Redactie