• donderdag 21 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Anil Ramdas in 1993. Beeld Hollandse Hoogte / Ton Hendriks

De ‘koning der allochtonen’ wiens stem gemist wordt in tijden van loopgravenoorlogen over cultuur, identiteit en sektarisme

| Volkskrant.nl | Door: Sheila Sitalsing

Ramdas was sprankelend, erudiet en geliefd. Maar het hielp niet. Paul Cohen maakte een documentaire over opkomst en ondergang van ‘de koning der allochtonen’.

30 april 2019, 18:15

Soms lijken de mensen een beetje te zijn vergeten waarom Anil Ramdas in de jaren negentig zo’n sensatie was, zo’n veelgevraagd en graag gelezen essayist en spreker, met zijn sprankelende, meanderende, vaak erg geestige en onderzoekende columns en essays en lezingen, waarin hij originele en slimme antwoorden gaf op grote vragen. Over identiteit, over stijl, over kolonialisme en beschaving. Het is dan ook een eeuwigheid geleden, de jaren negentig van de vorige eeuw. 

Maar als je

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
zijn stukken uit die tijd herleest (en dat kan eenvoudig, er is in 2017 een fraaie bloemlezing verschenen met zijn mooiste stukken) – over zijn afkeer van harde identiteiten, over Zwarte Piet als een vorm van onbeleefdheid, over hoe het kon gebeuren dat de mensen in Nederland (‘het meest beschaafde landje op aarde’) ‘zo zelfgenoegzaam en zo wereldvreemd’ werden, over zijn wantrouwen jegens ‘gedeeld slachtofferschap omdat dat erg stimulerend is voor een collectieve identiteit’ – dan denk je: zo iemand hebben we niet meer. En die stukken, die kunnen zó weer de krant in, of in De Groene waar hij jaren voor

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
schreef. Die lezingen kunnen integraal opnieuw worden uitgesproken. Die vraaggesprekken met denkers die hij bekend maakte in Nederland, zoals Stuart Hall en Kwame Anthony Appiah, kunnen zó weer op televisie.

ANIL RAMDAS, DE BIOGRAFIE

Anil Ramdas (Paramaribo, 16 februari 1958 – Loenen aan de Vecht, 16 februari 2012) studeerde sociale geografie, was een Surinaams-Nederlandse schrijver en journalist. Schreef voor De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad. Maakte programma’s voor de VPRO en de NPS, waaronder In Mijn Vaders Huis en Het Blauwe Licht (met Stephan Sanders). Schreef onder veel meer De Strijd van de Dansers (1988), De papegaai, de stier en de klimmende bougainvillea (1992), De beroepsherinneraar en andere verhalen (1996), Zonder liefde valt best te leven(2004), Paramaribo: de vrolijkste stad in de jungle (2009), Badal (2011). In 1997 verscheen de bloemlezing Ik had me de wereld anders voorgesteld, samenstellers: Pieter Hilhorst en Kawita Ramdas. Nam op zijn 54ste verjaardag afscheid van het leven. De schrijver Karin Amatmoekrim werkt aan een proefschrift over Anil Ramdas, een biografie die in 2020 verschijnt.

In deze krankzinnige tijden van loopgravenoorlogen over cultuur, identiteit, sektarisme, over de vraag wie recht van spreken heeft op welk podium, en over het gegeven dat de jaarlijkse wandeltocht in de Nacht van de Vluchteling niet vanaf Kamp Westerbork kan vertrekken wegens ‘aanhoudende bedreigingen, grove beledigingen en intimidaties aan met name het adres van Herinneringscentrum Westerbork’, zijn er mensen wier stem gemist wordt. Omdat ze er vermoedelijk iets zinnigs over te zeggen zouden hebben, maar veel te vroeg overleden zijn: HJ Schoo, Michaël Zeeman. En Anil Ramdas.

Nu is er een documentaire, Nooit meer thuis. Half april ging hij in première in de Balie, het Amsterdamse debatcentrum waar Ramdas een ongelukkige periode directeur van was en dat een nieuw front blijkt te zijn geworden in de cultuurstrijd nu er klein rumoer is over de vraag of een plek besmet kan zijn. Anil had er vast iets fraais over geschreven. Aanstaande donderdag is de televisiepremière op NPO 2.

Nieuwe lompheid als persoonlijk falen

Regisseur Paul Cohen probeert daarin opkomst en ondergang van ‘de koning der allochtonen’ te reconstrueren. Er is veel aandacht voor de ondergang. Het alcoholisme. Ramdas’ ontsteltenis toen hij na een paar jaar in India terugkeerde naar Nederland en bemerkte dat progressiviteit grondig uit de mode was geraakt. Zijn meningsverschil met Joost Zwagerman die je chic ‘polemiek’ zou kunnen noemen, of gewoon een ordinaire, treurige schoolpleinruzie. Zijn onvermogen om in de opkomst van de PVV iets anders te zien dan het gitzwarte einde van de beschaving: omdat hij vond dat schrijvers de opdracht hadden de beschaving verder te brengen, zag hij de nieuwe lompheid als een persoonlijk falen.

