• zondag 30 June 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

DOSSIER BLAUWMEER – SLOT: DE SPELERS EN HUN STANDPUNTEN

| united news | Door: Redactie

De Centrale Bank van Suriname (CBvS) en NV Panaso zijn in 2019 een overeenkomst aangegaan waarbij voor 20 miljoen Amerikaanse dollar Panaso een perceel van circa 575 hectare aan de CBvS had verkocht.

Deze overeenkomst werd getekend door de toenmalige governor van de Centrale Bank van Suriname, Robert van Trikt en de Chief Executive Officer (CEO) Armand Achaibersing en Chief Financial Officer (CFO) Mario Merhai beiden van Assuria.

Volgens de betrokken partijen was deze transactie bedoeld om De Surinaamsche Bank, mede-eigenaar van Panaso, die op dat moment in grote problemen verkeerde, te behoeden van ondergang. Het omvallen van de bank zou volgens

Van Trikt catastrofale gevolgen hebben voor de financiële sector en Suriname. Uiteindelijk hebben de CBvS en DSB/Assuria Vastgoed (DAVG) in 2022 besloten om de koopovereenkomst te ontbinden nadat de huidige governor van de CBvS een rechtszaak begon om de overeenkomst voor de aankoop van 575 hectare grond, nietig te laten verklaren. Hij was van oordeel dat deze transactie indruiste tegen artikel 18 lid 4 van de Bankwet en daarom nietig was. In een serie artikelen waarbij alle betrokken partijen zijn gehoord, leest u de feiten op een rij. In deze editie het slot.

‘Surinaamse oplossing’

Het terugdraaien van de deal typeert toenmalig

financieel-directeur van Assuria, Mario Merhai, die samen met Achaibersing de overeenkomst met Van Trikt had getekend, als een voorbeeld ‘Surinaamse oplossing’, doelend op het gegeven dat het naar zijn zeggen in goed overleg en in goede sfeer geschiedde met zowel CBvS als DSB in plaats van het bij de rechter met elkaar uit te vechten. Hij is nu de hoofddirecteur bij de voornoemde verzekeringsmaatschappij. Merhai merkt op dat de kern van het Blauwmeer-debacle terug gaat tot de issue van de titel op de gronden. “Feitelijk zijn het opinies van verschillende juristen met betrekking tot de titel van dat terrein.”

Merhai zegt drie opinies te zijn tegengekomen die aangeven dat er niks mis is met de titel, inclusief een verklaring van notaris Alexander. De advocaat van DSB gaf in zijn advies aan DSB aan dat het vastgoedbedrijf Panaso niet betrokken was bij de ruilakte van juni 2011 en dat Panaso de gronden te goeder trouw had gekocht van Latour Corporation N.V. en dat Panaso daarom werd beschermd tegen de eventuele onbevoegdheid van Latour Corporation N.V. De notarissen Jadnanansing en Calor en de rechtsgeleerde Kraan constateren in hun analyses van het vraagstuk wel een gebrek in de titel.

Juridisch-adviseur van Assuria, Hans Lim A Po jr., legt uit dat nadat Panaso op de hoogte werd gesteld van mogelijke gebreken van de titel, juridisch advies is ingewonnen. Zoals vermeld gaven die adviezen aan dat Panaso eigenaar was geworden van het terrein. Assuria en Panaso mogen derhalve geen kwader trouw worden verweten. Ook notaris Alexander had daarna opnieuw onderzocht en stelde vast dat alles in orde was.

Merhai vult aan en stelt dat toen het Blauwmeerterrein werd gekocht, DSB de directie voerde over Panaso en het voorstel om het areaal te kopen om daar een vastgoedproject te ontwikkelen ook van de bank was gekomen. “DSB heeft ook een voorname rol gespeeld bij de financiering aan DAVG voor het aankopen van het terrein. Zij zijn instrumenteel geweest bij het financieren en het krijgen van die lening in de boeken van DSB zelf.” Hij voegt eraan toe dat de bank daarna in zwaar weer terechtkwam omdat onder andere de economie verslechterde en verschillende grote leningen niet terug werden betaald. “De bank kreeg het heel moeilijk”.

