• donderdag 07 August 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
CBvS-directeur Dorinie: IMF-reserves niet ingezet voor valutaveilingen

CBvS-directeur Dorinie: IMF-reserves niet ingezet voor valutaveilingen

| starnieuws | Door: Redactie

Harry Dorinie, directeur CBvS

De Centrale Bank van Suriname (CBvS) maakt geen gebruik van de monetaire valutareserves afkomstig van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om te interveniëren op de valutamarkt en daarmee

de wisselkoers stabiel te houden. Volgens directeur Harry Dorinie, belast met monetaire zaken en economische aangelegenheden, beschikt Suriname over eigen deviezen, voornamelijk uit olie- en goudopbrengsten die via Staatsolie en de goudsector worden verkregen. Deze valuta-inkomsten worden tegen SRD verkocht aan de CBvS. De interventies houden de wisselkoers rond de US$ 38. 

Dorinie zegt in gesprek met Starnieuws dat interventies op de valutamarkt niet willekeurig plaatsvinden, maar op basis van strikte richtlijnen die met het IMF zijn afgesproken. De CBvS heeft sinds het aflopen van het IMF-herstelprogramma met Suriname in maart van dit jaar in totaal zes valutaveilingen gehouden. De afgelopen

maand waren er twee. 

Tijdens de bijna vier jaar dat het Extended Fund Facility (EFF)-programma met het IMF liep (vanaf 2021), zijn er volgens Dorinie geen veilingen gehouden, omdat daar toen geen behoefte aan was. Hoewel het programma ook toen kaders stelde voor interventie, werd er destijds niet ingegrepen. Dorinie weerspreekt dat het monetaire beleid over valuta-interventies is veranderd sinds het beëindigen van het IMF-programma. Integendeel: juist ná afloop van het programma zijn met het fonds richtlijnen overeengekomen over wanneer wel of niet geïntervenieerd moet worden om de koers stabiel te houden.

“Onze exportdeviezen worden toegevoegd aan de monetaire reserves. Het beleid is dat wat op de markt wordt gebracht ter interventie, weer moet worden aangevuld uit nieuwe valuta-inkomsten,” stelt Dorinie. Interventie vindt plaats op basis van een intern model, waarvan de formule een onder- en een bovengrens bevat. De formule zelf is een interne aangelegenheid van de centrale bank. Het moment van ingrijpen wordt pas bereikt wanneer – zoals Dorinie het omschrijft – zich een ‘wanordelijke ontwikkeling’ voordoet op de valutamarkt.

Op basis van dit model kan niet op voorhand worden bepaald wanneer de volgende interventie via een valutaveiling zal plaatsvinden. “We doen dat op basis van wat het model aangeeft. Daarvoor bestaan zogeheten trigger points, die eveneens intern zijn gedefinieerd. Die hebben dus te maken met wanordelijke koersontwikkelingen,” zegt Dorinie.

Voor zowel de onder- als bovengrens geldt dat de wisselkoers, afhankelijk van de actuele economische situatie, niet te laag of te hoog mag zijn. “Is de koers te hoog, dan schaadt dat vooral huishoudens en de bedrijfssector. Zakt de koers onder de ondergrens, dan kan dat funest zijn voor de exportsector,” legt Dorinie uit.

De monetaire reserves van de Centrale Bank zijn opgebouwd uit onder andere de valutaopbrengsten uit export, de valutakasreserves van lokale banken, en de IMF-middelen uit de EFF-leenovereenkomst onder de noemer ‘betalingsbalanssteun’.

| starnieuws | Door: Redactie