• vrijdag 22 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Surinarcos: hoe drugsbaas Bouterse van Suriname een narcostaat maakt

| revu.nl | Door: ROBERT ALTING

Een Colombiaans kartel bouwde in de Surinaamse jungle een haven voor drugsduikboten, terwijl president Desi Bouterse toekijkt. 'Suriname is een criminele staat waar drugscriminelen tot de hoogste regionen van het landsbestuur zouden zijn doorgedrongen.'

Op het eerste oog zou je die woensdagavond 28 februari 2018 maar weinig om hem geven. Het is een klein, ietwat gezet mannetje met donker haar, een lichtgetinte huid en bolle wangen. Zoals zovelen in tropisch Paramaribo is hij gekleed in een korte broek met daarboven een ruimvallend T-shirt. Op slippers en in straffe pas loopt hij langs de drukke Anton Dragtenweg. Zijn grijze Toyota heeft hij

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
na een alarmerend telefoontje bij zijn woning laten staan. Hij moet onderduiken werd hem gezegd, zo snel mogelijk.

Qua uiterlijk doet hij in niets denken aan de levensgevaarlijke topcrimineel die de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) sinds het onderzoek Operation Under the Sea uit 2011 in hem ziet. Toch hangt er in de Verenigde Staten tweemaal levenslang boven het hoofd van de 37-jarige voortvluchtige Colombiaan Fernando Pineda Jimenez, kopstuk binnen een omvangrijk Colombiaans drugskartel dat gespecialiseerd is in het bouwen van drugsduikboten. Hij wordt ver- antwoordelijk gehouden voor drie grootschalige cocaïnetransporten naar de VS van in totaal meer dan 20.000 kilo.

De

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
alarmbellen gaan dan ook direct af op het DEA-kantoor in de Guyanese hoofdstad Georgetown, als duidelijk wordt dat deze Jimenez samen met zijn landgenoot Luis Riasco (34) vrijelijk door Paramaribo wandelt. Uit zeer betrouwbare bron binnen het justitiële apparaat van Suriname, nauw betrokken bij het onderzoek naar de drugsduikboot, verneemt Nieuwe Revu dat Jimenez in Suriname is om de finale fase van de bouw van een zogenoemde narco-sub te controleren. De duikboot staat op het punt om met ruim 700 kilo cocaïne aan boord koers te zetten richting Spanje of Afrika. Straatwaarde: tussen de 150 en 200 miljoen dollar. Jimenez moet als specialist en afgevaardigde van het kartel zijn fiat voor vertrek geven.

Hoewel men er vooralsnog van uitgaat dat de eind februari aangetroffen narco-sub de eerste is die in Suriname is gebouwd, beschikt de Surinaamse justitie over informatie dat eerdere niet in Suriname vervaardigde onderzeeërs het land hebben aangedaan voor transport van zeer grote hoeveelheden cocaïne. Geheel verrassend is dat niet. Drugsduikboten worden in de wereld van internationaal opererende drugssyndicaten al jaren geprezen vanwege hun vermogen om radar- en sonarsystemen te ontwijken.

Daarnaast zijn ze relatief goedkoop (de bouwkosten zijn zo’n 1 miljoen dollar), de bouwtijd is slechts een maand, eenmaal op zee zijn ze door het gebruik van lichte materialen als fiber niet te detecteren en in tegenstelling tot vissersboten en vliegtuigen kunnen ze vele duizenden kilo’s drugs tegelijk transporteren. Maar er zijn ook nadelen. De bouw van een narco-onderzeeër vergt specialistische kennis, een groot team aan arbeiders en kan alleen plaatsvinden op een locatie waar uit het zicht van de buitenwereld een omvangrijke productiefaciliteit gebouwd kan worden.

Het verklaart de keuze van het kartel voor Suriname. Het land is vier keer groter dan Nederland maar dunbevolkt, bestaat voor meer dan 80 procent uit oncontroleerbaar junglebos, heeft poreuze grenscontroles en het is internationaal bekend dat president Desi Bouterse vrijwel direct na zijn aantreden in 2010 alle drugsbestrijdingsdiensten van het land heeft uitgehold.

Het narcotica-bureau INCSR van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken publiceerde in maart dit jaar dan ook andermaal een vernietigend rapport over de drugsbestrijding in Suriname. Het noemt de instituties zwak, doorspekt van drugsgerelateerde corruptie en ziet vanuit de regering-Bouterse maar weinig politieke wil om op te treden tegen de ieder jaar toenemende drugsdoorvoer vanuit voornamelijk Colombia. Het Amerikaanse onderzoeksbureau Centre for a Secure Free Society deed er nog een schepje bovenop en noemde Suriname in de publicatie Global Dispatch uit maart 2017 een criminele staat waar (drugs)criminelen tot de hoogste regionen van het landsbestuur zouden zijn doorgedrongen. Ook zou er volop worden samengewerkt met buitenlandse criminele organisaties.