Assuria als grootaandeelhouder heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en tot twee maal toe leningen van vijf miljoen en tien miljoen US dollar aan DSB verstrekt en ook heeft de verzekeringsmaatschappij garant gestaan voor de aandelenemissie in 2018. Daarna werd Assuria ook nog aandeelhouder van eenenvijftig procent van de aandelen in DAVG en DSB had negenenveertig procent. Daarvóór, dus toen Panaso de leningen voor de aankoop van het terrein aanging, was DSB de grootaandeelhouder van Panaso.

Problemen DSB enorm

Merhai voert verder aan dat op een gegeven moment de problemen bij DSB als systeembank zo groot werden dat die de hele financiële sector, plus cliënten, dreigde mee te sleuren. Een groot financieel debacle dreigde. In het verslag 2018 wordt melding gemaakt van een negatief eigen vermogen door het bestuur van de bank. “Wie in Suriname heeft geen geld bij DSB?” stelt hij. Er moest een oplossing gevonden worden. Vrijwel de hele samenleving liep risico. Vanwege de beperkte financiële mogelijkheden kon de Staat niet inkomen. De overheid was er niet gerust op en ook CBvS als toezichthouder zag het gevaar en bemoeide zich met het reddingsplan.

“Op een gegeven moment werd het precair en werd gekeken hoe binnen de beperkingen die er waren het probleem wel kon worden opgelost…Toen is deze oplossing op tafel gekomen”, zegt Merhai, verwijzend naar de onroerendgoedtransactie. Evenals Achaibersing merkt hij op dat ten aanzien van de titel een notitie is opgenomen in de overeenkomst, dat mocht er iets daarmee fout zijn, de koper was gevrijwaard. “Hoe wil ik je dan misleiden?” vraagt hij retorisch. Merhai zegt dat Assuria/Panaso, hoewel dat is overwogen, uiteindelijk geen uitspraak van de rechter over de titel heeft gevraagd omdat een dergelijk proces voor tientallen anderen die in de oorspronkelijke ruilovereenkomst ook zijn genoemd en terreinen in eigendom hebben verkregen nare consequenties zou kunnen hebben.

“We hebben het niet gedaan omdat we misschien zouden moeten procederen tegen iedereen die een rol heeft gespeeld bij de ruilovereenkomst destijds. En dat wil je niet hebben.” Er werd vanuit gegaan dat de issue van de titel op een andere correcte manier zou kunnen worden opgelost met de overheid. Hetzelfde geldt voor de koopovereenkomst met CBvS. Ook wij hebben overwogen de rechter om naleving van de overeenkomst te vragen. Wij hadden die immers met de instelling gesloten.

Volgens Merhai stond ook de reputatie van Suriname en de CBvS op het spel. Het zou niet mooi zijn als op een gegeven moment partijen die onder toezicht van de Centrale Bank staan zouden procederen tegen de toezichthouder. “Je wil niet met je regulator over straat gaan rollebollen. Het is niet goed voor je imago”, zegt juridisch-adviseur Lim A Po jr. Dat de CBvS toch een civiele zaak overwoog ziet Merhai meer als “een signaal” om de zaak in der minne te schikken. Hij heeft daartoe op enig moment ook actief contact gezocht met Roemer, zegt hij.

Lim A Po jr. stelt dat er met de koop en verkoopovereenkomst geen strafbaar feit is gepleegd zoals door sommigen wordt beweerd. De terreinen waren normaal in de MI-Glis-registers overgeschreven op naam van Latour Corporation N.V. en vervolgens op naam van Panaso. In dit geval is er sprake van derden bescherming, meent de jurist.

