LVV-minister Sewdien:
| dagblad suriname | Door: Redactie
In Nickerie ligt half miljard in OMO-beleggingen in plaats van in investeringen in agrarische productie
In het district Nickerie ligt een bedrag van ruim een half miljard SRD in OMO-beleggingen in plaats in investeringen in de agrarische productie. Beleggingen in OMO’s brengen voor investeerders minder kopzorgen met zich mee zoals die welke te maken hebben met onder andere weersomstandigheden, afzet en prijzen.
Deze opmerkelijke uitspraak deed Landbouwminister Parmanand Sewdien gisteren tegenover de media bij aanvang van de wekelijkse vergadering van de raad van ministers. De minister ging in algemeenheid in op de verschillende randvoorwaarden die zijn ministerie bezig is in plaats te
Voldoende land
Er is volgens hem genoeg land beschikbaar voor agrarische doeleinden. De landbouwminister geeft toe gehoopt te hebben dat investeerders in de rij zouden staan om in de agrarische sector te investeringen. Dat is echter niet het geval. Wat de exacte redenen daarvan zijn weet hij niet precies, “maar bijvoorbeeld in Nickerie zit ruim een half miljard SRD in OMO-beleggingen”. Men heeft daarmee geen enkele
Sewdien zegt dat zijn beleid bericht is om zoveel mogelijk ondersteuning te bieden aan mensen die in de agrarische productie wensen te investeren. Indien daarbij buitenlandse deskundigen moeten worden ingeroepen, wordt dat ook door LVV gedaan. Zo zegt hij dat LVV bezig is met experts van het Braziliaans bedrijf Embrapa om de teelt van mais in Suriname mogelijk te maken. Echter gaan de zaken helaas niet binnen een wip en een zucht. Zoals met de teelt van nieuwe gewassen gaat er een heel traject van studies en onderzoekingen aan vooraf.
Importvervanging eiwitproducten
De teelt van mais moet bezien worden tegen de achtergrond van de grondstoffenvoorziening voor de productie van veevoer. Met de eigen maisproductie in de naaste toekomst kan de productie van veevoer lokaal ter hand worden genomen, en daarmee kosten worden bespaard. De productie in de pluimveesector kan daardoor concurrerend worden. Dit alles moet volgens de LVV-minister bezien worden mede in het kader van de importvervanging van voedsel. Twee derde van de voedselbehoefte van Suriname wordt geïmporteerd. Jaarlijks gaat daarmee ruim USD 200 miljoen gemoeid. Het beleid van importvervanging is in deze fase vooral gericht op stimulering van de eiwitproductie, zoals vlees.
Voor wat betreft de agrarische productie in zijn algemeenheid zijn overschotten daarbij bedoeld voor export. Maar dan dienen daarvoor een aantal randvoorwaarden in plaats te zijn, zoals lab faciliteiten, afzetmarkten en exportfaciliteiten. Zo zou volgens de minister LVV al een tijd op zoek zijn naar financiële middelen op koelcellen voor de groente export op te zetten. Bij goed weer is er volop productie en is er zelfs sprake van overschotten. Het is belangrijk dat er koelcellen komen waardoor voorkomen wordt dat groenteproducten worden weggegooid. Voor wat betreft de rijstproductie zegt de minister dat deze bij de huidige inzaai op 35.000 hectare zal uitkomen. Nog voor het einde van de huidige regeerperiode zal de productie per seizoen op 40.000 hectare komen te liggen, verzekerd Sewdien.
| dagblad suriname | Door: Redactie