• woensdag 24 April 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

In Suriname zweren inheemsen bij hun eigen coronamedicijn

| nrc.nl | Door: Nina JurnaEuritha Tjan A Way

Wayana-inheemsen Het coronavirus heeft het dunbevolkte grensgebied van Suriname bereikt. Hier zijn nauwelijks medische voorzieningen, maar is wel de wonderdrank Wataki.

Toen Makiluala Aleksi ontdekte dat hij besmet was met het coronavirus, trok hij strompelend en zwetend van de koorts het oerwoud in. Met een mes kapte hij een stuk boombast, hij nam het mee naar huis en zette er thee van. „Ik voelde me verzwakt door de corona. De thee heb ik drie keer per dag gedronken en na een week voelde ik me beter. Alle covidverschijnselen waren weg.” 

Onder het golfplaten afdak van zijn houten buitenkeuken staat de fles met het

geelkleurig mengsel op een tafel tussen ijzeren pannen. In de hoek ligt een stapel houtblokken voor het vuur waar hij op kookt. Makiluala schudt de fles en neemt een flinke slok van het bittere goedje. „Heerlijk”.

Wataki, zo noemen de Wayana inheemsen - de groep waartoe Makiluala behoort - hun wonderdrankje. Van de driehonderd inwoners van het Wayana dorp Kawemhakan in het zuidoosten van Suriname bij de grens met Frans-Guyana, raakten in korte tijd 36 mensen besmet. Het dorp, met houten huizen op palen met daaronder hangmatten waar de inheemsen ‘s middags schaduw zoeken, ligt pal aan de Lawa-rivier die hier

langs inheemse en goudzoekersdorpen stroomt. Er is een medische post: een stenen gebouwtje naast een grote gemeenschapstent waar de bewoners bij elkaar komen. 

De post is opgericht door de Medische Zending, en wordt gesubsidieerd door de Surinaamse overheid, maar die loopt achter met betalen. Niet alleen heeft de post dus tekort aan middelen, ook hebben de bewoners van dit afgelegen gebied meer vertrouwen in hun eigen traditionele medicijnen uit de natuur.

Sinds een paar weken stijgt het aantal covidbesmettingen in Suriname snel, terwijl de situatie juist maandenlang goed onder controle was. Van de 600.000 inwoners raakten tot nu toe bijna 3.700 mensen besmet, 61 mensen zijn overleden. Voor het afgelopen weekend stelde de Surinaamse president Chan Santokhi een totale lockdown in.

De tweede golf in Suriname ontstond waarschijnlijk vanuit de moeilijk te controleren oostelijke en zuidelijke grensgebieden van Suriname, met buurlanden Frans-Guyana en Brazilië, die gevormd worden door rivieren en tropisch regenwoud. Bewoners en gebruikers van het gebied reizen over en weer.

Brazilianen bijvoorbeeld komen veelal illegaal naar Suriname om te werken in de goudvelden. Naar schatting zijn er zo’n 30.000 Brazilianen in heel Suriname; alleen al in het gebied rondom Kawemhakan werken er zo’n 4.000. En ook inheemsen in dit gebied reizen veelvuldig over en weer. „De Wayana en de Trio hebben familieleden in zowel Frans-Guyana als Brazilië”, zegt Romano Jalimsingh, communicatie manager van Amazone Conservation Team (ACT), een internationale organisatie die zich inzet voor behoud van de Amazone en voor het welzijn van de Inheemsen en Marrons.

Grote buur Brazilië is met meer dan 100.000 doden en bijna 4 miljoen besmettingen nu het epicentrum in Latijns-Amerika. Door de Braziliaanse president Bolsonaro wordt het virus nog altijd nauwelijks serieus genomen; anti-coronamaatregelen blijft hij overdreven vinden.

Foto’s Idi Lemmers

Ultimatum

In de Amazone loopt het aantal besmettingen ondertussen sterk op. Begin augustus gaf het Hooggerechtshof in Brazilië de president een ultimatum van een maand om maatregelen te nemen om de verspreiding van covid onder de inheemse gemeenschappen in de Amazone tegen te gaan. „De nonchalante houding van Bolsonaro en het hoge besmetting aantal in Brazilië maakt Suriname als klein buurland uiterst kwetsbaar”, zegt Jalimsingh bezorgd.

De eerste besmetting van de tweede golf in Suriname werd eind mei geconstateerd bij een Braziliaanse goudzoeker die illegaal naar Paramaribo was gereisd. Tijdens de verkiezingen van 25 mei jl. waren in Suriname veel mensen op de been en werd er rond stemlokalen nauwelijks afstand gehouden. Ook staken Surinamers die in Frans-Guyana wonen ongecontroleerd de grens over om te stemmen. Zo kon het virus zich snel verspreiden. „Toen de eerste besmettingen in ons dorp werden gesignaleerd, hebben we ons direct van de buitenwereld afgesloten. Ook het vliegveld ging in lockdown”, vertelt granman Ipomadi (Miep) Pelenapin, leider van de Wayana. De granmanis een van de weinigen in Kawemhakan die de mondbescherming dragen. De covidvoorlichting van de Surinaamse overheid in Paramaribo bereikt dit afgelegen gebied dat over land en water meer dan twee dagen reizen is, nauwelijks. Niet alleen zijn communicatiemiddelen beperkt, ook is de bestaande voorlichting voornamelijk in het Nederlands en het Sranan Tongo, terwijl in dit gebied Wayana, Portugees en Frans de voertalen zijn. En waar landelijke covidregels hier veelal onbekend zijn, daar worden lokale voorschriften, zoals die van het dorpshoofd, overtreden. 

