• maandag 06 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Film Oronoque (1975): expeditie in de Tigri-driehoek

| parbode.com | Door: Salomon Kroonenberg

Twee volstrekt onervaren avonturiers worstelen zich in 1974 dwars door het oerwoud van de Tigri-driehoek heen, vanaf de Coeroeni tot aan Kamp Oronoque aan de Boven-Corantijn. Ze maken er een prachtige film van, Oronoque, die in 1976 de prijs voor de beste expeditiefilm krijgt.

Het is 11 september 1974. Ik vaar met mijn vaste ploeg van de Geologisch Mijnbouwkundige Dienst (GMD) van 26 bosarbeiders de eindeloze bochten van de Coeroenirivier af, op weg naar het vliegveld Coeroeni. Onze veldperiode zit erop. Wij hebben een groot stuk van de rivier geologisch verkend tot voorbij de monding van de Sipaliwinirivier, diep de Aramataukreek

in, een linkerzijkreek van de Coeroeni die uit de Tigri-driehoek komt. De AMS-leraar Nederlands, archeoloog en AVROS-presentator Cees Dubelaar is er als gast bij: hij verzamelt gegevens over precolumbiaanse rotstekeningen, waarop hij later, op 65-jarige leeftijd in Leiden zal promoveren. Van hem heb ik ‘gebakken slippers’ leren eten in het bos: plakjes Smac uit een blikje.

Dan ineens roept koelaman Johannes Winie: ‘Ingi, Ingi! Indianen!’. Dat is uitzonderlijk, de hele Coeroenirivier is onbewoond, waar kunnen die vandaan komen? Het is maar een klein bootje, bijna een kano, er zitten twee mensen in, zij varen ook stroomaf.

Als we dichterbij komen, zien we

dat het geen indianen zijn, maar twee jonge bakra’s. Wat doen die hier? Hoe komen ze hier? We komen langszij, ze stellen zich voor, Theo van de Sande en Aat den Ouden. Theo is cineast, Aat alleen maar avonturier. Ze hebben een subsidie van 90.000 gulden gekregen van het Nederlandse Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk om een film te maken van een tocht door het Surinaamse oerwoud, dwars door betwist gebied. Ze kennen elkaar al van de opnamen van de film João in Brazilië. Maar een oerwoudtocht hadden ze nog nooit gemaakt, ze kennen Suriname niet, ze kennen het bos niet, ze weten nog niets.

En ze hebben ongelooflijke pech. Want kort nadat ze vanaf vliegveld Sipaliwini stroomaf vertrokken zijn, brandt de motor van hun dure camera door, een type lichtgewicht dat speciaal voor de ruimtevaart was gemaakt.

Lees dit artikel verder in het meinummer van Parbode, ook digitaal verkrijgbaar

| parbode.com | Door: Salomon Kroonenberg