Hét verhaal van Songfestivalster Jeangu: ‘Hij droomde te groot voor Suriname’
| algemeen dagblad | Door: Eefje Oomen
TERUG NAAR ZIJN JEUGD | Een terugblik, een voorbeschouwing of een leuk weetje. Dagelijks tellen we op deze site af tot de finale van het Eurovisie Songfestival op 22 mei in Ahoy. Vandaag: Verslaggeefster Eefje Oomen keerde vorig jaar terug naar de Surinaamse jeugd van Jeangu Macrooy.
Die ene tropische avond, in hotel Torarica, 20 december 2017, valt Jason Eduard even stil. Ziet hij dat goed? Is dat Jeangu, daar, op dat podium? Jeangu Macrooy? Is dat mogelijk? Dat die onzichtbare jongen van het Surinaams conservatorium die een paar jaar eerder naar Nederland vertrok, het publiek zo zelfverzekerd en swingend bespeelt
Anderen in Paramaribo, die broeierige stad met zijn 250.000 bewoners, koloniale geschiedenis, te veel casino’s en dito zwervers langs de kades, zijn net zo verrast. Dat die stille willie uit Suriname zich inmiddels tot een soort ‘James Brown van de Lage Landen’ heeft ontpopt en, door zijn uitverkiezing voor het Eurovisie Songfestival, gast aan tafel bij De Wereld Draait Door werd. Oud-docente bewegingsleer
Ook Jeangu’s moeder Jeannette John (52), docent aan het FHR Institute for Higher Education in de Surinaamse hoofdstad, heeft hem sinds zijn studie in Nederland zien veranderen. Gespeeld sputterend: ,,Toen hij daar net woonde, belde hij me over álles. Zelfs of hij die oranje jas nu wel of niet moest kopen. Nu heeft hij me niet meer nodig.’’ Jeannette woont nog altijd in hetzelfde huis waar Jeangu, tweelingbroer Xillan en hun vijf jaar jongere zusje Eve opgroeiden, en speurt op verzoek op Jeangu’s oude kamer naar die ene jeugdfoto.
Jeugd
Kijk. Jeannette heeft ’m gevonden in een kast, in het sobere grijze vertrek met een matras op de vloer en één van Jeangu’s schilderijen aan de muur. Dé foto die de jeugd van de tweeling samenvat, in het blauwe huis in Tourtonne, een typisch Surinaamse wijk vol huizen op palen, gele zwerfhonden en dor gras. Jeangu en Xillan buigen zich op het vergeelde kiekje eensgezind over één A4 (foto hieronder). ,,Ze gebruikten altijd één vel, waarbij de een van links tekende en de ander van rechts. Op dezelfde manier schreven ze later songs. De één een regel en dan weer de ander.’’
Ze beschrijft de twee als ‘rustige, zachtaardige jongens’ die meer weg hebben van vader Jerrel dan van haar. Jerrel (54) beaamt dat later in het kantoor tussen de potten Wippy van de pindakaas-producent waarvan hij financieel manager is. ,,Wij drieën maken weinig lawaai. We zijn meer van het observeren.’’ Op oude foto’s zijn de twee broers nauwelijks uit elkaar te halen. Xillan, zeven minuten later geboren, is alleen iets korter dan Jeangu, die zijn aparte naam dankt aan een samenvoeging van Jeannette (Jean) en Guno, de tweede naam van zijn vader.
‘Creabea’s’ zijn het volgens de ouders, die rond de 10de verjaardag van de tweeling scheiden, altijd geweest. Jeannette: ,,Bij voetbal landden hun ballen méters naast het doel, maar bouwen, tekenen en knutselen konden ze wel. Er was zelfs een leraar die vond dat ze eerder van school moesten om kunstenaar te worden, maar ik zei: eerst een diploma. Ze konden goed leren. Jeangu zat vaak bij de top drie van zijn klas.’’ Na basisschool en ‘mulo’, de onderbouw van de middelbare school in Suriname, ronden ze het vwo af.
In hun jeugd klinkt overal en altijd muziek. Vader Jerrel is blind van de reggae van Bob Marley, Jimmy Cliff, Third World, moeder Jeannette van diva’s als Whitney Houston, Mariah Carey en Céline Dion. Zij geeft de twee als ze 13 zijn twee bruine Yamaha-gitaren. Later komen er meer gitaren, een keyboard, zanglessen, en dost Jeangu zich op de middelbare school zelfs als een David Bowie uit. Jeugdvriend Jamey Reso (25), voormalig lid van Jeangu’s band ‘Between Towers’: ,,Hij was heel verlegen maar liep wel een paar weken met een regenbooghanenkam rond.’’
