
Guyana: een economie die explodeert, terwijl dagelijks leven onbetaalbaar wordt
| starnieuws | Door: Redactie
Wie Guyana bezoekt, wordt vrijwel direct geconfronteerd met een land dat in hoog tempo verandert. Langs de kust enrond Georgetown en
Ook het milieu draagt de sporen van deze snelle transformatie. Afval hoopt zich op langs waterwegen en straten, terwijl drainage en afvalverwerking de verstedelijking nauwelijks
Guyana geldt sinds enkele jaren als het economische wonder van Zuid-Amerika. Sinds de start van de olieproductie eind 2019 is het land uitgegroeid tot een van de snelst groeiende economieën ter wereld. In 2022 groeide het bruto binnenlands product met meer dan 60 procent, gevolgd door jaarlijkse groeicijfers van 20 tot 30 procent in 2023 en 2024. Ook voor 2025 wordt nog steeds een uitzonderlijk hoge groei van circa 12 tot 15 procent verwacht.
Toch staat deze spectaculaire expansie in schril contrast met het dagelijks leven van de gemiddelde Guyanees. Op markten, in woonwijken en langs straatkramen - zoals rond de iconische Stabroek Market in Georgetown - overheerst geen gevoel van vooruitgang, maar van toenemende druk. Voor velen is de olie-economie zichtbaar in skyline en infrastructuur, maar nauwelijks voelbaar in de portemonnee.
Macro-economische groei
De motor achter Guyana’s groei is de offshore olie- en gasproductie in het Stabroek Blok, geëxploiteerd door een consortium onder leiding van ExxonMobil, samen met Chevron en CNOOC. De olieproductie ligt inmiddels boven de 600.000 vaten per dag en zal de komende jaren verder toenemen. De olie-inkomsten zorgen voor snel stijgende overheidsinkomsten, sterke internationale reserves bij de centrale bank, een groeiend Natural Resource Fund (NRF) en grootschalige infrastructuurprojecten zoals snelwegen, bruggen, havens en ziekenhuizen. Internationale ketens, hotels en dienstverleners hebben hun intrede gedaan. Georgetown verandert zichtbaar, maar deze modernisering heeft een prijs.
Gedollariseerde economie
Volgens senior journalist Denis Chabrol van Demerara Waves is Guyana in de praktijk een gedollariseerde economie, ook al is de Guyanese dollar officieel het betaalmiddel.“Het dagelijkse leven in Guyana is bijna net zo duur als in de Verenigde Staten,” stelt Chabrol in gesprek met Starnieuws. “Niet omdat inkomens gelijk zijn, maar omdat prijzen — vooral voor geïmporteerde goederen — zich gedragen alsof ze in USD worden vastgesteld.”
Vrijwel alle consumptiegoederen zijn importafhankelijk en worden in dollars afgerekend, terwijl toegang tot buitenlandse valuta strikt gereguleerd is. Dat leidt tot hogere wisselkoerskosten en structurele inflatiedruk. Chabrol schat dat een inwoner van Georgetown minimaal USD 750 per maand nodig heeft om te overleven, inclusief huur maar zonder eigen vervoer. Het gemiddelde maandloon ligt daar ver onder: rond USD 500 tot 600, afhankelijk van sector en opleidingsniveau.
Salarissen
Hoewel de economie explodeert, groeien lonen slechts beperkt mee. Vooral in sectoren buiten olie — onderwijs, zorg, detailhandel, landbouw en overheid — blijven salarissen relatief laag. Volgens Chabrol is dit deels een bewuste beleidskeuze.“Geen enkele overheid wil salarissen fors verhogen, omdat dat direct inflatie kan aanwakkeren.” Die terughoudendheid heeft sociale consequenties. Werknemers zien hun koopkracht afnemen terwijl vaste lasten huur, voedsel en transport snel stijgen. De kloof tussen mensen die wel en niet verbonden zijn aan de olie-economie wordt daardoor steeds zichtbaarder. De journalist merkt op dat er verschillende manieren zijn om via sociale programma's de koopkracht te verbeteren.
Valuta knelpunt
Een cruciale, maar vaak onderbelichte factor achter de prijsdruk is het monetaire systeem. De Bank of Guyana houdt de wisselkoers kunstmatig stabiel rond GYD 208–215 per USD, maar die stabiliteit maskeert een structureel tekort aan USD in de formele economie. Bedrijven en burgers mogen geen valutarekeningen aanhouden en banken verkopen slechts beperkte hoeveelheden dollars, vaak na lange procedures.
Het resultaat is wachttijd voor importeurs, hogere kosten via wisselkantoren en een bloeiende parallelle markt waar de dollar 10 tot 20 procent duurder is dan officieel. Deze extra kosten worden uiteindelijk doorberekend aan consumenten.
Microkosmos
De straatinterviews rond Stabroek Market laten zien hoe deze economische structuren neerslaan in het leven van alle dag. Arbeiders, marktverkopers, kleine ondernemers en gepensioneerden delen dezelfde zorgen: voedselprijzen die in vijf jaar tijd met 60 tot 100 procent zijn gestegen, huurprijzen die Caribische en zelfs Amerikaanse niveaus benaderen. Het onvermogen om te sparen en de noodzaak om meerdere banen te combineren. Voor hen is olie geen bron van welvaart, maar een indirecte oorzaak van duurdere levensomstandigheden.
Migratie
De olieboom heeft ook geleid tot een instroom van migranten uit onder meer Venezuela en Cuba. Zij werken vooral in bouw, horeca en huishoudelijke diensten. Volgens Chabrol bestaan er spanningen, maar is het beeld genuanceerd: sommige banen worden door de lokale gemeenschap nauwelijks ingevuld. De extra vraag naar huisvesting en diensten drijft echter de prijzen verder op, vooral in en rond Georgetown.
Ziekenhuizen verrijzen op diverse locaties.Conclusie
Guyana staat op een historisch kruispunt. De olie-inkomsten bieden ongekende mogelijkheden, maar zonder hervormingen in valutabeleid, loonontwikkeling en sociale investeringen dreigt een economie die indrukwekkend groeit, terwijl het dagelijks leven steeds minder betaalbaar wordt. Op papier is Guyana rijker dan ooit. Op straat voelt het leven vooral duurder. Slotbeschouwing: lessen vóór de olie stroomt.
Nabeschouwing
Het Guyana verhaal is niet alleen een spiegel voor Suriname, maar vooral een waarschuwing in real time. Het laat zien hoe snel olie welvaart kan creëren, maar ook hoe snel diezelfde welvaart kan ontaarden in levensduurte, ongelijkheid en structurele afhankelijkheid. Voor Suriname, waar de olie- en gasindustrie vanaf 2028 naar verwachting zal floreren, is dit een cruciaal meet- en leermoment. Zonder tijdige keuzes in monetair beleid, loonontwikkeling en investeringen buiten olie dreigt ook hier de Dutch Disease of de klassieke vloek van natuurlijke hulpbronnen. Olie mag geen eindpunt zijn, maar moet dienen als middel voor duurzame en inclusieve ontwikkeling.
| starnieuws | Door: Redactie




































