Ronnie Brunswijk, van junglecommando tot vicepresident: 'Nederland is ons iets schuldig'
| Rtlnieuws.nl | Door: Redactie
Leider van het Jungle Commando, piloot, zakenman, clubeigenaar, en nu: vicepresident van Suriname. Weinig mensen hebben zo'n bijzondere loopbaan als Ronnie Brunswijk. Omdat hij is veroordeeld voor drugshandel, wil de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken niet met hem samenwerken. Maar Brunswijk wil juist intensief samenwerken met Nederland. Wie is hij?
"Ik wil gezien worden als de beste vicepresident ooit", vertelt hij in zijn kantoor in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo aan RTL Nieuws. Op een kastje staat een houtsnijwerk met de tekst: Gran tangi (veel dank) vice-president. Links achter hem een grote Surinaamse vlag. Morgen is het 45 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland.
Relatie herstellen
Onder
Brunswijk vindt namelijk dat Nederland steun moet bieden. "Nederland is ons iets schuldig."
Ronnie Brunswijk werd 16 juli geïnaugureerd als vicepresident. Hij is niet onomstreden, en er wordt ook kritisch gekeken naar zijn vicepresidentschap. Onder meer omdat hij in Nederland bij verstek is veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf vanwege drugshandel. In
Brunswijk zegt onschuldig te zijn. "De Surinaamse samenleving bepaalt aan wie ze vertrouwen geeft. Dat is aan de kiezers. En op dit moment heeft de Surinaamse gemeenschap vertrouwen gesteld in Brunswijk en president Santokhi."
Ronnie Brunswijk tijdens het interview.
© RTL Nieuws
Dat hij dat vertrouwen ooit zou krijgen, had hij niet durven dromen. Hij groeide op in een arm gezin. Als klein jongetje moest hij dagelijks 8,5 kilometer lopen om op school te komen. "We woonden bijna letterlijk in het bos, bij een kostgrondje. Daar leefde je destijds van. Je moest voedsel planten. Mijn vader vond het makkelijker daar te blijven, zodat we direct konden voorzien in onze voeding."
Ook vervolgonderwijs lag niet om de hoek: daarvoor moest hij naar een internaat in Abadoekondre, op drie uur loopafstand van het dorp Moengotapoe, waar zijn eerste school stond. "Daar werden kinderen van het binnenland opgevangen die wilden leren."
Belangrijke levensles
Brunswijk had toen nog niet de ambitie om een leider te zijn. Piloot worden, dát was zijn grote droom. En dat is hij ook geworden. "Maar volgens mijn moeder was ik vanaf mijn jeugd al een leider. Dat begon op het internaat. Daar koos frater Wim me uit om op de jongens in de klas te letten en ze te begeleiden."
Dat was de periode waarin Brunswijk een belangrijke levensles meekreeg, die hem later de bijnaam Robin Hood zou opleveren. "Pater Heikers leerde ons: je moet je medemens helpen. Als ik naar school ging, had ik cassavebrood. Op school verdeelde ik dat. Soms in tien stukken."
Ronnie Brunswijk in 1987 in de Marowijnerivier.
© ANP
Ook als vicepresident krijgt hij de kans zijn medemens te helpen. Zijn verkiezing is een enorme opsteker voor de marrongemeenschap, legt hij uit. Brunswijk stamt af van de marrons, tot slaaf gemaakte mensen die van de plantages vluchtten en een nieuw bestaan opbouwden in de jungle.
En hij is de eerste marron op deze positie, vertelt hij vol trots. De marrongemeenschap heeft een sociale achterstand, Brunswijk wil die inhalen. "Mijn voorouders hielden niet van onderdrukking en onrecht. Zij kozen: we gaan het bos in, niet wetend waarnaartoe, al gaan we dood, maar we willen niet op deze manier worden onderdrukt, mishandeld of vermoord. Ze zijn zo dapper geweest."