© privebeeld
© Privebeeld
Met 17 jaar kunnen de broers in 2011 terecht op het net opgerichte Conservatorium van Suriname, gesponsord door de in Paramaribo o zo machtige katholieke kerk. Het kost voormalig artistiek directeur Albert Arens weinig moeite om hun audities in de oude kapel met kruis en misdienaargewaden terug te halen. ,,Het was duidelijk dat ze bij ons thuishoorden: ze hadden een rijke diepe stem met een enorm bereik. Maar er waren ook dingen die beter konden. Zo moesten ze af van het vreemde accent dat ze zichzelf hadden aangeleerd. En waren ze erg introvert.’’
De tweeling komt in 2011 met ‘Between Towers’, zo’n typisch jeugdbandje dat meestal voor nop in een toeristisch café als Zus & Zo optreedt en eigen nummers met die van Amy Winehouse afwisselt. Vader Jerrel herinnert zich een heuse ‘tour’ naar Nieuw Nickerie, uren verder, in het afgelegen binnenland. Jerrel: ,,Dat was een heel gedoe. Jeangu én Xillan én alle geluidsapparatuur, allemaal in mijn Toyota Mark II gepropt.’’ De naam? Dat is een vondst van een vriendin die de slungelige broers met wolkenkrabbers vergelijkt.
© Privebeeld
Het is allemaal maar marginaal gedoe, maar dat is, volgens bassist Jason Eduard (30), die ook aan het conservatorium studeert, zo vreemd niet. ,,Er zijn er in Suriname maar een paar die van muziek kunnen leven. Publiek is zelden bereid te betalen: muziek is hier vermaak, geen beroep.’’ De soul en rock van de tweeling doen het sowieso niet lekker: Suriname is meer van de reggae, soca, kaseko, door moeder Jeannette fijntjes als ‘billenschudmuziek’ weggezet. Jamey, gitarist en drummer in ‘Between Towers’: ,,Onze muziek vonden sommigen gewoon boring.’’
Dat Jeangu en Xillan überhaupt de bühne op kunnen, komt omdat hun ouders voor Surinaamse begrippen best goed verdienen. En: omdat ze behoorlijk ruimdenkend zijn. Jamey: ,,De meeste Surinaamse ouders willen niet dat hun kinderen hun kop boven het maaiveld uitsteken.’’ Dat heeft volgens hem alles te maken met het recente verleden, de staatscoup, de Decembermoorden en angst die daaruit voortvloeide. ,,Er wordt ons geleerd niet te veel te dromen.’’
Vader Jerrel heeft best eens twijfels. ,,Ik vond het leuk dat de jongens artistiek waren maar maakte me ook zorgen. Vooral over Jeangu. Die droomde een beetje té groot. Hij was helemaal geen praatjesmaker maar had het zelfs over een carrière in de VS.’’ Jeangu zelf weet het na een tijdje op het Surinaamse conservatorium, waar weinig lesuren, docenten en studenten zijn, zeker. Om het te maken, moet hij weg. Naar Nederland, waar hij drie keer op vakantie is geweest.
Met 20 jaar meldt Jeangu zich bij de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag én het conservatorium van Artez in Enschede aan: hij dubt nog steeds tussen zingen en schilderen. Het wordt Twente en najaar 2014 zwaait zijn familie hem op vliegveld Zanderij uit. Jeannette: ,,Dat was de eerste keer dat Xillan en hij gescheiden werden en dat was vooral voor Xillan heftig. Jeangu ging een nieuw leven tegemoet, voor Xillan bleef alles hetzelfde.’’ Xillan vertrekt twee jaar later naar Nederland, naar het conservatorium in Amsterdam.
Er is nog een reden dat Jeangu popelt om weg te gaan. Hij heeft ontdekt dat hij op mannen valt en gaat ervan uit dat hij zich vrijer kan bewegen in Nederland dan in het nog altijd conservatieve Suriname. Op zijn 17de neemt hij zijn moeder in vertrouwen. Jeannette: ,,Ik kwam op een avond laat van werk, hij zat te dralen op de trap in de keuken, niet wetend hoe te beginnen. Toen het hoge woord eruit was, vroeg hij: hoe denk je nu over me?’’
© Privebeeld
Die onzekere vraag raakt haar. Ze dacht dat ze wel duidelijk had gemaakt dat ze voor elk soort liefde openstaat. ,,Ik ging hier bijvoorbeeld wel naar de Pride Month, juist om de lokale homogemeenschap te steunen. Maar Jeangu herinnerde me eraan dat ik ook weleens iets zei als ‘doe niet als een mietje’. Ik heb hem toen één ding op het hart gedrukt: be true to yourself. Hij moest huilen. Er viel een last van zijn schouders.’’
Ze is niet verrast over Jeangu’s verhaal. Net zo min als ze verbaasd is als ook Xillan een jaar later uit de kast komt. ,,De boys hadden altijd meisjes over de vloer, maar nooit vriendinnen, begrijp je?’’ Ze had het, vóór Jeangu’s coming-out, er zelfs al eens met een collega over gehad. ,,Die antwoordde: als je denkt dat ze gay zijn, moet je bidden. Dat schokte me. Dat ze het direct afwees.’’