Het bedrijf meent in goede gemoede eigenaar te zijn en mocht de terreinen dus verkopen. “Er was geen enkele kwade opzet vanuit Panaso.” Hij voegt eraan toe dat de kwestie-Blauwmeer jammer genoeg op één hoop wordt gegooid met perikelen die speelden rondom het functioneren van Van Trikt bij de CBvS. Dat er uiteindelijk een minnelijke schikking is getroffen is de “Surinaamse oplossing, als voorbeeld van hoe het moet, waarvoor wij gekozen hebben.” Merhai: “Het is daarom zuur dat je uit bepaalde hoek steeds getorpedeerd wordt en een soort van ‘zwarte piet’ toegespeeld krijgt, terwijl men eigenlijk beter weet”.

‘Niet integer’

Hakrinbank-directeur Sheorajpanday zegt dat het willen afwentelen van honderd procent van het Blauwmeerverlies op DSB door Assuria niet getuigt van integer handelen. “Niemand wil verlies lijden; iedere ondernemer wil winst maken. Maar het is ronduit immoreel om, als er onbedoeld toch verlies wordt geleden, het volledige bedrag van 20 miljoen Amerikaanse dollar af te wentelen op DSB Bank terwijl je als Assuria eenenvijftig procent van het verlies behoort te nemen. Dit oogt heel sterk naar klasse-economie waarbij er een groep is die de macht heeft en altijd winst maakt, ook als ze eigenlijk verlies heeft geleden. Daarom heb ik als directeur-Hakrinbank hier krachtig tegen geprotesteerd.”

Sheorajpanday wendde zich uiteindelijk samen met Fatum’s directeur Wim Lalbiharie (nu wijlen) tot president Santokhi. Evenals de Hakrinbank was Fatum het niet eens dat het verlies alleen door DSB gedragen zou moeten worden. Santokhi heeft Fatum en Hakrinbank ontvangen en op informele manier op alle partijen een beroep gedaan om rechtvaardig te zijn. De president heeft de Centrale Bank ook gevraagd om met zorgvuldigheid naar dit geschil te kijken. Uiteindelijk heeft DSB de jaarrekening 2019 weer ingetrokken toen er zich een nieuwe oplossing voordeed in 2022 na overleg met CBvS.

“Het afwentelen van het verlies op de DSB betekende dat het verlies gedragen zou moeten worden door de overige aandeelhouders van DSB, waaronder Hakrinbank, en ultiem de rekeninghouders van de DSB. Het was voor mij absoluut onaanvaardbaar. Niet alleen druiste het in tegen mijn rechtsgevoel als Surinamer, maar ook vanuit mijn verantwoordelijkheid om als directeur Hakrinbank op te komen voor het belang van Hakrinbank en geen verlies te accepteren als dat niet gerechtvaardigd was.”

Hij vervolgt: “Dit is precies het risico van niet integer handelen van grootaandeelhouders dat banken zulke grote schade kan berokkenen, dat zich aan het voordoen was. Een grootaandeelhouder die zijn macht misbruikte om haar belang te realiseren ten koste van het belang van de bank, in deze de DSB. Dat mogen we niet accepteren. Assuria werd volgens Sheorajpanday gedwongen om haar aandeel in het verlies te accepteren en niet af te wentelen op de DSB. Hiervoor is een acceptabele constructie gevonden.

Dat Sheorajpanday een hard standpunt had ingenomen tegen de voorstellen van Assuria ondanks dat deze aandeelhouder DSB vaker uit de brand had geholpen verbaast Merhai. “Assuria is altijd al bezig geweest met het ondersteunen van DSB. De diverse reeds aangehaalde kapitaalinjecties zijn daarvan getuige, maar ook het voor Hakrinbank mogelijk maken dat zij grootaandeelhouder werd van DSB na sluiting van de emissie in 2018.” Hij voert verder aan dat de Hakrinbank-directeur op een bepaald moment zelf betrokken werd bij de discussie hoe het Blauwmeer-debacle op te lossen toen de huidige CBvS-governor aandrong op het terugdraaien van de overeenkomst.