„We merkten dat mensen toch stiekem het dorp uit gingen naar Frans-Guyana dat aan de overkant van de rivier ligt, om daar hun familie te bezoeken. Ze raakten er besmet met covid, en keerden weer terug naar Kawemhakan”, zegt Ipomadi Pelenapin. Tijdens de lockdown probeerde hij ook de vele Brazilianen in het gebied uit zijn dorp te weren, zegt hij stellig. Maar daar heeft de Braziliaanse bootsman, Demivaldo Rocha da Souza, weinig van gemerkt, zo blijkt. Da Souza brengt met een houten korjaal, een boomstamkano, goudzoekers naar de goudvelden, hij vaart de inheemsen naar hun dorpen en vervoert het handjevol Chinezen dat in dit gebied supermarkten runt.

„Niemand houdt mij tegen om naar de dorpen te gaan, of vraagt me of ik tussen Brazilië en Suriname reis. Er is hier geen controle”, zegt hij stellig. Volgens Da Souza is een aantal Brazilianen in de goudzoekersdorpen besmet geraakt, maar hadden ze slechts lichte verschijnselen. 

Makiluala Aleksi in de buitenkeuken waar hij het medicinale drankje Wataki heeft bereid. In de open keukens, een hut die apart staat van het huis, wordt er op gas en houtvuur gekookt. Foto Idi Lemmers

Goudzoekersdorp

Op nog geen tien minuten varen over de uitgestrekte Lawarivier vanuit Kawemhakan ligt het goudzoekersdorp Jaw Pasi met bijna 4.000 Brazilianen. Het is met zijn bar, kerk, schotelantennes voor Braziliaanse tv en niet te vergeten het bordeel , helemaal op hun noden toegesneden. Via hun schotelantennes volgen de goudzoekers de covidontwikkelingen in hun land op de voet.

„Ik maak me wel zorgen. Wat ik moet doen als ik ziek word?” zegt goudzoeker Antonio Alves Pinheiro, die twee maanden geleden, tijdens covidcrisis vanuit het noorden van Brazilië naar Suriname kwam voor werk. „Er is hier geen apotheek of iemand die je verzorgt als je het virus krijgt. Voor een medische behandeling moeten we helemaal naar Paramaribo”, zegt hij. Hoewel de vliegverbindingen inmiddels weer op gang zijn gekomen, bepalen de Wayana wie er op de begeerde vluchten mee mag en wie niet. Alves Pinheiro: „Ik denk niet dat ze ons als Brazilianen snel toelaten. In Paramaribo zitten veel Brazilianen vanwege covid nu vast. Ze kunnen niet naar het binnenland, terwijl ze hier in de goudvelden werken. Ze lopen veel geld mis”, zegt hij. 

Terug in het dorp Kawemhakan is op de medische post voor het eerst sinds tijden zowaar een lading medische spullen uit Paramaribo aangekomen. „Kijk, dit hebben we net binnen”, zegt gezondheidsmedewerker Purcy Haabo enthousiast. Gretig pakt hij in het gebouwtje de mondkapjes, beschermende kleding en desinfectiegel uit. Hoewel Haabo uit Paramaribo komt, en inheemsen doorgaans argwanend zijn jegens de medische post die lange tijd niet functioneerde, is Haabo hartelijk ontvangen. Hij kreeg zelfs een stuk tapirvlees overhandigd als welkomstcadeau. Dat kwam van Mitioe Pelenapin, familie van de granman en het dorpshoofd van Kawemhakan, die net was gaan jagen. Hij heeft de tapir behendig geslacht, kokend water over de huid gegooid en het vlees-nog rood en vers- in stukken gehakt. Dat veel dorpelingen teleurgesteld zijn in de Surinaamse regering die zich volgens hen te weinig bekommert over de situatie in het binnenland, begrijpt Pelenapin. „Vanaf de eerste besmettingen hebben we hulp aan de overheid gevraagd, maar die hulp is nooit gekomen. We hebben ons vooral zelf moeten redden hier.”

 

 

Foto’s Idi Lemmers

Aan de rivier, bij de steiger van Kawemhakan maakt een groepje jonge Wayana lol. „Corona, corona, corona”, zingen ze lachend. De jongeren maken zich niet druk om het virus. Overdag wordt er enthousiast gevolleybald en ’s avonds houden ze gewoon hun feestjes. Afstand houden lijkt een te grote opgave. De angst is niet groot, zolang het virus niet heel hevig huishoudt. Tot nu toe kregen de meeste besmette inwoners immers slechts lichte verschijnselen. Ze waren getest door een arts van de medische zending die met een partij testen vanuit Paramaribo naar het dorp was gevlogen. Een van de jongeren, Daniel Tewaykem, bleek positief. „Ik werd koortsig en ineens was mijn smaak weg” vertelt hij. Inmiddels is hij weer beter. Zoals de meeste dorpelingen nam hij geen paracetamol of vitamine C, maar zweert hij bij het traditionele drankje, Wataki.

| nrc.nl | Door: Nina JurnaEuritha Tjan A Way