• dinsdag 26 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Inwisselplicht zal druk op houtexporteurs vergroten

| sun.sr | Door: Redactie

De regering is voornemens om een inwisselplicht en valuta-repatriatieplicht van 30% in te voeren, voor exporteurs. Per januari 2021, zou het zover moeten zijn dat bedrijven 30% van hun omzet verplicht omwisselen bij de Centrale Bank van Suriname, tegen de unificatiekoers. Voor Herman Fraser van de Algemene Surinaamse Houtunie (Ashu), zijn er nog té veel onduidelijkheden met betrekking tot deze maatregelen, indien de regering die doorvoert.

style="box-sizing:border-box; font-weight:bolder">Gevolgen voor de houtsector

Ten eerste zou de regering de koers wel moeten kunnen hanteren. In het verleden is de inwisselplicht reeds ingesteld. Toen werkte de maatregel averechts voor de producenten; de officiële koers was heel laag op 1.80, terwijl de straatkoers tussen 300 en 400 lag, waardoor ondernemingen in grote problemen kwamen.

Deze sector heeft reeds bestaande wetgeving en tientallen beschikkingen. Een

van die beschikkingen is de fiscale waarde/FOB-waarde beschikking voor de uitvoer van hout. Op basis van die FOB-waarde wordt reeds 20% exportbelasting afgedragen door de houtsector. De FOB-waarde is per december 2020 verhoogd. Momenteel is die vastgesteld op US$ 180, waarvan US$ 36 (20%) wordt afgedragen aan belastingen. Door de maatregel zou de export van hout duurder worden voor de houtexporteurs, die reeds hoge FOB-kosten betalen.

Fraser vraagt zich ook af als de ondernemingen wederom over deze valuta tegen bankkoers kunnen beschikken, voor het betalen van de kosten voor hun vergunningen.

Indien de maatregelen worden doorgevoerd, zonder daar specifieke aanpassingen in te brengen voor de houtsector, zal de export van specifieke soorten rondhout, afnemen of zelfs wegvallen. ‘Indien men maar US$ 160 krijgt, terwijl de FOB-waarde US$ 180 is, zullen de producenten het verschil niet uit eigen zak erbij zetten’, zegt Fraser. Dat is verlies.

Fraser speculeert dat de overheid misschien doelbewust de export van rondhout wil ontmoedigen met de maatregelen. Maar, dat moet dan optijd worden doorgecommuniceerd. Uiteraard loopt de staat inkomsten mis, wanneer de export afneemt; ookal is dat van rondhout.

De kosten voor de export zijn reeds torenhoog. Daarnaast hebben houtexporteurs hoge vrachtkosten te betalen, omdat de vaargeul dichtslipt. Het uitbaggeren van de rivier heeft op zich laten wachten, waardoor de vracht- en containerkosten zijn toegenomen. Het gevolg is dat het Surinaamse hout internationaal duurder wordt, en afnemers dan goedkopere leveranciers opzoeken

Administratieve rompslomp

Volgens Fraser worden kredieten verstrekt voor de levering van hout, voor een variërende periode van 30 tot 60 dagen. Ook worden transporten betaald voor lucht- en zeevracht, in vreemde valuta. Fraser vraagt zich af hoe de gevolgen van de maatregelen op deze diensten aangepakt zullen worden. Het wordt een administratieve rompslomp. De ondernemers wil ook weten wie zal opdraaien voor de administratieve kosten als gevolg van de maatregelen. De houtsector moet ook bij de export van hout verschillende documenten opmaken, waaronder die voor de Internationale Transacties. Dit dient afgestempeld te worden door de douane. Fraser zegt dat ook de douane haar huiswerk moet hebben gemaakt, omdat de banken deze documenten bestempeld willen hebben.

Overleg met de sectoren

De houtsector is bereid om het land uit de problemen te helpen met het terugbrengen van de valuta. Alleen zijn er veel onduidelijkheden, die met overleg eventueel verholpen kunnen worden. De houtsector is tot op heden niet gehoord door de regering. Fraser zegt dat overleg belangrijk is, omdat de problemen anders op een lange baan worden geschoven, voordat er oplossingen komen.

| sun.sr | Door: Redactie