De insteek was volgens Merhai nooit om DSB alleen te laten opdraaien voor de voorziening die op het krediet aan Panaso moest worden genomen. “Assuria heeft in elke oplossing die besproken is, aangegeven haar verantwoordelijkheid te nemen. Hooguit is op enig moment verwacht van de nieuwe aandeelhouders (Hakrinbank, Fatum en Self Reliance) dat zij ook een bijdrage zouden leveren aan ondersteuning van DSB. Maar toen men niet bereid was dat te doen heeft Assuria eerst in een Memorandum of Understanding met DSB garant gestaan en later bij het terugdraaien in de garantieovereenkomsten”, zegt hij.

Sheorajpanday beweert dat toenmalig DSB-directeur Coutinho akkoord ging met de voorstellen van Assuria om het verlies op DSB af te wentelen omdat hij “chantabel” was geworden. Coutinho zou niet integer hebben gehandeld doordat hij als topman bij DSB insider regelgeving had overtreden “en er sprake was van zelfbevoordeling van de toenmalige CEO ten koste van de DSB met een renteloze lening om commercieel te beleggen.” Hierdoor was hij volgens Sheorajpanday chantabel geworden “hetgeen mogelijk heeft bijgedragen aan een meewerkende houding.’‘

Diskrediet

Dit wordt weggewuifd door Coutinho. “Chantabel? Laat me niet lachen, vooral omdat het uit zijn mond komt. Wellicht toen hij zag dat ik niet meewerkte aan zijn belangen probeerde Rafiek een spelletje in 2021: mij in diskrediet brengen met valse beschuldigingen. Onze RvC-voorzitter reageerde echter onmiddellijk met een duidelijke brief met en een kopie naar onze accountant en CBvS, die intussen ook op Facebook staat. Daarin staat dat ik wel integer had gehandeld; er was nooit sprake van een lening; er was een voorschot op mijn eigen salaris vooruitbetaald conform procedure; deze werd voorgesteld door HR en besproken met de president-commissaris.”

Volgens Coutinho doken daarna ineens interne DSB-documenten op Facebook op en “ingezonden brieven in roddelkranten.” Hij tast in het duister naar de beweegredenen van de beschuldigingen van zijn voormalige collega. “Ik kan alleen maar gissen. Was het omdat DSB een eerlijk en transparant sollicitatieproces eiste bij het aantrekken van mijn opvolger, nu DSB weer gezond was en ik klaar was om te vertrekken? Was het omdat de geluiden steeds sterker werden om Rafiek uit de Surinaamse Bankiervereniging te zetten, waarvan ik toen voorzitter was?” Coutinho zegt tijdens zijn periode als CEO van DSB te hebben geleerd dat er een klein groepje mensen in Suriname is dat zijn eigen belang steeds vóór het belang van het volk stelt – “maar dat het volk intussen wakker is geworden en de vuile politieke spelletjes van vieze kleine mannetjes nu inziet.”

Ten aanzien van het terugdraaien van de overeenkomst zegt Merhai dat Assuria haar verantwoordelijkheid “aantoonbaar” heeft genomen door daaraan mee te werken. “DSB staat nog overeind. Stronger than before. Daar ben ik blij om, want dat is in het belang van iedereen: van klanten, aandeelhouders, van de Staat Suriname. Daar hebben we allemaal profijt van,” stelt hij. Als verantwoordelijke bij DAVG/Panaso heeft het bedrijf nu de verantwoordelijkheid zegt hij om de titel van het Blauwmeer-areaal te repareren.

