• maandag 06 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

VEEHOUDERSBOND WIL VEEMARKT IN SURINAME

| dagblad de west | Door: Redactie

De Veehoudersbond Suriname (VHB) ziet het ontbreken van een veemarkt in Suriname als een belangrijk gemis voor de stimulering van de veeteeltsector.

Vooral kleine boeren zeggen dat een veemarkt een goede zaak is, maar het is volgens hen nog niet duidelijk, waar het streven de Veehoudersbond toe zal leiden. Ook wijzen ze erop dat een veemarkt al eerder in het leven was geroepen, doch die markt heeft toen niet het beoogde doel kunnen bereiken.

De Veehoudersbond is eerder met de Melk Centrale Paramaribo (MCP) in een conflict geweest, waarbij het ging om vermeende corruptie van het bedrijf bloot te leggen. In die

kwestie ging het volgens VHB-voorzitter Mukesh Ramlagan,  vooral om de opkoop van rauwe melk bij de CMP die gedaald was van 27.000 liter melk per dag naar 7.000 liter per dag.

Het verschil van inzicht met de MCP ging om de melkproductie die slechts 40 procent van de rauwe melk bevatte en de rest werd aangevuld met melk poeder.

Echter veegde de toenmalige directeur van de MCP de kwestie van de tafel door te verwijzen naar de aandeelhouders die hun tevredenheid hadden uitgesproken over de gang van  zaken bij de MCP.

Ramlagan ziet de import van koeien dit jaar als een belangrijke ontwikkeling

voor de veeteeltsector. Hij zei dat het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) dit jaar maatregelen zal nemen om de veeteeltproductie te bevorderen. Tevens benadrukte hij dat de rauwe melk aandacht krijgt in de melkproductie.

In 2023 zei LVV-minister Sewdien dat de zogenoemde Melkwet aangepast zal worden. Volgens de minister zal de melkprijs worden losgelaten. Ramlagan is van mening dat LVV met alle belanghebbenden van gedachten moet wisselen over dit besluit van de minister. Volgens hem moet het los laten van de prijs van melk niet maken dat de melkveeboeren eronder gaan lijden.

Ook maakt Ramlagan duidelijk dat de huidige melkkoe in Suriname dagelijks 10 tot 15 liter melk produceert. Ten opzichte van het mogelijk in te voeren Gyr runderras, waarvan de melkkoeien makkelijk gegeven de omstandigheden 40 tot 50 liter melk per dag kunnen produceren. Ramlagan zei voorts dat de consumptiebehoefte aan melk in Suriname ongeveer 7 miljoen liter bedraagt. Volgens hem is onze lokale productie slechts 2 miljoen. Met nog 5 miljoen erbij, is er geen melkpoeder meer nodig om het melkproduct aan te vullen.

Ook wees hij erop dat er nog maar 137 melkboeren dagelijks rauwe melk aan de MCP leveren. Ramlagan meent dat met voldoende eigen productie, de behoefte aan melkpoeder verminderd kan worden.

Met de geplande import van 1500 melkkoeien uit Brazilië, zal volgens Ramlagan de individuele melkboer 10 tot 12 melkkoeien kunnen hebben. Hij wees erop dat de koeien zonder winst aan de boeren verkocht zullen worden.

Op zo een veemarkt kunnen veehouders hun vee en veeproducten rechtstreeks en zonder tussenkomst van opkopers aan de consument of de slager verkopen. Hierdoor kunnen ze niet alleen een veel eerlijker prijs voor hun vee bedingen, maar ook voor de consument kan de prijs van eindproducten voordeliger uitvallen.

Ramlagan zegt dat zoals het er nu aan toegaat bij de verkoop van vee, zij in belangrijke mate afhankelijk zijn van veeopkopers. Die maken behoorlijke winsten bij het doorverkopen van het geslachte vee aan slagers.

