Sinds het bekend werd dat het IMF een eerste storting van USD 55 miljoen aan Suriname heeft gedaan, gingen de koersen van vreemde valuta in Suriname omlaag. De verlaging van de koersen, vandaag reeds SRD 19.50 voor de USD, werd met veel genoegen en een hoerastemming ontvangen door ons volk. Men vindt dit een mooi, maar vooral welkom kerstcadeau. Financiële ingewijden denken er echter anders over.
Men vind het een positieve ontwikkeling, ware het niet zo dat de staat minder inkomsten gaat ontvangen. Dit zal leiden tot een vergroting van het begrotingstekort, waardoor belangrijke beleidsvoornemens in gedrang komen. Ook buitenlandse investeerders
zullen nu een pas op de plaats doen. Daarom zou het hanteren van de koersen zoals toegepast in onze begroting, het beste zijn voor alle partijen. Het is altijd door eenieder gezegd. Het dalen of stijgen van de koers, de wisselvalligheid en onvoorspelbaarheid ervan, vormt het probleem. Men ziet liever een continu gelijkmatige koers. De uitvoering van het beleid met name sociaal politiek, herstel van de lonen, verbetering van de dienstverlening en het productiebeleid zijn nu van wezenlijk belang. Het verstoren hiervan zal ons volk wederom in de gevarenzone brengen.
Voorts is de reden van de verlaging niet gelegen in een
of andere natuurlijke herbalansering van de koersen, maar meer nog in paniek en het winstbejag van speculanten, in combinatie met de passiviteit van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Met name de CBvS zou nu proactief en slagvaardig de koers moeten monitoren en binnen rationele marges moeten houden. Er moet niet vergeten worden dat de inflatie in 2020 van 115% en in 2021 van 15% een hoge tol van het volk heeft geëist. Het is van groot belang dat de extra inkomens die de staat ontvangt door strategisch en actief beleid van de CBvS, ingezet worden om de lonen te corrigeren en armoede te bestrijden. Indien met name deze zaken geen voortgang kunnen vinden, stevenen we af op een mens en maatschappij ontwrichtende situatie.
FRS