HAUSIL ONTKENT, MAAR E-MAILS LIEGEN NIET
| dagblad suriname | Door: Redactie
Rechter Maytrie Kuldipsingh stelde in de voorzetting van de strafzaak met betrekking tot de Centrale Bank in het Tweede Kanton aan Faranaaz Alibaks-Hausil, ex-directeur Legal, Compliance & International Affairs, de vraag, of zij van mening was, dat ex-governor Robert van Trikt en Gillmore Hoefdraad, de gewezen minister van Financiën, de brief die zij als concept had opgesteld voor de taxatie van de overheidspanden, zonder haar medeweten te hebben veranderd. Hausil verklaarde toen, dat Van Trikt veranderingen had aangebracht in haar conceptbrief van 22 juni en de aangepaste versie werd toen nog eens gestuurd naar Hoefdraad.
De brief werd volgens Hausil, aangepast
Zij stelde pas achteraf betrokken te zijn
Keerpunt heeft het proces-verbaal in deze strafzaak mogen inkijken en ook een e-mail afkomstig van Hausil, die op 29 december 2019 gestuurd werd naar de ex-governor met als onderwerp ‘2e tranche gebouwen’, kreeg onze aandacht. In deze e-mail stuurde Hausil een analyse betreffende de documenten die zij had ontvangen van een notaris, voor de overdracht van panden in de 2e tranche. Zij vroeg vervolgens in de voormelde e-mail aan Van Trikt te overwegen, dat de overdracht van Robert Putter aan de staat geschiedt en de Staat vervolgens aan de Bank overdraagt. Zij stelde vervolgens voor, om alle documenten ontvangen van de notaris of terug te sturen naar Putter, of om deze op te sturen naar de minister van Financiën. Verder adviseerde zij Van Trikt, om met Hoefdraad af te stemmen, dat de staat deze kwestie helemaal afrondt.
‘Het lijkt mij dat hierbij niet veel tijd mag gaan zitten, daar het ministerie van ROGB ook op de hoogte is van deze kwestie en de missive in deze door is. Doorslaggevend in deze is dat wij dit met de Staat zijn begonnen en indien dit niet tot een goed eind komt, dit voor de Bank een mindere imagoschade heeft nl. monetaire financiering, dan handelingen te plegen met niet integere personen en grotere imagoschade voor de Bank’, aldus Hausil in haar e-mail van 29 december aan Van Trikt. Door dit schrijven was de ex-directeur zich bewust van de ‘reputatie’ van Putter en daarnaast wist zij eveneens dat deze handelingen in strijd zijn met de Bankwet c.q. monetaire financiering.
Hoe moeten wij dan geloven, dat deze mevrouw niet op de hoogte was van deze transactie? Keerpunt heeft de indruk, dat de betrokkenheid van de SPSB; Putter en Hoefdraad bij de constructie van de 2e tranche panden, alarmbellen heeft doen rinkelen bij de directie van de moederbank. Helaas was het al te laat, want Hoefdraad had zeventien panden verkocht aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS), en daardoor geheel in strijd met de Bankwet gehandeld. Negen van deze panden bleken niet van de overheid te zijn en staan op naam van naamloze vennootschappen waarvan Robert Putter de vertegenwoordiger is. De overige acht panden (1e tranche) konden ook niet worden overgedragen aan de CBvS, omdat er nimmer een Staatsbesluit is uitgekomen. Echter, had de CBvS onder Van Trikt reeds de geschatte marktwaarde van deze panden overgemaakt aan het ministerie van Financiën.
| dagblad suriname | Door: Redactie