Al met al ideale omstandigheden voor een kartel dat, zo blijkt uit DEA-informatie in handen van Nieuwe Revu, het plan had om in het district Saramacca een permanente werf voor narco-subs te ontwikkelen. Uit diezelfde documenten blijkt dat de op zijn minst tien koppen tellende Colombiaanse organisatie van Jimenez eenmaal in Suriname voortvarend van start gaat. De dagelijkse leiding ligt in handen van de 56-jarige Colombiaan Quijano ‘Omar’ Lozada.

Kort na aankomst, het is dan november 2017, laat hij een Colombiaanse vrouw met Surinaamse nationaliteit voor 190.000 euro een perceel van tien hectare aan de oever van de Saramacca-rivier kopen. Het perceel is drie kilometer diep, bosrijk en de ligging nabij de monding van de Atlantische Oceaan is perfect.

Om een vaargeul te creëren waar de scheepswerf voor narco-subs moet komen, worden al snel grote aankopen gedaan. Er worden meerdere Toyota’s en graafmachines aangeschaft, net als telefoontoestellen, simkaarten, satelliettelefoons en gps-trackers. Zo snel mogelijk wordt er een communicatiesysteem opgezet voor zowel in Suriname als met het kartel in Colombia. De organisatie krijgt de beschikking over valse paspoorten, vrachtwagens, pontons, generatoren en vissersboten.

Er worden riante huizen gehuurd aan de Commissaris Roblesweg en de Ramdjanistraat in Paramaribo-Noord. Ten westen van de stad krijgt het kartel de beschikking over een riante villa met zwembad die ooit toebehoorde aan de man die namens de regering-Bouterse verantwoordelijk was voor de ordening van de goudsector. Voor vele tonnen in dollars worden bouwmaterialen aangeschaft. Een uit de Colombiaanse stad Caucasia afkomstige vrouw die al enkele jaren in Suriname woont en het Sranantongo machtig is, fungeert als tolk voor het kartel. Een vrouwelijke kok met de bijnaam Margarita levert op de bouwplaats meerdere maaltijden per dag af, zodat er non-stop gewerkt kan worden. Er wordt een keurige administratie bijgehouden; alles wordt cash afgerekend, de bonnetjes worden bewaard.

Omar gaat over de logistieke voorbereidingen en bivakkeert voornamelijk in de stad. Op de scheepswerf in het bos is Efrain Cardona Gonzales de hoofdverantwoordelijke, een zwaarlijvige 56-jarige Colombiaan die ook veel tijd steekt in het bepalen van de mogelijk te varen route naar Spanje of Afrika.

De Colombianen zijn Suriname per vliegtuig via Aruba binnengekomen en beschikken allen al snel over een legale status. Uit in beslag genomen documenten blijkt dat Gonzales na zijn aanvraag op 17 augustus 2017 zijn verblijfsvergunning twee weken later al binnen heeft, opvallend snel in het bureaucratische Suriname. Omar en Gonzales vieren in 2017 samen kerst in Paramaribo. In een Star Wars-agenda houdt Gonzales allerlei coördinaten bij. Uit deze coördinaten blijkt dat het kartel de beschikking heeft over een illegale landingsstrip in Tibiti, een gebied ten zuidwesten van Paramaribo dat alleen per boot of vliegtuig bereikbaar is. Vlakbij de Tibiti-rivier en de Coppename-rivier hebben de Colombianen een sober basiskamp ingericht. Er staan meerdere jerrycans met avgas gereed, brandstof geschikt voor propellervliegtuigen.

In dit omvangrijke stuk tropisch oerwoud vol met brulapen, ijsvogels en wilde zwijnen kunnen de Colombianen ongestoord duizenden kilo’s cocaïne het land invliegen. Het enige dat zij dan nog hoeven te doen is de drugs in de vissersboot laden en het stroomopwaarts naar de illegale scheepswerf of een geheime opslagplaats brengen. Het vermoeden is dat er tussen de tien en twintig drugsvluchten vanuit Colombia naar Tibiti hebben plaatsgevonden.

Eind januari 2018 wordt de eerste fase van het project afgerond. Met behulp van graafmachines, pontons, duizenden liters brandstof en de inzet van een handjevol Surinaamse loonwerkers is een aanzienlijk deel van het perceel ontbost. Ook is een kanaal gegraven waar uit het zicht van de Saramacca-rivier een duikbootwerf met kampement is gebouwd. De Colombianen pakken door. Een maand later, het is dan eind februari, is de bouw van de eerste duikboot vrijwel afgerond. Via de Nieuwe Haven in Paramaribo worden twee zware duikbootmotoren geïmporteerd. Fernando Pineda Jimenez is dan al in Suriname.

