Hoe duur is de stroom?
| starnieuws | Door: Redactie
De stroomprijsverhoging heeft veel weerstand opgeroepen, vooral van vakbonden. Het debat over de stroomprijs is complex door een mix van ideologie, activisme, feit en fictie. Voor feiten heb ik gekeken naar het Ernst & Young 2022 rapport over EBS op de website van de Energie Autoriteit van Suriname (EAS). Zonder subsidie moeten de stroomtarieven stijgen om kostendekkend te zijn. Bovendien moet de EBS dringend volledig worden hervormd om de kostprijs te verlagen, omdat inefficiëntie als gevolg van overtollig personeel, slecht management, gebrek aan toezicht, ondoorzichtige geldstromen,
De overheid betaalt SRD 5,2 miljard per jaar (!) subsidie aan EBS, zei de president onlangs. Suriname heeft een van de laagste elektriciteitstarieven ter wereld, omdat de overheid ongeveer SRD 8.600 per persoon per jaar betaalt. Dit is niet langer houdbaar. Zeker als de overheidsbegroting kraakt en piept. Stopzetten van subsidie kan leiden tot meer investeringen in productie en sociale opvang. De consument betaalt dan een hogere stroomprijs.
Maar de consument wordt chagrijnig als hij ziet dat de teller bij het pompstation ineens veel hoger vliegt dan normaal. Hij ontploft als hij een flink verhoogde gasbomprijs onder ogen krijgt. Hij verliest alle grond onder zijn voeten als hij de rekening ziet met de verhoogde stroomprijs. Als de energieprijs omhoog gaat, gaan ook de supermarktprijzen omhoog door hogere transportkosten. Dit zijn de rimpeleffecten van een stijging van de energieprijzen, de brede economische gevolgen.
Zolang Suriname geen nieuwe geldbronnen vindt, zal de kwestie van de energieprijzen een ingewikkeld en polariserend onderwerp blijven. De olie- en gasbel voor de kust biedt de enige hoop op economische verbetering in de nabije toekomst. Als, ALS, de droom van de olie- en gaswinning uitkomt, dan zal er een gigantische macro-economische verandering plaatsvinden, dan zal iedereen energiek opveren. Dus, drill baby, drill! Noot: de groene revolutie is meer voor de rijke landen die groot zijn geworden dankzij de fossiele brandstoffen, maar niet voor landen die hun economieën nog moeten ontwikkelen. Suriname heeft meer dan 90% bos, dus genoeg groen, genoeg bomen om de CO2 op te nemen die de vetrijke landen uitstoten. Met het geld uit de oliesector zou een tweede waterkrachtcentrale of een kerncentrale Suriname energieonafhankelijk(er) kunnen maken.
Maar terug naar de stroomprijs. De prijs is belangrijk voor kiezers. Dat is het duivelse dilemma voor elke president. Iedereen is het erover eens dat de voortdurende subsidiëring van de EBS moet stoppen, maar een president wil zijn kiezers niet van zich laten vervreemden. Daarom durfden vorige presidenten de subsidie niet af te bouwen. Kiezers kunnen uit frustratie op een populistische partij stemmen, die opnieuw lukraak zal subsidiëren. Dan ben je weer terug bij af. De president moet daarom draagvlak vinden voor het stoppen van subsidies en voorkomen dat mensen en bedrijven ontwricht raken door een plotselinge verdubbeling of verdriedubbeling van energieprijzen. Balans vinden is een kunst. De overheid kan en moet gerichte subsidies verstrekken aan bedrijven die bijdragen aan de economie en aan belastingbetalers tot een bepaalde loongrens (en uiteraard ook aan mensen die wegens ziekte of gebrek niet kunnen werken).
Maar wat is de juiste stroomprijs? Dat is een beetje ongrijpbaar. De discussie hierover kost energie en polariseert. Uiteindelijk mag een juiste stroomprijs alleen gebaseerd zijn op een rationele en objectieve analyse van de kosten en baten, ondanks meningen en belangen die het debat bemoeilijken. Is dat zo moeilijk voor de energiedeskundigen om vast te stellen?
D. Balraadjsing| starnieuws | Door: Redactie