Merhai: “We zijn nu doende met de autoriteiten om de titel te repareren en alle twijfel weg te nemen. Ik ben blij dat de overheid zich constructief heeft opgesteld op dit stuk. Ik had ook niet anders verwacht, want uiteindelijk zijn we op dit punt beland door de rol die de overheid heeft vervuld in het geheel destijds bij de initiële ruilovereenkomst met Latour.” Aanvullend stelt Lim A Po jr. de indruk te hebben dat de overheid bereid is bij te dragen aan verdere oplossing en restauratie van de titel zodat het project ontwikkeld kan worden. Het is dus wel van belang dat die overheid, en dat doet ze gelukkig wel, de verantwoordelijkheid neemt om aan het herstel te werken en te materialiseren.”

Behalve Panaso hebben alle andere personen en rechtspersonen die grond hebben die voortvloeit uit de foute ruilovereenkomst van 2011 last van de negatieve gevolgen. Merhai benadrukt dat Assuria steeds constructief met alle partijen heeft gewerkt om te komen tot goede oplossingen: toen DSB kapitaal nodig had, toen DSB het meerderheidsbelang van Panaso moest afstoten, toen Hakrinbank mede aandeelhouder van DSB wilde worden, toen DSB ten behoeve van haar jaarrekening een garantie nodig had en ook toen CBvS de aangegane overeenkomst wilde terugdraaien. Zonder druk, uit eigen verantwoordelijkheid. Assuria opereert niet onder druk van anderen en zet anderen ook niet onder druk. Wij hanteren een ander business model. Overigens er is nooit druk op ons uitgeoefend door de president. Ik denk dat hij er onterecht bij wordt gehaald.

Impact

De reactie op zijn weerstand tegen de voorstellen van Assuria heeft volgens Sheorajpanday grote impact gehad op de Hakrinbank. Nadat hij zich daartegen had uitgesproken “begonnen er anonieme meldingen van vermeend seksueel molest binnen te komen. Sheorajpanday merkt op dat nadat was geconcludeerd dat er geen sprake was van seksueel molest de financieel-directeur van Assuria die toen RvC-lid was bij Hakrinbank en directievoerder van DAVG/Panaso twee vrouwelijke medewerkers persoonlijk heeft gebracht of vergezeld naar de politie om aangifte van seksueel molest tegen hem te doen.

Sheorajpanday: “Let wel, dit was geen raadsbesluit goedgekeurd door de Raad van Commissarissen, maar van een individuele commissaris die op persoonlijke titel handelde. Men had het kennelijk persoonlijk gemunt op de CEO van de Hakrinbank en de persoonlijke aanval op hem moest voortgezet worden.” Dit wordt door het bedoelde ex-RvC-lid met klem ontkend. Het politieonderzoek dat in opdracht van het Openbaar Ministerie werd uitgevoerd heeft, aldus de Hakrinbank-directeur, “niets tegen hem opgeleverd”.

Over de aantijgingen van Sheorajpanday dat de beschuldigingen over seksueel molest van een medewerkster vanuit Assuria zijn georkestreerd zegt Merhai: “Ik denk dat hij dingen oneigenlijk vermengt en zichzelf bewust in een slachtofferrol probeert te plaatsen in plaats van verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen handelen.” Er wordt volgens de Assuria-topman “bewust onterecht gesuggereerd” dat Assuria de instigator was van de molestbeschuldigingen.

“Dat kan in mijn beleving technisch ook niet. Hoe kan Assuria ervoor zorgen dat diverse mensen binnen de Hakrinbank naar voren komen en een bepaalde stelling innemen tegen een andere persoon in de Hakrinbank? Bepaalde dingen kunnen niet worden gefabriceerd, zoals zoveel mensen bewegen tot getuigenverklaringen en geluidsbanden waarop stemmen herkenbaar zijn of situaties waarin iemand zich kennelijk op een bepaalde manier gedraagt etc. Al die dingen kunnen niet worden gefabriceerd. Er heeft zich daar wat voorgedaan. Dat is een interne kwestie”, aldus Merhai.

