• zaterdag 16 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

FORSE STIJGING SURINAME OP PERSVRIJHEID INDEX GEEN VERDIENSTE VAN DE POLITIEK

| united news | Door: Redactie

Foto: op de internationale persvrijheid index staat Suriname op nummer28. | Auteur: Wilfred Leeuwin.

Suriname is met 20 plekken vooruitgegaan op de internationale persvrijheid index: van positie 48 naar 28.

Bij de berichtgeving hierover door de media wordt in één adem vermeld dat dit wordt overschaduwd door nog altijd geldende muilkorfwetten, waarmee burgers/journalisten zelfs tot zeven jaar gevangenisstraf riskeren wanneer zij autoriteiten en met name politici bekritiseren. Deze vermelding wordt door sommige politici en politieke loyalisten gezien als onnodige negatieve vermelding die weer eens bedoeld zou zijn de regering in een slecht daglicht te stellen.

Dat Reporters Without Borders in de Surinaamse analyse

nadrukkelijk praat over de extreme muilkorfwetten is ook niet vreemd. Het is op de eerste plaatst de politieke overheid die ervoor moet zorgen dat deze muilkorfwetten verdwijnen uit onze wetgeving en met name het strafrecht.

Het is nog minder vreemd omdat van de vijf meetindicatoren Suriname bij de politieke context (zie illustratie) het laagst scoorde 66.67 punten.

Op zich een ondoordachte, kleinzielige en politiek geëmotioneerde opmerking waaraan voorbij zou kunnen worden gegaan, ware het niet dat de groei van Suriname op de index wordt geclaimd als een verdienste van de politiek. Het is goed enig inzicht te verschaffen over wat de index

is, en hoe die wordt samengesteld. De persvrijheid index gaat vooral over hoe de samenleving beantwoordt aan het doel van persvrijheid.

Het verwijt, dat de muilkorfwetten, die het positief nieuws over de twintig stappen vooruit op de index overschaduwen, een negatieve bejegening is naar de regering, toont weer eens aan dat politici en politieke loyalisten niet in staat zijn verder te denken dan de kleur van hun partij. Het toont ook aan dat politieke loyaliteit niet gebaseerd is op fundamentele ideologische overwegingen, maar op patronage en een sterke afhankelijkheid van partijpolitieke machthebbers.

Het doel van de World Press Freedom Index is om het niveau van vrijheid te vergelijken dat journalisten en media in honderdtachtig landen en gebieden genieten. De definitie van persvrijheid die door Reporters Without Borders en haar experts wordt gebruikt om de Index samen te stellen, is de: “Persvrijheid wordt gedefinieerd als het vermogen van journalisten als individuen en collectieven om nieuws in het publieke belang te selecteren, produceren en verspreiden, onafhankelijk van politieke, economische, juridische en sociale inmenging en in afwezigheid van bedreigingen voor hun fysieke en mentale veiligheid.

Meting

De internationale waakhond voor persvrijheid die de index met daarin de ranking jaarlijks, rond de Internationale dag voor de persvrijheid op 3 mei uitgeeft, maakt op basis van het gedefinieerde doel vragenlijsten over persvrijheid in vijf categorieën of meetindicatoren. Het gaat om politieke, juridische economische en sociaal-culturele context en veiligheid. De Index is een momentopname van de situatie gedurende het kalenderjaar voorafgaand aan de publicatie ervan.

Niettemin is het de bedoeling dat ze wordt gezien als een nauwkeurige weergave van de situatie op het moment van publicatie. Wanneer de situatie op het gebied van de persvrijheid dramatisch verandert in een land tussen het eind van het beoordeelde jaar en de publicatie, worden de gegevens daarom bijgewerkt om rekening te houden met de meest recente mogelijke gebeurtenissen. Dit kan te maken hebben met een nieuwe oorlog, staatsgreep, grote aanval op journalisten of plotselinge introductie van een extreem repressief beleid.

De Index is gebaseerd op een score variërend van 0 tot 100, voor elke meetindicator die aan elk land of gebied wordt toegekend. Honderd is het hoogst mogelijke niveau van persvrijheid en 0 het slechtste.

Deze score wordt berekend op basis van twee componenten: een kwantitatief overzicht van de misstanden tegen media en journalisten in verband met hun werk en een kwalitatieve analyse van de situatie in elk land of gebied, gebaseerd op de antwoorden van persvrijheidsspecialisten, waaronder journalisten, onderzoekers, academici en voorvechters van mensenrechten.

Voordat de positie van een land op de index wordt bepaald wordt uit de resultaten van de vijf meetindicatoren een kleuren kaart gemaakt die de mate van persvrijheid in dat land evalueert. Deze persvrijheidskaart biedt een visueel overzicht van de scores van alle landen op de index. De kleuren en classificaties zijn: goed (groen: 85-100 punten) bevredigend (geel: 70 -85) problematisch (licht oranje: 55-70) moeilijk (donkeroranje: 40-55) zeer ernstig (donkerrood: 0-40)

De score van elk land of gebied wordt geëvalueerd aan de hand van de vijf contextuele indicatoren die de persvrijheid in al haar complexiteit weerspiegelen. Voor elke indicator wordt een sub score berekend, variërend van 0 tot 100. Alle subsidiaire scores dragen in gelijke mate bij aan de globale score. Binnen elke indicator hebben alle (sub) vragen evenveel gewicht.

