• vrijdag 22 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Hoe een land met een miljard inwoners haar vaccinatiecampagne aanpakt

| algemeen dagblad | Door: Mark van Assen

In een gigantische logistieke operatie begint India vandaag aan het vaccineren van zijn 1,4 miljard inwoners. Om te beginnen moeten uiterlijk deze zomer 30 miljoen mensen in de zorg en 270 miljoen ouderen en kwetsbaren tegen corona zijn ingeënt.

De allereerste die dit weekend een vaccin kreeg toegediend, is Manish Kumar. Hij werkt als schoonmaker in een ziekenhuis in New Delhi. ,,Dit geeft me de kracht om door te gaan”, zei hij tegen persbureau AP. ,,Ik voel me erg opgelucht, dus ik kan het iedereen aanraden.”

Even hiervoor had premier Narendra Modi met tranen in de ogen de natie toegesproken.

,,Deze ziekte heeft families uit elkaar gerukt en moeders van hun kinderen gescheiden”, zei hij. ,,En degenen die zijn overleden hebben niet eens afscheid kunnen nemen van hun dierbaren.” Het is niet duidelijk of Modi zelf ook een spuit heeft gekregen, zoals dat bij vele andere leiders al wel in het openbaar werd gedaan.

Trouwzalen

Volgens de regering is deze immunisatiecampagne de grootste ter wereld. India telt bijna 1,4 miljard inwoners. Daarmee is het na China het meest bevolkte land. Volgens de planning moeten er op de eerste dag ruim 300.000 mensen zijn ingeënt. Het doel is om deze zomer in elk

geval zo’n 300 miljoen mensen twee doses toe te dienen. De mensen in de zorg zijn het eerste aan de beurt. Daarna komen de ouderen en de mensen met een slechte gezondheid. De overheid gebruikt de kiesregisters om de juiste mensen te bereiken.

Er zijn in totaal 200.000 mensen opgeleid om vaccins toe te dienen en nog eens 370.000 om te assisteren. Verspreid over het hele land zijn er 3.000 vaccinatiecentra ingericht, onder meer in ziekenhuizen, scholen, trouwzalen en gemeentekantoren.

 

Premier Narendra Modi spreekt het land toe bij het begin van de vaccinatiecampagne.

Premier Narendra Modi spreekt het land toe bij het begin van de vaccinatiecampagne. © EPA

Weigering

India gebruikt het vaccin Covishield van AstraZeneca en de Universiteit van Oxford. Het wordt geproduceerd in Pune, een stad in het westen van het land, vlakbij Mumbai. Een ander vaccin, Covaxin, is ook deze maand goedgekeurd. De effectiviteit van dit Indiase vaccin moet echter nog bewezen worden: de testfase is nog niet afgelopen. 

Dat heeft ertoe geleid dat zeker één staat een lading vaccins heeft geweigerd. In een ziekenhuis in New Delhi eisten dokters dat ze het vaccin van AstraZeneca zouden krijgen. Volgens hun vakbond vertrouwden ze het Indiase vaccin niet, omdat het nog getest wordt.

In Maharashtra, de zwaarst getroffen staat, klinkt er ook kritiek. Een ziekenhuisdirecteur laakte de haast van de regering met het eigen vaccin: ,,In haar drang om populistisch te zijn, maakt ze beslissingen die misschien niet in het belang zijn van de gewone burgers.” Premier Modi riep in zijn toespraak op om ‘geruchten over de veiligheid van de vaccins’ niet te geloven. Wat niet helpt is dat lang niet iedereen is overtuigd van het nut van vaccins. Volgens een onderzoek aarzelt bijna 70 procent van de bevolking om zich te laten inenten. 

Deskundigen zien ook een ander probleem. India houdt bijvoorbeeld het vervoer en de levering van de vaccins bij via een app. Grote delen van het land hebben echter slecht of helemaal geen internet.

Ontspanning

De laatste cijfers wijzen uit dat er in India inmiddels meer dan 150.000 personen zijn overleden aan het virus. Alleen in de VS en Brazilië stierven er meer mensen. Er zijn al 10,5 miljoen mensen besmet geraakt. Dat is het op één na hoogste aantal, na de VS. De afgelopen tijd daalt dat aantal echter gestaag. In september kwamen er per dag 90.000 nieuwe gevallen bij, maar dat is sindsdien fors afgenomen. Volgens de New York Times heeft dat geleid tot een zekere ontspanning in het land. Het is weer erg druk in de steden, en de mensen nemen het weer het vliegtuig of de trein. Ook valt het op dat lang niet iedereen meer een masker draagt.

| algemeen dagblad | Door: Mark van Assen