De economische crisis die nu al twee jaar lang huishoudt in Suriname, dreigt in een bankencrisis uit te monden. De failliete overheid kan grote sommen geleend geld niet terugbetalen aan De Surinaamsche Bank. Deze is met veertig procent marktaandeel de grootste retailbank van het land en balanceert momenteel op het randje van de afgrond.
De Centrale Bank van Suriname hoopt nu dat de andere banken van het land willen bijspringen om een reddingte bekostigen, maar die weigeren vooralsnog geld te storten in een bodemloze put.
Aan de basis van de crisis liggen de sinds 2014 wereldwijd sterk gedaalde prijzen van olie en goud, de belangrijkste exportproducten van Suriname. Hoewel de inkomsten van de overheid daardoor fors terugliepen, bleef de regering van president Desi Bouterse bakken met geld uitgeven aan sociale woningbouw, gratis gezondheidszorg en hogere uitkeringen.
Om dat allemaal te kunnen betalen, werd niet alleen in het buitenland geleend, maar ook bij lokale banken. Alleen al bij De Surinaamsche Bank had de overheid op 31
Dat klinkt weinig, maar in de piepkleine Surinaamse economie (Suriname heeft een bbp van 4,2 miljard euro) is dat genoeg om een bank te gronde te richten. Zo geeft De Surinaamsche Bank toe dat haar solvabiliteitsratio eind vorig jaar naar een historisch dieptepunt was gedaald (0,67 procent), wat in gewone mensentaal betekent dat de bank op termijn haar schulden gewoonweg niet kan terugbetalen.
Directie
"Naast de overheid heeft natuurlijk ook de directie van de bank ongelooflijk zitten knoeien. Voormalig bankdirecteur Sigmund Proeve is veel te welwillend omgegaan met leningaanvragen van vooral de Surinaamse staat onder leiding van president Bouterse. Bij de Centrale Bank van Suriname ontbreekt dan weer de knowhow om echt goed toezicht te houden, waardoor de problemen niet tijdig zijn ontdekt", weet financieel adviseur Hans Moison.
De Amsterdammer maakte in 2016 een jaar lang deel uit van het directieteam van De Surinaamsche Bank. Moison: "Niet lang na mijn aantreden ontdekte ik tot mijn afgrijzen dat de bank ook zelf een erg grote schuld had opgebouwd, en wel bij de Centrale Bank. De bankdirectie had daar geld geleend, om dat vervolgens weer te kunnen uitlenen aan de overheid. Dat is niets minder dan indirecte, monetaire financiering, iets waarop in heel wat andere landen bij wijze van spreken de doodstraf staat."
Op aandringen van Moison werd bankdirecteur Proeve door de raad van commissarissen bij de bank geschorst. De nieuwe directie wil niet reageren op vragen over de precaire financiële situatie van de bank.
Geen bankrun
In een persbericht gaf de Centrale Bank van Suriname deze week toe dat ze zoekt naar geld om 'daar waar nodig' bijstand te verlenen. Moison noemt die hulp een druppel op een gloeiende plaat. "Als de overheid het half miljard Surinaamse dollars aan leningen niet terugbetaalt aan De Surinaamsche Bank, gaat die gewoonweg failliet", verzekert hij.
Het doet enigszins denken aan recente gebeurtenissen in de eurozone. Ook in Nederland, België, Portugal en Griekenland zijn in de nasleep van de kredietcrisis grote banken over de kop gegaan doordat zij enorme kapitalen hadden gestopt in risicovolle leningen en beleggingen.
Toch is geen sprake van een bankrun in Suriname waarbij spaarders hun geld van de bank halen.
Moison: "Veel Surinamers hebben natuurlijk niet eens een bankrekening, anderen parkeerden hun vermogen allang in het buitenland. Toch is het inderdaad gek dat iedereen blijkbaar de schouders ophaalt."
"Volgens mij wordt nog steeds niet goed begrepen hoe ernstig de situatie is. Zo is het de vraag of bij de andere banken ook nog lijken uit de kast zullen vallen. Stond mijn spaargeld bij De Surinaamsche Bank, dan zou ik 's nachts heel erg slecht slapen."