• zaterdag 27 April 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

BESCHOUWING — Van potentiële rijkdom tot reële misère

| de ware tijd | Door: Redactie

Halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw werd Suriname door de Verenigde Naties (VN) het potentieel zeventiende rijkste land ter wereld genoemd. Maar diezelfde organisatie verwachtte in 2018 dat Suriname in 2030 één van de drie laatste landen in Zuid-Amerika zal zijn waar armoede nog niet is uitgebannen.

Tekst Armand Snijders

Beeld dWT archief

Over die eerder voorspelde potentiële rijkdom wordt niet meer gerept. Waarschijnlijk omdat ze bij de VN ook wel beseffen dat die rijkdom in het huidige politieke klimaat nooit zal worden benut. Ondertussen stond Suriname in 2022 op de zeventiende plaats van de Misery Index, de lijst van landen

met de minst florissante vooruitzichten.

Het moet worden gezegd: de Misery Index wordt niet door iedereen even serieus genomen. De lijst, ook wel Economic Discomfort Index (Economische Ongemak Index) genoemd, wordt sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw opgesteld op initiatief van de vermaarde – in 1980 overleden – econoom Arthur Okun.

Deze index geeft een beeld van de macro-economische ontwikkeling. En wat dat betreft scoort Suriname al jaren slecht

Hij was lid van de groep economische adviseurs van de Amerikaanse president Lyndon Johnson. Hij ontwikkelde een economische indicator die wordt berekend door het gemiddelde werkloosheidspercentage en het jaarlijkse inflatiepercentage van een

land bij elkaar op te tellen. In grote lijnen dient het als een maatstaf voor de economische gezondheid van het land en de economische nood van de gemiddelde burger.

Economische ellende

Het wordt door sommigen beschouwd als een ineffectieve maatstaf voor macro-economische omstandigheden, aangezien hij geen rekening houdt met economische groeigegevens. Maar de index beoogt een snelle indicatie te geven van de hoeveelheid ‘economische ellende’ in een land.

In de oorspronkelijke vorm bestaat deze index eenvoudig uit de optelsom van de werkloosheid en de inflatie (op jaarbasis): de veronderstelling is dat hiermee een redelijke indicatie wordt verkregen van de actuele economische situatie.

Op de Misery Index wordt dus van meerdere kanten op diverse punten kritiek geuit. Zo zou een vergelijking tussen diverse landen (in veel gevallen) niet zuiver te maken zijn omdat zowel voor de werkloosheid als voor de inflatie geheel verschillende vaststellingsmethoden kunnen worden gebruikt.

Binnen één land kan deze index wel een beeld geven van de macro-economische ontwikkeling. En wat dat betreft scoort Suriname al jaren slecht. Maar de zeventiende plaats van vorig jaar is wel een verbetering van 2020 (negende plaats) en 2021 (zevende plaats). Dus er zit een stijgende lijn in, dat moet enige hoop geven.

Potentieel rijk

Inmiddels staat Suriname volgens de VN al een kleine drie decennia te boek als potentieel rijk land. Als één van de groenste landen ter wereld, dat als longen van de wereld wordt beschouwd, lag rijkdom lange tijd in het verschiet. Echter, er was geen rekening gehouden met één heel belangrijke factor: de mens. Ofwel de Surinamers die deze rijkdom te gelde zouden moeten maken en oprapen.

En daardoor is er in Suriname, sinds het land op die lijst van de VN is geplaatst, weinig voorspoed gebracht. Het beleid van opeenvolgende regeringen was er grotendeels niet op gericht om de bevolking meer welvaart te brengen. Aan enthousiasme was er nooit gebrek, maar de goede voornemens verzandden altijd in persoonlijke en partijpolitieke belangen, waardoor de getergde bevolking nog altijd met lege handen staat.

Die regeringen hebben zelfs niet de randvoorwaarden geschapen die een must zijn om van potentieel rijk op den duur echt rijk te kunnen worden

Eco-toeristisch walhalla

Burgers hebben – vanuit elke politieke partij – alle droomscenario’s al één en meerdere keren de revue zien en horen passeren. Suriname zou het eco-toeristische walhalla van de wereld worden, een tweede Dubai, een agrarische voorloper op allerlei gebied en de voedselschuur van de regio.

De bomen zouden blijven staan, waardoor het land zou worden gecompenseerd door de rest van de wereld. En alle bodemschatten zouden – al dan niet door multinationals omdat Suriname daar onvoldoende kennis voor in huis had – uit de grond worden gehaald en ten gunste van de samenleving te gelde worden gemaakt.

Sinds de jaren negentig is de samenleving sprookjes voorgehouden over hoe mooi het allemaal zou kunnen worden. De regeringen van Ronald Venetiaan (1991-1996 en 2000-2010), Jules Wijdenbosch (1996-2000), Desi Bouterse (2010-2020) en nu van Chandrikapersad Santokhi verkochten de gemeenschap allemaal knollen voor citroenen.

Zij bouwden vooral luchtkastelen, zoals het Patamacca-oliepalmproject, de Musa-groep met zijn 67 veelbelovende NV’s, een heuse kerncentrale in de jungle, nieuwe steden, een nieuwe internationale luchthaven en zeehaven in Commewijne, een sneltram tussen Paramaribo en Onverwacht, een supermoderne snelweg naar Zanderij en een waterstoffabriek in Commewijne. En dat allemaal omdat we het zeventiende rijkste land ter wereld wilden worden.

Randvoorwaarden

Dat is slechts een kleine greep uit de groots aangekondigde, maar jammerlijk mislukte projecten van opeenvolgende regeringen. Het ontwikkelen en presenteren van die plannen heeft kapitalen gekost waar regeringsvertegenwoordigers en hun vrienden heel wat aan hebben verdiend, terwijl er niets tastbaars is verrezen.

Die regeringen hebben zelfs niet de randvoorwaarden geschapen die een must zijn om van potentieel rijk op den duur echt rijk te kunnen worden. Die heel oude lijst van de VN was leuk, maar jammer genoeg is er daarna nooit meer een update ervan gekomen. Want de tijden zijn veranderd, het bauxiet wordt bijvoorbeeld voorlopig niet meer naar boven gehaald.

Olie en gas komen daar waarschijnlijk voor in de plaats. Dus in potentie blijft Suriname rijk, maar het is voor Surinamers te hopen dat de leiders die rijkdom beter in klinkklare munt weten om te zetten dan ze in de afgelopen dertig jaar hebben gedaan. Anders zal de hoge notering op de Misery Index het land nog heel lang ten deel blijven vallen

| de ware tijd | Door: Redactie