“Overigens als ik mij niet vergis heeft de CEO van Hakrinbank publiekelijk toegegeven zich niet correct te hebben gedragen. Hoe kan hij ons nu dan dit verwijt maken?”, stelt Merhai, zich afvragend of mededelingen die Sheorajpandaj zelf in de media heeft gedaan niet van hem komen. Hij verwijst daarbij naar een persverklaring die de Hakrinbank over deze zaak heeft uitgegeven.

Het vervelende van deze zaak is, zegt Merhai, dat toen de kwestie van de molestbeschuldigingen speelde een directielid van Assuria lid was van de raad van commissarissen bij Hakrinbank. Die RvC, in ieder geval een groot deel ervan, inclusief de overheidscommissaris, heeft volgens Merhai op basis van haar inzichten de aantijgingen tegen Sheoradjpanday afgewikkeld. Merhai: “Ik vind het unfair om vervolgens dan te stellen dat uit dat collectief die man van dat ene bedrijf (Assuria) een bepaalde agenda had tegen één persoon daar. Dat lijkt me te veel op de man spelen door de CEO van Hakrinbank. Het is niet netjes. Dit is ook niet onze modus operandus, wij zijn een fatsoenlijk bedrijf” stelt de Assuria-topman.

Hoewel de overeenkomst voor de aankoop van Blauwmeer is teruggedraaid en Sheorajpanday tevreden is dat DSB niet alle verlies hoeft te dragen, blijft volgens hem de overtreding van de Bankwet een feit. “Ook hier geldt dat eventueel strafbaar handelen hiermee niet ongedaan is gemaakt. Uiteindelijk heeft Assuria zich aansprakelijk gesteld voor haar deel van het verlies en is ook DSB niet opgezadeld met het Assuria-verliesaandeel. Het is belangrijk dat niemand boven de wet staat en dat ook deze, volgens vele experts, wetsovertredingen dienovereenkomstig door het Openbaar Ministerie worden onderzocht. Als samenleving mogen we geen klassenjustitie accepteren”, stelt de Hakrinbank-directeur.

De redactie heeft ook toenmalig CBvS-governor Robert van Trikt benaderd voor een reactie met betrekking tot de Blauwmeer-deal. Hij heeft aangegeven op advies van zijn advocaat niet te zullen reageren, omdat hij nog verwikkeld is in strafzaken die te maken hebben met zijn functioneren bij de CBvS en hij ook nog gehouden is aan een zwijgplicht als voormalig governor. Van Trikt werd door de regering-Bouterse oneervol ontslagen wegens vermeende malversaties die geleid hebben tot een strafzaak die nu in hoger beroep bij het Hof van Justitie in behandeling is.

Het onderzoek naar de Blauwmeer-deal heeft ruim twee jaar in beslag genomen waarbij met verschillende partijen is gesproken en talrijke stukken die te maken hebben met deze spraakmakende transactie zijn bestudeerd. Er zijn aanwijzingen dat mogelijk ernstige strafbare feiten zijn gepleegd. Het ligt nu aan de autoriteiten, het parlement en het Openbaar Ministerie, om ten aanzien van deze kwestie een onderzoek te doen instellen.

Advocaat Gerold Sewcharan zegt desgevraagd dat als gekeken wordt naar de relevante bepalingen in de Bankwet, namelijk artikel 35a, de eventueel gepleegde overtredingen ambtshalve vervolgbaar zijn door het Openbaar Ministerie (OM). “Ik kan mij voorstellen dat het voor het OM niet gemakkelijk zal zijn om uit eigen hoofde achter zo een overtreding te komen”, stelt de jurist. Iemand zou deze kwestie dus onder de aandacht van het OM moeten brengen meent Sewcharan.

UNITEDNEWS

GERELATEERED AAN: DOSSIER BLAUWMEER – DEEL 5 VORDERING TOT NIETIGHEID EN DE ‘VALSE OORZAAK’

| united news | Door: Redactie