Zoals er in veel wat er sinds zijn dood in 2012 in Loenen aan de Vecht over hem is geschreven en gezegd aandacht is voor zijn ondergang. Want dat zien de mensen graag: vallende helden, jankende Icarussen, ‘zo, zo, meneertje dacht dat hij iets voorstelde?’

Voor Suriname was hij de eigen V.S. Naipaul. De begaafde schrijver die het gemaakt had in het grote, oude moederland aan de overkant van de oceaan, en die, net als zijn held Naipaul, uitvoerig kon mopperen op het eigen nest.

Tijdens Zomergasten, filmbeeld uit de documentaire van Paul Cohen over Anil Ramdas, ‘Nooit Meer Thuis’.

Hij kon op een bijeenkomst over de Caribische diaspora omstandig uitleggen dat mensen uit het Caribisch gebied zich gelukkig moesten prijzen om daar weg te kunnen komen, ‘omdat iedere ambitie in die landen in de kiem wordt gesmoord en de inwoners denken dat het leven er alleen maar is om in te feesten en te dansen’. Dat kwam hem op een reprimande te staan van de organisatrice van de bijeenkomst. Omdat hij in zijn praatje niet was ingegaan op de onderdrukking, minachting en vernedering die Caribische migranten hier ten deel vielen.

Ze had ook een verklaring voor zijn verzuim, schreef hij in 1996 in De Beroepsherinneraar: ‘Ze kon zich goed voorstellen dat ik er zo over dacht. Dankzij mijn succes kon ik mij veroorloven niet langer solidair te zijn met mijn mensen. Het was een beschuldiging die ik vaker had gehoord. Wie niet onvoorwaardelijk en blindelings solidair is met zijn broeders is op z’n best elitair, maar soms ook ronduit een collaborateur, een sell-out, een bounty. Ik ontkende mijn ware aard, suggereerde de mevrouw van de bibliotheek, ik verloochende mijn culturele roots en ik liet ‘mijn mensen’ in de steek.’

Geen ruimte voor de belangrijke vragen

Door dat groepsdenken, vond hij, door altijd maar dat gepalaver over wie je bent en waar je vandaan komt, kwamen migranten niet toe aan veel belangrijkere vragen: wie wil je worden en waar ga je naartoe?

Hij kon wrede dingen schrijven over zijn vaderland, over ‘het gebrek aan zelfkritiek, reflectie en ironie’ dat hij in Paramaribo meende aan te treffen. Over het amateurisme, het gebrek aan vooruitgang in een land waar snel internet een luxe is (in veel van zijn latere schrijfsels over Suriname is niet-werkend internet een permanente bron van ergernis) en de machthebbers nog in de vorige eeuw zijn blijven hangen.

Toch hielden ze van hem, de ex-Surinamers van de eerste generatie in Nederland, die geen ‘gemeenschap’ vormen maar elkaar wel van verre signalen van herkenning geven, als motorrijders op de snelweg, en die ‘We zijn trots op je hoor!’ roepen wanneer je iets bent gaan betekenen in het land van de oude kolonisator. Ze waren het vaak niet met hem eens, maar ze waren ongegeneerd trots op hem, niet alleen in het begin, toen hij begin jaren negentig furore maakte in één van de boeiendste afleveringen uit de geschiedenis van Zomergasten, ook later, toen Nederland grondig op hem was uitgekeken, toen hij beschimpt werd, en zijn roman Badal niet de ontvangst kreeg waarop hij had gehoopt.

In Paul Cohens documentaire zit een goedgekozen fragment uit die Zomergasten-aflevering, over de beschavingsmissie en de aantrekkingskracht van wat toen nog onbekommerd ‘het Westen’ heette: ‘Als je eenmaal besmet bent door het idee van het Westen, de vrijheid die je krijgt, de culturele waardigheid die je krijgt als individu, de rechten, de vrijheden, dan is dat onverwoestbaar. En zolang je daar geen greep op krijgt, is geen muur te hoog, men komt er toch overheen of onderdoor. En het Westen kan niet meer terug. Je kán niet zeggen: ik heb niks meer met de wereld te maken en de rechten en verworvenheden zijn voor ons. Het Westen kan niet anders dan doorgaan met de wereld verwesteren en deze mensen in zich opnemen. En het Westen ontkent deze betekenis. En daaruit ontstaat deze zogenaamde vreemdelingenproblematiek.’

Gaat dat zien.

| Volkskrant.nl | Door: Sheila Sitalsing