'Ik ben mijn voorouders dankbaar'
Brunswijk is hen dankbaar. "Voor hun dapperheid. Zonder hun ideeën en doorzettingsvermogen waren wij vandaag niet hier. Dat heb ik van ze geërfd. Je moet doorgaan in het leven, hoop blijven hebben. Zij hadden hoop en vandaag zijn we hier. Na zo veel jaren is het een nakomeling van een weggelopen slaaf gelukt deze positie te bereiken. Dat vind ik bijzonder."
Daarom wil hij zijn werk goed uitvoeren, zegt hij. "Het moet niet zo zijn dat deze Brunswijk hen gaat beschamen. Het heeft heel lang geduurd om tot deze emancipatie te komen. Maar wan pasensi urna na wan gudu uma, geduld is een schone zaak. Ik ben heel blij. En ik weet honderd procent zeker dat de totale marrongemeenschap blij is."
Bankoverval
Ronnie Brunswijk had lange tijd een ruig imago, dat hij de laatste jaren van zich afschudde. Eind 1984 overviel hij een bank. Daarbij zou hij 85.000 Surinaamse gulden hebben gestolen. Diverse Surinaamse en Nederlandse media meldden dat hij daarvoor is veroordeeld. Dat geld deelde hij volgens Karel Bagijn, een journalist die Brunswijk volgde, uit aan de bevolking omdat hij zo veel geld niet nodig had.
Destijds werden opsporingsberichten geplaatst in de landelijke krant De Ware Tijd waarin hij 'gevaarlijk' werd genoemd. Eén van die berichten is ondertekend door de huidige president en destijds politie-inspecteur Chan Santokhi. Brunswijk heeft de verantwoordelijkheid voor de bankoverval opgeëist.
Diverse media meldden in 1994 ook een veroordeling tot acht maanden cel waarvan zes voorwaardelijk, voor het neerschieten van een man die hij van diefstal verdacht. Zelf ontkent hij dat.
In 1999 werd hij door de rechtbank in Nederland bij verstek veroordeeld voor cocaïnesmokkel. Volgens de rechtbank was hij het brein achter drie cocaïnetransporten in 1996 en 1997, waarbij 61 kilo coke naar Nederland werd gesmokkeld. Hij werd als opdrachtgever genoemd door een koerier die op Schiphol was gepakt met bijna 53 kilo coke. Zelf zegt hij onschuldig te zijn.
Nog steeds staat hij bekend als de man die financiële steun geeft. Zo helpt hij arme mensen en dit jaar verlootte hij vijf auto's onder ziekenhuispersoneel, als dank voor de goede zorgen toen hij met corona werd opgenomen.
Berg goud
En hij zou maandelijks duizenden Surinaamse dollars investeren in zijn voetbalclub Inter Moengotapoe. Hij verdiende dat geld naar eigen zeggen dankzij zijn handel in goud – Brunswijk bezat lange tijd een aantal goudmijnen. In 2012 publiceerde Parbode een lijst met de top 10 van rijkste mannen in de Surinaamse goudwereld. Brunswijk stond op één.
Vorige week nog betaalde hij duizenden dollars voor de reis en studiekosten van Surinaamse studenten die terug moesten naar Cuba. "Ze waren bijna een jaar in Suriname gestrand, niemand kon helpen. Ik heb gebeden. De volgende dag belde mijn zoon: 'Papa, ik heb 10 kilo goud gevonden. Je kunt die mensen helpen.' Zie je hoe God werkt?"
Ronnie Brunswijk toont de 10 kilo goud die zijn zoon vond.
© RTL Nieuws
God: daarnaar verwijst hij vaker tijdens het gesprek. Als het gaat over belangrijke keuzes in zijn leven – "De almachtige heeft mij bijgestaan zodat ik in de meeste gevallen de juiste keuze maakte."
