• vrijdag 10 October 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Column: Politieke vingers in de oliepot

Column: Politieke vingers in de oliepot

| starnieuws | Door: Redactie

De aangekondigde benoeming van de nieuwe RvC bij Staatsolie legt opnieuw bloot dat toezicht op staatsbedrijven nog steeds een politieke zaak is. Wie de macht heeft, verdeelt de stoelen – vaak niet
op basis van kennis of ervaring, maar van partijloyaliteit. En dat gaat soms vooraf aan een interne stoelendans binnen de partij om de felbegeerde posities.

Het zou naïef zijn om niet te erkennen dat elke regering haar eigen mensen benoemt in raden van commissarissen. Dat is nu eenmaal de politieke realiteit waarmee elke bestuursperiode begint. Maar wat inmiddels gewoon is geworden, is niet automatisch normaal – laat staan gezond. Het probleem is niet dat regeringen invloed willen uitoefenen, maar dat politieke loyaliteit zwaarder weegt dan bekwaamheid. Alsof trouw aan de partij voldoende is om toezicht te houden op miljardeninvesteringen. Een commissaris hoort

niet de oren van de minister te zijn, maar de ogen van het volk.

Bij staatsbedrijven – en zeker bij Staatsolie – gaat het niet om symbolische functies of politieke gunsten, maar om de toekomst van de nationale economie. Sinds de olieontdekkingen van 2020, met investeringen van meer dan US$ 10 miljard door TotalEnergies, staat Suriname aan de vooravond van een olierijk tijdperk. Het beheer van die rijkdom zal bepalend zijn voor de huidige én toekomstige generaties.

De benoeming van Rudolf Elias als president-commissaris is politiek te begrijpen én inhoudelijk te verdedigen. Als gewezen directeur kent hij het bedrijf, heeft kennis van de internationale olie-industrie en begrijpt de financiële risico’s. Hij heeft zijn stem herhaaldelijk schor geroepen en gewaarschuwd voor de gevaren van slecht politiek beheer van toekomstige olie-inkomsten en pleitte voor een duidelijk plan om te voorkomen dat Suriname ten prooi valt aan de zogeheten resource curse. Hij kan dus werkelijk van toegevoegde waarde zijn in deze rol.

Anders ligt het bij Sergio Akiemboto, de huidige chief of staff van het Kabinet van de President. Zijn benoeming is politiek te verklaren, maar inhoudelijk moeilijk te verdedigen. Formeel is het de president die De Staat als aandeelhouder vertegenwoordigd. De benoeming van Akiemboto creëert in de praktijk een directe lijn tussen de president en het bedrijf. Dat is geen toezicht, maar politieke controle met een fraai etiket.

De vraag is dan ook of de nieuwe raad als geheel werkelijk onafhankelijk en deskundig kan functioneren. Want benoemingen zijn vaak niet alleen een kwestie van politieke invloed, maar ook van het accommoderen van tweede- en derderangs partijbonzen, familieleden en vrienden zonder de vereiste kennis. Vers in het geheugen liggen nog de omstreden benoemingen van gewezen first lady Mellisa Santokhi in de RvC van Staatsolie, en Leo Brunswijk in meerdere topfuncties bij staatsbedrijven. Zodra politieke benoemingen de toon zetten, verliest de raad zijn scherpte. En als de waakhond muilkorven draagt, kan zelfs een bedrijf als Staatsolie ontsporen. 

Hoewel het staatsbedrijf solide lijkt te draaien, blijft het publiek geheim dat ook daar machtsposities en toegang tot strategische hulpbronnen – olie, goud, waterkracht en elektriciteit – kritisch bevraagd moeten worden. De huidige benoemingen lijken het resultaat van intern politiek geschuif. Binnen de coalitie wordt openlijk gestreden om invloed bij Staatsolie, alsof het om een partijprijs gaat. Toch zou het onder de huidige economische omstandigheden onwijs zijn om de huidige directeur Annand Jagessar, benoemd onder de vorige regering, te vervangen. Niet omdat hij slecht presteert, maar omdat hij “van de vorige ploeg” zou zijn. Zulke beslissingen zouden vooral de stabiliteit en geloofwaardigheid van het bedrijf schaden.

Vanaf 2028 zal Suriname zijn eerste grote olie-inkomsten ontvangen. Dat moment wordt bepalend: leren we van het verleden, of herhalen we het patroon van vriendjespolitiek en wanbeheer? Als raden van commissarissen blijven functioneren als politieke troonkamers, dan zullen de oliedollars van morgen slechts dienen om de macht van vandaag te voeden. Geen investeringen, geen ontwikkeling, geen transparantie – slechts het oude refrein: eerst de partij, dan het land. Politieke realiteit is onvermijdelijk, maar politieke overheersing is een keuze. De Raad van Commissarissen van Staatsolie moet geen schaduwregering zijn, maar een baken van professioneel bestuur.

Wie werkelijk zegt het landsbelang te dienen, moet één simpele regel hanteren: zet de juiste mensen op de juiste plek – of blijf met je vingers uit de oliepot.

Wilfred Leeuwin

| starnieuws | Door: Redactie