Een halfjaar eerder. Het is zondag 23 juli 2017 rond het middaguur als gemaskerde en zwaarbewapende leden van een arrestatieteam een islamitische slagerij aan de Van Idsingastraat in hartje Paramaribo binnenvallen. Het doelwit zijn de in Den Haag geboren en getogen broers Naser I. en Raoul A., allebei in het bezit van de Nederlandse nationaliteit en destijds respectievelijk 31 en 35 jaar oud. Onder toeziend oog van een zoontje van een van de mannen worden zij geboeid en gemaskerd meegenomen en in beperking gesteld. De verdenking is dat zij voor IS hebben geprobeerd mensen te ronselen in Suriname, Nederland en België. Daarnaast zouden zij een aanslag voorbereiden op de Amerikaanse ambassadeur in Suriname, Edwin Nolan.

Direct na de inval doen in Suriname hardnekkige geruchten de ronde dat er witte agenten betrokken waren bij de arrestaties. Fransen of Amerikanen, wordt beweerd. Hoewel het Openbaar Ministerie in Paramaribo diezelfde dag nog benadrukt dat van betrokkenheid van buitenlandse inlichtingendiensten geen sprake is, blijkt het tegen- deel waar te zijn. Nieuwe Revu weet dat de arrestaties plaatsvinden op basis van informatie die de FBI deelt met de hoogste OM-baas, procureur-generaal Roy Baidjnath-Panday. Omdat Suriname geen ervaring heeft met terrorismebestrijding richt hij een speciale taskforce op, de Counter Terrorism Intelligence Unit (CTIU), bestaande uit negen specialisten uit verschillende geledingen van het Surinaamse politieapparaat.

Zonder dat iemand het op dat moment weet, blijkt het de eerste stap te zijn naar het oprollen van het Colombiaanse drugskartel. Want hoewel op het DEA-kantoor in Georgetown niet veel later informatie binnenstroomt over het kartel, weigeren zij die te delen met de politieafdeling die daarvoor in Suriname bestemd is, de Narcotics Intelligence Unit (NIU). De angst is dat de inlichtingen eenmaal gedeeld met de autoriteiten op straat komen te liggen. Onze goed ingevoerde bron (naam bekend bij de redactie): ‘De DEA weet dat de NIU lek is. Ze hebben totaal geen vertrouwen meer in de top van de Surinaamse politie. Het hele apparaat is verziekt.’

Bij hoge uitzondering wil onze bron meewerken aan een verhaal over de wereld van cocaïnehandel in Suriname en de volgens hem doelbewust gebrekkige bestrijding daarvan. De voorwaarden die hij op tafel legt zijn helder: volledige anonimiteit. We spreken hem meerdere malen op een afgelegen locatie in Paramaribo, ergens waar geen toehoorders zijn. De gesprekken mogen worden opgenomen, maar pas na meerdere toezeggingen dat de opnames te allen tijde geheim blijven. Of hij gevaar loopt? ‘Ik loop constant gevaar. Niemand binnen de regering zit op een gedegen drugsonderzoek te wachten.’

Na maanden van intensieve samenwerking concluderen zowel de FBI als de CTIU dat de anti-terreuractie een succes is. De Amerikanen beschouwen het als een groot voordeel dat de CTIU rechtstreeks aan procureur-generaal Baidjnath-Panday rapporteert en geen deel uitmaakt van het in hun ogen corrupte politieapparaat. Baidjnath-Panday wordt gezien als een fatsoenlijke man waarvan bekend is dat hij op gespannen voet staat met de regering-Bouterse. Sterker nog: in juli 2017 zette Bouterse de OM-baas onder zware druk om ontslag te nemen. De president verweet Baidjnath-Panday dat hij de aanklager in het Decembermoorden-proces niet terugfloot toen hij de strafeis tegen Bouterse uitsprak.

Het leidde tot een clash tussen Bouterse en het OM. Hoe sterk de vertrouwensband tussen beide diensten inmiddels is, blijkt uit een opmerkelijke stap die de FBI besluit te nemen: wetende van de informatie waarmee de DEA in hun maag zit, stellen zij in opperste geheimhouding de CTIU aan hen voor. De DEA vindt hiermee de dienst die aan de hand van hun informatie het drugskartel in Suriname kan oprollen en tegelijkertijd buiten de invloedssfeer van de ooit voor drugshandel veroordeelde president Bouterse valt.

| revu.nl | Door: ROBERT ALTING