President De Nederlandsche Bank: ‘Centrale Bank moet midden in de samenleving staan’
Keynews | Willen centrale banken hun rol in de economie goed vervullen, zullen ze midden in de samenleving moeten staan. Daarbij is niet alleen communicatie met de financiële instellingen waar ze toezicht op houden belangrijk, maar dient er ook goede communicatie te zijn met de rest van de samenleving. Dat hield Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (DNB), zijn gehoor voor tijdens een lezing in de Ballroom van Royal Torarica.
Tekst en beeld Ivan Cairo
Knot merkte op dat voor goed toezicht op financiële instellingen volgens de samenstellers van de IMF-paper ‘Learning to Say No’ twee dingen nodig zijn. Op de eerste plaats
Ook voor andere mandaten van centrale banken, zoals monetair beleid, toezicht op het betalingsverkeer en, meer in het algemeen en behoud van financiële stabiliteit, geldt dit, vindt de DNB-topman. “Deze rollen, deze verantwoordelijkheden
Financiële stabiliteit
Knot benadrukte dat financiële stabiliteit de basis is van een samenleving. Deze geeft mensen de mogelijkheid om aan hun toekomst te bouwen, het vertrouwen dat hun geld veilig is, dat ze zonder problemen hun rekeningen kunnen betalen, dat ze krediet kunnen krijgen om een huis te kopen of een bedrijf te starten.
Duurzame groei en welvaart ziet hij als verlengstuk van financiële stabiliteit. Daarvoor is vooral een sterke centrale bank nodig. Eén met het vermogen en de wil om te doen wat moet en wat kan om die cruciale financiële stabiliteit te garanderen. “Het vermogen om dat waar te maken staat en valt met goede spelers. Mensen die de kennis en kunde hebben om een centrale bank te zijn die middenin de samenleving staat. Een centrale bank die doet wat moet. Ook bij tegenwind. Dat begint bij het streven naar, het bereiken en vervolgens het handhaven van prijsstabiliteit.”
‘Cash is king’
Zonder duurzaam lage inflatie mist de economie een anker. Dan raken niet alleen de prijzen op drift, maar ook de bestaanszekerheid van mensen, vervolgde hij. Dat geldt vooral voor kwetsbare groepen, omdat zij zich moeilijk kunnen indekken tegen steeds hogere prijzen. Het vermogen van een centrale bank om te doen wat moet, staat en valt, zo stelde hij, met een overheid die haar uitgaven en inkomsten onder controle heeft, de rol van de centrale bank steunt en haar onafhankelijkheid respecteert.
Knot: “Een overheid die keuzes durft te maken, zorgt voor passende wet- en regelgeving, die zich sterk maakt voor bestaanszekerheid voor alle inwoners, voor duurzame economische groei, voor welvaart en welzijn. Een overheid die er niet voor terugdeinst om uitdagingen aan te gaan.” Als voorbeeld van een uitdaging die de centrale bank en de overheid alleen samen kunnen aanpakken noemde de DNB-baas het bestrijden van witwassen. Dat kunnen ze niet zonder de hulp en inzet van private financiële instellingen. Zij zijn cruciaal als poortwachters om witwassen en terrorismefinanciering buiten het financiële stelsel te houden.
Hij vervolgde: “Onze financiële integriteit waarborgen is niet makkelijk. Dat zien we in de Nederlandse praktijk. En dat zien we in Suriname, waar ‘cash is king’. Naast Surinaamse dollars circuleren er ook veel Amerikaanse dollars en euro’s. De herkomst van al die cash is moeilijk na te gaan.” In Nederland, zei hij, is er de Rotterdamse haven waar steeds weer spullen binnenkomen “die we liever buiten houden”. “Hier in Suriname zijn er de eindeloze, moeilijk te bewaken grenzen en een inherente geografische kwetsbaarheid.”
De-risking
Een positieve ontwikkeling noemt hij de laatste rapportage van de Caribbean Financial Action Taskforce, die wijst op voortgang bij de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering in Suriname. Ook is er de wet Strafbaarstelling Money Laundering, de Casinowet en de wet Toezicht en Controle Kansspelen. “Dat zijn mooie stappen. Maar er is nog een flinke weg te gaan”, aldus de bankier.
Daarbij moet niet uit het oog worden verloren dat niet wereldwijd banken druk bezig zijn met de-risking. “Als Suriname achterop raakt in de bestrijding van witwassen is de kans groot dat banken hun correspondentrelaties met Surinaamse tegenpartijen zullen beëindigen. Suriname zou dan geïsoleerd raken in het internationale financiële circuit en dat zou niet alleen slecht zijn voor de financiële sector, maar voor de Surinaamse economie en samenleving.”
De DNB-topman was deze week in het land om onder meer besprekingen te voeren met de leiding van de Centrale Bank van Suriname en kennis te nemen van de economische ontwikkelingen in Suriname vanuit de rol van de centrale bank. Ook wilde hij persoonlijk meer horen en zien over de doorwerking van het slavernijverleden in Suriname.