© Privebeeld
‘Homoman’
Later troont Jeannette Jeangu zelfs mee naar café 8Ball, waar het dinsdag gay night is. ,,Ik dacht: het is in Paramaribo al moeilijk om aan een leuke heteroman te komen, dus we gaan wel ons best doen een goede homoman te vinden.’’ Jeangu moet niks van haar interventie hebben, bekent ze gniffelend. ,,Die zei na die avond: mam, ik vind mijn weg zelf wel.’’
Met zijn vader heeft Jeangu het er niet over, wat Jerrel zelf niet vreemd vindt. ,,Ik ben van een andere generatie. Een generatie die nog meekreeg dat homo’s griezels waren waar je als jongen ver vandaan moest blijven.’’
Wat Jeangu niet weet: Jerrel wordt ruimdenkender als hij gays leert kennen in Nederland, waar hij eind jaren 80 studeert. ,,Doordat ik een bijbaan had als bartender in de Rotterdamse club Nighttown, zag ik zo veel homomannen dat het volstrekt normaal voor me werd.’’
Jeannette Jeangu © AD
Discriminatie
Volgens Juan Pigot (45), voorzitter van PAREA, vereniging voor gay professionals, is Suriname een stuk toleranter dan buurlanden als Guyana, waar sodomie nog altijd een misdrijf is. ,,We hebben een wet die discriminatie op seksuele geaardheid verbiedt, we hebben al zeven keer een Gay Pride Parade gehad, en er ligt een ‘Verklaring van Paramaribo’, waarbij grote bedrijven partnerregelingen openstellen voor same sex partners. En, ja, er zijn feestjes waar homo’s met elkaar kunnen dansen.’’
Toch snapt Juan, die zelf pas tijdens zijn studententijd in Amsterdam uit de kast komt, dat Jeangu zich in Paramaribo bekneld voelt. ,,Er is nog steeds geen wetgeving die een relatie tussen stellen van gelijk geslacht mogelijk maakt, en er zijn nog altijd politici die homofobe uitspraken doen. President Bouterse kon het niet nalaten om de geaardheid van advocaat Gerard Spong erbij te slepen toen Spong hem niet wilde verdedigen bij het proces rond de Decembermoorden.’’
© ANP
Boeler
Jongeren op het conservatorium in Paramaribo die trots op Jeangu zijn. © -
En, nee, niet elke gay zal ontspannen over straat gaan. ,,Trek je een strakke short aan, kun je zeker nare opmerkingen verwachten, waarvan ‘boeler’ (Surinaams voor ‘flikker’, red.) nog de minst erge is. Er is een cultuur van Latijns-Amerikaans machismo.’’ Jeannette merkt vooral dat sommigen het onderwerp opzichtig vermijden. ,,Dan vragen ze me wanneer Jeangu een vriendin krijgt, terwijl inmiddels echt wel duidelijk is dat hij op mannen valt.’’
Vóór Jeangu’s vertrek is er nog wel een horde: geld. Jeannette en Jerrel, die hun salaris uitbetaald krijgen in de zwakke Surinaamse dollar, kunnen Jeangu’s collegegeld, dagelijkse kosten en garantstelling van 10.000 euro om zich in Nederland te settelen niet zomaar ophoesten. Door crowdfunding sprokkelt hij 17.000 euro bij elkaar: vrienden doneren royaal voor zijn droom, hij verkoopt zijn schilderijen en organiseert een optreden in café Zus & Zo.
Dat Jeangu er álles aan doet: daar kan jeugdvriend Jamey nog steeds niet over uit. ,,Veel van de jongeren geven hun dromen door geldgebrek op, maar Jeangu ging gewoon door.’’ Jamey, door zijn vriend geïnspireerd, vertrekt dit voorjaar ook naar Nederland, voor zijn eigen muzikale carrière. Ook bassist Jason overweegt de oversteek door Jeangu. ,,Wat hij ons leerde: je hoeft niet bang te zijn.’’
Talent
Zangdocent Arens wordt er op zijn beurt een beetje droef van. Hij zou graag zien dat de ex-studenten van het lokale conservatorium in Suriname blijven en les aan getalenteerde kids geven.
Jason Eduard ziet die ene tropische avond in hotel Torarica, december 2017, dat voor Jeangu alles op zijn plek gevallen is. Jeangu is, eerder dan iedereen verwachtte, op het Twentse conservatorium ontdekt door producer Pieter Perquin. Hij heeft de hit High on You en speelt op Lowlands en North Sea Jazz.
En: hij is verliefd en slentert met vriend Sebas van der Sangen, die hij in Amsterdam heeft ontmoet, relaxed in Paramaribo rond. Ongegeneerd. Ontspannen. En, bovenal, vrij. ,,Een ding werd me tijdens dat concert duidelijk; Jeangu is there en hij is ready voor het grote podium.’’
| algemeen dagblad | Door: Eefje Oomen