Maar vooral als het gaat over het helpen van mensen. "Als je mensen helpt, helpt God je ook. Ik wil vooral sociaal zwakkeren en mensen in nood helpen. Dat zit in mijn bloed. En ik denk dat de almachtige me ook een handje geeft."
Tweede kans
Er is één ding dat hij terugblikkend op zijn jeugd anders had willen doen. "Nog leergieriger zijn. Ik zou terug willen wat ik heb verloren aan studie en kennis." Daarom haalde hij twee jaar geleden nog zijn Master of Business Administration. "Als je de kans krijgt te studeren, maak er gebruik van. Niet iedereen krijgt een tweede kans."
'Geen spanning met Stef Blok'
Dat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok niet met hem wil samenwerken, baart hem geen zorgen. "Ik heb gehoord dat hij alleen functionele gesprekken met mij wil voeren. Veel mensen sprongen op: 'Wat heeft Blok gezegd?' Maar wat hij heeft gezegd, is niet verkeerd."
Want, redeneert Brunswijk, elk onderhoud is functioneel. "We hoeven niet van elkaar te houden. En zelfs als hij niet met mij wil praten, zou ik dat ook niet erg vinden. Yu verstan? Dus dat n'a sani (Snap je? Dus dat is dat ding). Er is geen enkele spanning tussen vicepresident en minister Blok."
In 1980 stopte Brunswijk met school om militair te worden en een bijdrage te leveren aan de revolutie. Ex-legerleider en ex-president Desi Bouterse pleegde destijds een coup. Brunswijk was toen militair en werd later zijn lijfwacht.
Jungle Commando
Tot hij zich in 1986 tegen Bouterse keerde. "Ik wilde Suriname terugbrengen naar democratie. Het was een besluit om te strijden tegen het dictatoriale bewind van Bouterse." Ronnie Brunswijk werd leider van het Jungle Commando.
Brunswijk en het Jungle Commando in 1986.
© ANP
Voor het Surinaams verzet dat voornamelijk vanuit Nederland opereerde, kwam Brunswijk als geroepen, schrijft Ellen de Vries in haar boek Mediastrijd om Suriname. "Overeengekomen werd dat Brunswijk terugkeerde naar Suriname en in de geest van Boni – de marronleider die in de 18de eeuw strijd voerde tegen het koloniale bewind – aanvallen zou uitvoeren op militaire doelen."
Een burgeroorlog, genaamd de Binnenlandse Oorlog, volgde van 1986 tot 1992. Het was een bloedige strijd tussen het Jungle Commando en het Nationaal Leger van Desi Bouterse, om de macht in het oosten van Suriname.
Sloeg Brunswijk ergens toe, dan nam Bouterse wraak in het gebied waar Brunswijk vandaan kwam. Andersom werden dorpen van aanhangers van Bouterse platgebrand.
Ronnie Brunswijk op patrouille.
© ANP
Duizenden mensen waren slachtoffer van de Binnenlandse Oorlog. Volgens het boek Suriname na de binnenlandse oorlog van Ellen de Vries overleden 450 burgers, militairen en leden van het Jungle Commando. Duizenden mensen sloegen op de vlucht. "In Nederland is het romantische beeld van Brunswijk als dappere Robin Hood blijven hangen. Onterecht, want ook zijn Jungle Commando richtte veel schade aan", schrijft De Vries.
'Leger maakte slachtoffers'
Dieptepunt was het bloedbad in Moiwana. Het leger van Bouterse ging in dat dorp op zoek naar Brunswijk, kon hem niet vinden en vermoordde tientallen bejaarden, vrouwen en kinderen.
Slachtoffers van het bloedbad in Moiwana.
© Karel Bagijn
"In die oorlog zijn zoveel mensen gedood", zegt Brunswijk erover. "Mensen zijn gesneuveld aan de kant van de militairen, mensen zijn gesneuveld aan de kant van het Jungle Commando. Maar uiteindelijk hebben we de democratie teruggekregen. Suriname kon in 1987 naar de stembus en er is in 1992 een vredesakkoord getekend."
