De nieuwe Surinaamse president Santokhi legt de lat hoog. Te hoog?
| Volkskrant.nl | Door: Kees Broere
Herstel van de economie en van de rechtsstaat: de Surinaamse president Santokhi, die donderdag wordt beëdigd, staat voor een zware taak. En dan is er nog de rol van vicepresident Brunswijk.
Daar ging hij. In stemmig maatpak en met een lichtblauw mondkapje op. De ‘commissie van uitgeleide’ liep, strikt zoals het protocol bij een staatshoofd het voorschrijft, samen met hem naar de uitgang van het parlement. Exit president Desi Bouterse. Dat was afgelopen maandag. Donderdag heeft Suriname een nieuwe leider, de 61-jarige Chandrikapersad (‘Chan’) Santokhi.
Zo officieel en schijnbaar onbewogen het ging in De Nationale Assemblee (DNA), zo historisch en
Bouterse vatte het nog even samen in de gelukswens voor zijn opvolger. ‘De strijd is gestreden en het volk heeft gesproken’, zo verwees hij naar de verkiezingen van eind mei dit jaar, die Bouterses partij NDP overtuigend verloor van Santokhi’s VHP. ‘Het zal geen gemakkelijke job zijn – ik weet er alles van – maar het is te doen als we gezamenlijk de schouders eronder zetten.’
Toch is dat wat Chan Santokhi en zijn regeringscoalitie van vier partijen de komende jaren willen doen. ‘Er zal geen ruimte zijn voor corruptie, persoonlijk belang en eigen gewin’, zei hij maandag, nadat DNA hem had aangewezen als de man die donderdag bij het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo de plechtige inhuldiging tot president zal ondergaan. Motoragenten zullen Santokhi begeleiden; zijn aanhangers zullen juichen en een traantje wegpinken. Daarna moet iedereen vooral keihard aan de slag.
Welvaart, welzijn en rust
De nieuwe president, de man die in Nederland de politieacademie volgde en in Suriname onder meer minister van Justitie was, is zich hiervan zeer bewust. In het regeerakkoord staat heel duidelijk: ‘De coalitie heeft als grootste prioriteit het aanpakken van de financieel-economische crisis.’ En ook: ‘Economische stabiliteit en inclusieve groei zijn belangrijke voorwaarden om te komen tot herstel van welvaart, welzijn en rust in de samenleving.’
Daarmee is op zich al een regeringstermijn van vijf jaar te vullen, met alle kans om te falen. De druk van allerlei kwesties die ‘van buitenaf’ op de regering-Santokhi zullen afkomen, is enorm groot. Tegelijkertijd moet de nieuwe Surinaamse leider ook goed opletten wat er ‘van binnenuit’ allemaal voor zijn regering kan misgaan. En dan vooral vanwege Ronnie Brunswijk, de nieuwe vicepresident.
Brunswijk (59) is om veel redenen een bijzondere man. Hij was ooit lijfwacht van Bouterse, streed daarna in de jaren tachtig als leider van het Junglecommando tegen diezelfde Bouterse, en is inmiddels al jaren actief in de politiek. Zijn partij, de ABOP, vertegenwoordigt vooral de marrons in Suriname, de mensen die zichzelf vrijmaakten als slaven, lange tijd in het binnenland van Suriname verbleven, maar tegenwoordig ook steeds meer in Paramaribo en andere steden wonen. De emancipatie van de marrons krijgt met Brunswijk als machtig politicus op een imposante manier gestalte.
Maar Brunswijk is ook een man die, net als Desi Bouterse, in Nederland bij verstek is veroordeeld vanwege de handel in harddrugs en in eigen land voor zijn aandeel in een bankoverval. In beide gevallen zegt hij onschuldig te zijn. De afgelopen jaren heeft hij veel geld verdiend door zijn deelname in bedrijven die in het binnenland van Suriname actief zijn bij de winning van vooral goud. Hij schaamt zich niet voor zijn rijkdom. Na behandeld te zijn voor covid-19 schonk hij onlangs drie auto’s en geld aan verpleegkundigen.
Na de recente parlementsverkiezingen maakte Brunswijk duidelijk dat de verliezende partij van Desi Bouterse miljoenen dollars smeergeld zou willen betalen om hem tot een coalitie met de NDP te bewegen. De NDP heeft dit steeds met kracht tegengesproken. Maar de impliciete boodschap van Ronnie Brunswijk aan Chan Santokhi is duidelijk: Brunswijk kan de coalitie maken; hij kan haar ook breken.
Banden met Nederland
Wellicht kan Santokhi als extern tegenwicht tegen de potentiële interne dreiging van zijn vicepresident Brunswijk soelaas vinden in het verbeteren van de relatie met onder andere Nederland, waar na 1975 een groot deel van de toenmalige bevolking is gaan wonen. Een herstel van de betrekkingen op volwaardig ambassadeursniveau, iets waarvan al geruime tijd geen sprake meer is, staat in elk geval in het regeerakkoord.
Dinsdag al sprak Santokhi over de telefoon met Mark Rutte. De Nederlandse premier liet na afloop via Twitter weten een ‘hartelijk gesprek’ te hebben gevoerd, onder meer ‘over het aanhalen van de banden tussen onze landen.’ Vrijdag, zo is in Paramaribo gemeld, zullen hierover ambtenaren van beide ministeries van Buitenlandse Zaken verder spreken.
Maar de circa 600 duizend Surinamers met hun rijkgeschakeerde etnische identiteiten staan uiteindelijk zelf voor de grootste opgaven. Chan Santokhi en zijn bevolking kunnen voor het ‘herstel van welvaart, welzijn en rust’ elke meevaller meer dan gebruiken. Veel ogen zullen daarbij gericht zijn op de gevonden én nog te vinden voorraden olie voor de Surinaamse kust. De directeur van het Staatsoliebedrijf, Rudolf Elias, is hierover steeds duidelijk geweest. Suriname kan net zo rijk worden als Noorwegen. Maar ook even straatarm als Venezuela.
Chan Santokhi weet wat hij wil. Nu moet blijken wat hij kan.
Foto: De nieuwe president Chan Santokhi (links) en vicepresident Ronnie Brunswijk maandag in Paramaribo na hun benoeming door De Nationale Assemblee. Beeld Ranu Abhelakh / Reuters
| Volkskrant.nl | Door: Kees Broere