Tussen de prijs die de veeboer van de opkoper krijgt voor zijn vee en de uiteindelijke consumentenprijzen van vlees en vleesproducten bij de slager, zit volgens Ramlagan een verschil van bijna 40 procent. De veeboer die de meeste inspanningen pleegt om het slachtvee te fokken, krijgt de minste winst.

Het bestaan van veemarkten in de diverse gebieden in het land waar vee wordt gehouden, zou in dit opzicht een heel goede uitkomst bieden voor de veeboer en stimulerend werken voor de veeteeltsector.

Ramlagan zegt dat voor de slachtveesector 2023 een goed jaar is geweest. Dit voor zowel de boeren van kleine herkauwers, zoals schapen en geiten, als voor boeren die slachtrunderen houden. De vraag naar rundvlees en vlees van kleine herkauwers is goed en is groeiende. Wat volgens Ramlagan beter geregeld moet worden, is de manier waarop slachtvee wordt verkocht. ‘’Het is vaak zoeken naar opkopers om het slachtvee te verkopen’’, aldus Ramlagan.

De grote afhankelijkheid van opkopers is voor de veeboer niet ideaal. Afhankelijk van het geschatte slachtgewicht en de gesteldheid van het vee wordt op locatie een prijs overeengekomen met de opkoper. Gemiddeld ligt de verkoopprijs rond de SRD 150 per kilogram.

Afhankelijk van het ras levert een rund een gemiddeld slachtgewicht op van 200 tot 300 kilogram. De grotere Zebu’s leveren rond de 400 kilogram slachtgewicht op. Een gemiddeld slachtrund van 300 kilogram brengt de veeboer dus circa SRD 45.000 op. Daarvoor heeft hij het beest drie jaar lang gefokt.

Met het bestaan van een veemarkt zouden bijvoorbeeld slagers rechtstreeks met de veeboer kunnen onderhandelen over verkoopprijzen. Nu nemen ze het geslachte vee af van de opkoper die in zijn verkoopprijs hun winstmarges calculeert.

Met een veemarkt zou de controle van de Wet Beperking Slachting Vrouwelijke Runderen ook beter gecontroleerd worden. Deze wet die vorig jaar door het parlement is goedgekeurd, is bedoeld ter bescherming van de rundveestapel in het land.

In de voorbije jaren is er veel ingeslacht op de veestapel om te kunnen voldoen aan de toegenomen vraag naar rundvlees. Bij de slachting is er sprake van een verhoogd aantal gevallen van het slachten van drachtige runderen. Hierdoor kan de veestapel in het land minder snel groeien. Dit heeft een negatief effect op de tijdige voorziening van de bevolking met vlees afkomstig van rund.

Zoals het er nu in de praktijk aan toe gaat bij de verkoop van runderen voor de slachting, kan de veeboer niet weten of het vrouwelijke rund drachtig is. Dat kan alleen blijken wanneer de opkoper het dier bij het slachthuis aanbiedt ter slachting. Daar wordt gecontroleerd of het dier drachtig is.

Drachtige runderen worden niet aangenomen voor slachting door het slachthuis. Wat er verder met die drachtige runderen gebeurt, is niet bekend. Er bestaat niet zoiets als een nacontrole. Voor de veeboer die het dier reeds heeft verkocht, betekent dit een groot verlies. Indien hij kon hebben geweten dat zijn dier drachtig was, zou hij niet tot verkoop zijn overgegaan.

Op een veemarkt kunnen de dieren eerst door een veearts worden gecontroleerd alvorens kan worden overgegaan tot verkoop voor slachting. Daardoor is er meer zekerheid dat drachtige vrouwelijke runderen niet worden verkocht en dus bij de veestapel van de boer blijven. Zoals het er nu aan toe gaat, kan niet worden nagegaan wat met de verkochte drachtige runderen precies gebeurt na verkoop door de veeboer.


Abonneer op ons youtube kanaal.
Bedankt voor het kijken en abonneren.
'Suriname Nieuws Centrale'


| dagblad de west | Door: Redactie