• zaterdag 29 March 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Laatste reactie op Nagessar

| starnieuws | Door: Redactie

Ook in zijn laatste reactie bezondigt Nagessar zich aan het opwerpen van een valse propositie.

Immers, rechtsbeginselen kunnen niet op zichzelf fundamentele rechten beperken, maar ze kunnen wel een rol spelen bij de
interpretatie en afweging van conflicterende rechten. Elke beperking moet aan wettelijke voorwaarden voldoen en wordt getoetst op proportionaliteit en rechtmatigheid zoals BUPO en AVRM dwingend voorschrijven. Waarom Nagessar dit weigert in te zien, is voor mij een raadsel.

Tav de jurisprudentie die Nagessar aanhaalt:
●Het neut realiteitsbeleid was wettelijk verankerd via ambtenarenrecht en de Radikalenerlass, maar de strikte toepassing ervan in Vogts zaak werd door het EHRM als onrechtmatig beoordeeld.
● In de case Ahmed vs UK ging het erom dat Britse wetgeving bepaalde overheidsambtenaren verbood om actief deel te nemen aan politieke activiteiten, zoals zich kandidaat stellen voor verkiezingen of openlijk campagne
voeren voor een politieke partij. Ahmed vond dat dit zijn vrijheid van meningsuiting en vereniging schond en bracht de zaak voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
In beide gevallen werd dus de nationale wetgeving getoetst aan de artt. 10 en 11 van het EVRM.

Overigens vraag ik mij af waarom Nagessar koste wat kost aansluiting zoekt bij Europese jurisprudentie terwijl Suriname geen partij is bij het EVRM en het inter-Amerikaans systeem waar Suriname onderdeel van is, zijn eigen jurisprudentie heeft.

In het Inter-Amerikaanse systeem wordt politieke neutraliteit van ambtenaren minder strikt geïnterpreteerd dan in sommige Europese landen. Ambtenaren hebben recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging, en de Staat mag deze rechten alleen beperken als dit bij wet voorzien is,  noodzakelijk en proportioneel is. Daar valt geen speld tussen te krijgen. Overheden mogen  geen willekeurige beperkingen opleggen aan ambtenaren vanwege hun politieke overtuigingen.
Zie Case of Baena Ricardo et al. vs. Panama (2001) en  Case of López Lone et al. vs. Honduras (2015).

Met deze laatste uiteenzetting beschouw ook ik deze discussie als afgesloten.

Drs. Raoûl U. Hellings B.Pol.



| starnieuws | Door: Redactie