Na de oorlog werd Brunswijk politiek actief, met een duwtje in de rug van zijn moeder. "Ze zei meestal: je moet zelf je besluit nemen, ik weet dat je het kan. Behalve toen ik na de oorlog werd gevraagd de ABOP (Brunswijks partij red.) te leiden. Ik wilde me niet met politiek bemoeien. Maar mijn moeder zei: als die mensen zoveel vertrouwen hebben in jou, moet je dat doen."
Brunswijk werd voorzitter en in 2005 werd hij voor de ABOP gekozen in de Nationale Assemblee, het Surinaamse parlement. Hij kwam ook in de coalitie, van 2010 tot 2015. Toen sloot Brunswijk vrede met Bouterse en werkten ze samen.
Brunswijk (links) en Bouterse (rechts) proosten op hun samenwerking in 2010.
© ANP
Bij de laatste verkiezingen, op 25 mei dit jaar, zei Brunswijk niet meer samen te willen werken met Bouterse. De huidige president Chan Santokhi had de ABOP nodig voor een meerderheid, en zo werd Brunswijk vicepresident.
"Van vrijheidsstrijder naar parlementariër, parlementsvoorzitter en vicepresident. Dat is uniek. Dat zijn de hoogtepunten in mijn leven." Zijn goudmijnen, houtconcessies en voetbalclub droeg hij over.
Parlementsvoorzitter Ronnie Brunswijk aan het woord, met naast hem president Chan Santokhi.
© ANP
Van vrije tijd is nog maar weinige sprake, vertelt hij. "Je weet dat je 24/7 in dienst bent als je vicepresident wordt." Voorheen trapte hij graag een balletje bij zijn club Inter Moengotapoe. Hij was wel eens een heethoofd op het veld; hij is een aantal keren geschorst vanwege wangedrag.
Maar hij zou geen onverdienstelijke scheidsrechter zijn en ontpopt zich zo nu en dan ook als bemiddelaar in conflicten. Onlangs nam hij een video op, gericht aan de zoon van president Chan Santokhi, nadat hij kritiek had geleverd op z'n vader.
Bekijk hieronder de video die Brunswijk opnam voor Santokhi's zoon:
Af en toe kan hij een dag vrij zijn. Dan gaat hij graag met familie op pad. Naar Colakreek, een recreatiepark in een bosrijke omgeving, waar je kunt zwemmen.
Of zoals afgelopen zondag naar het oosten van Suriname. "Met mijn vrouw, kinderen en moeder gingen we op een hele trip buiten de stad. Naar Marowijne, daar is een park. Op zulke dagen koken we, zijn we de hele dag bezig. Dat vind ik leuk." Tegenwoordig gaan er lijfwachten mee, iets waar Brunswijk erg aan moet wennen. "Maar dat zijn de protocollen van vicepresident."
Ronnie Brunswijk voor aanvang een wedstrijd in 2007. Hij is eigenaar van de club Inter Moengotapoe.
© ANP
Brunswijk hoopt een goed imago te krijgen als vicepresident. "Je imago moet je zelf opbouwen. Wat doet Brunswijk vanaf hij vicepresident is? Gaat hij nog voetballen? Ik wil gezien worden als de beste vicepresident ooit. Dat mensen zeggen: liever Brunswijk dan iemand anders."
Hij denkt dat de Surinaamse bevolking tot dusver tevreden is met hem als vicepresident. "Nog niet 100 procent. Ik denk dat ik een 7,5 zou krijgen, als ik de geluiden hoor. Maar gaandeweg de rit probeer ik te verbeteren totdat ik een 10 krijg. Ik ga mijn uiterste best doen om mijn imago niet te schaden. Ik ben hier als vicepresident om voor land en volk te werken, zonder aanzien des persoons."
Met medewerking van Ank Kuipers.
| Rtlnieuws.nl | Door: Redactie