Voor de politieke context zijn er drieëndertig (sub) vragen. Ze zijn gericht op het evalueren van: de mate van steun en respect voor de autonomie van de media ten opzichte van de politieke druk van de staat of van andere politieke actoren; het acceptatieniveau van een verscheidenheid aan journalistieke benaderingen die voldoen aan professionele normen, inclusief politiek afgestemde en onafhankelijke benaderingen; de mate van steun voor de media in hun rol om politici en overheid ter verantwoording te roepen in het algemeen belang.

Voor het wettelijk kader zijn er 25 (sub)vragen die gericht zijn op het evalueren van de mate waarin journalisten en media vrij zijn om te werken zonder censuur of gerechtelijke sancties, of buitensporige beperkingen van hun vrijheid van meningsuiting; het vermogen om toegang te krijgen tot informatie zonder discriminatie tussen journalisten en het vermogen om bronnen te beschermen; de aanwezigheid of afwezigheid van straffeloosheid voor degenen die verantwoordelijk zijn voor gewelddaden tegen journalisten.

Bij de economische context zijn er eveneens 25 (sub)vragen gericht op het evalueren van; economische beperkingen die verband houden met het overheidsbeleid (waaronder de moeilijkheid om een nieuwsmediakanaal te creëren, vriendjespolitiek bij de toewijzing van staatssubsidies en corruptie); economische beperkingen die verband houden met niet-statelijke actoren (adverteerders en commerciële partners); economische beperkingen die verband houden met media-eigenaren die hun zakelijke belangen willen bevorderen of verdedigen.

Bij de sociaal-culturele context gaat het om 22 (sub)vragen gericht op het evalueren van sociale beperkingen als gevolg van kleinering en aanvallen op de pers op basis van kwesties als geslacht, klasse, etniciteit en religie, culturele beperkingen, waaronder de druk op journalisten om bepaalde bastions van macht of invloed niet in twijfel te trekken of bepaalde kwesties niet te behandelen, omdat dit in strijd zou zijn met de heersende cultuur in het land of gebied.

Bij veiligheid worden twaalf (sub) vragen gesteld over de veiligheid van journalisten. Voor dit doel wordt persvrijheid gedefinieerd als het vermogen om nieuws en informatie te identificeren, verzamelen en verspreiden in overeenstemming met journalistieke methoden en ethiek, zonder onnodig risico op : lichamelijk letsel (waaronder moord, geweld, arrestatie, detentie, gedwongen verdwijning en ontvoering), psychologische of emotionele problemen die het gevolg kunnen zijn van intimidatie, dwang, toezicht, doxing (publicatie van persoonlijke informatie met kwade bedoelingen), vernederende of haat zaaiende uitlatingen, laster en andere bedreigingen gericht tegen journalisten of hun dierbaren; professionele schade (bijvoorbeeld het verlies van iemands baan, de inbeslagname van professionele apparatuur of het plunderen van installaties).

Het totaalaantal punten voor de vijf meetindicatoren wordt opgeteld en gedeeld door vijf. Daaruit komt een internationale landen score. Die wordt in hoeveelheid vergeleken met de score die het land het jaar daarvoor heeft bepaald. Het verschil daarvan bepaalt (in hoofdzaak) uiteindelijk de positie van het land op de nieuwe index.

Suriname

Reporters Without Borders maakt bij elk land op basis van het onderzoek een analyse over hoe de samenleving binnen de vijf indicatoren heeft bijgedragen aan de persvrijheid en het doel ervan. Het is een goede waarneming, dat in die analyse tezamen met de twintig stappen vooruit met nadruk wordt gerapporteerd over de extreme muilkorfwetten in Suriname. Het verschil is wel dat deze politici en loyalisten bewust of onbewust de ratio hiervan bagatelliseren tot zelfs weigeren onder ogen te zien, zoals gezegd omdat hun rationeel vermogen niet verder rijkt dan de kleur van hun politieke partij. Suriname behaalde over de vijf meetindicatoren in 2023 een totaalscore van 380.55/ 5 = een landenscore van 76.11. Dit is 20 punten meer dan op de index van 2022, wat zich uiteindelijk heeft vertaald in plek 28 op de nieuwe index.

Het is gerechtvaardigd te benadrukken dat de forse stappen vooruit op de index, absoluut geen verdienste is van de politiek, maar van de samenleving in haar totaliteit. De politiek heeft juist het minst bijgedragen aan een goede persvrijheid in Suriname. Reporters Without Borders zegt in haar inleidend voorwoord op het onderzoek: “De persvrijheid wordt bedreigd door juist de mensen die er borg voor zouden moeten staan: regeringen en politieke actoren.

UNITEDNEWS

GERELATEERD AAN: EXTREME MUILKORFWETTEN ONTSIEREN SURINAME’S FORSE STAP OMHOOG OP PERSVRIJHEID INDEX

 

| united news | Door: Redactie