
Toeval
| de ware tijd | Door: Redactie
GANGA / Sharda Ganga
Bijna op de minuut af kwamen twee berichten langs: de publicatie van de Corruption Perceptions Index 2022 (CPI) van Transparency International en de benoeming van Leo Brunswijk tot directeur van de EBS. Ik doe allemachtig mijn best om in deze samenloop geen pingi van de kosmos te zien, geen wijsvinger van de goden die zich afvragen wat ons scheelt.
Laten we even kijken wat deze index eigenlijk vertelt. De CPI scoort landen op basis van de mate waarin bepaalde vormen van corruptie voorkomen. Die zijn omkoping, het wegsluizen van landsmiddelen, publieke functionarissen die ongestraft hun ambt kunnen misbruiken
voor hun eigen belangen, ‘nepotistische’ benoemingen in de publieke sector, of de overheid in staat is om corruptie in de publieke sector aan te pakken (en dat betekent ook: of de regering daar zin in heeft), overvloed aan ‘red tape’ in de publieke sector, die daardoor vele kansen en mogelijkheden creëert voor corruptieve praktijken, een gebrek aan wetgeving die publieke ambtsdragers ertoe dwingt hun financiën en hun mogelijke belangenconflicten te openbaren, bescherming van klokkenluiders, de mate waarin er informatie beschikbaar is over overheidshandelen en of er sprake is van ‘State Capture’.“Helaas, in plaats van uitroeien wordt de corruptie dagelijks flink bemest.”
Nou, die state capture is iets waar ik dol op ben. Niet op het verschijnsel, maar op het effect dat het heeft op toehoorders als we dat uitleggen. Je ziet plots kwartjes vallen. Er is sprake van state capture – vrij vertaald: gijzeling van de staat – als de belangen van individuele burgers of groepen of bedrijven bij de besluitvorming door de staat voorop staan. Als niet het ‘s landsbelang en het belang van alle burgers centraal staat, maar de belangen van enkelen. Als je de criteria zo bekijkt, zeker op de dag van een benoeming zoals bij de EBS, dan is het een wonder dat we als land niet veel lager scoren dan we nu doen.
Het is ook belangrijk om te weten wat de CPI niet meeneemt in zijn score: de perceptie over of de directe ervaring van burgers met corruptie, belastingfraude, illegale geldstromen, de mensen die corruptie faciliteren, zoals advocaten, notarissen, accountants, belastingadviseurs. Ook niet meegenomen in de score is witwassen en de corruptie in de private sector.
Nou, makkelijke column, schrijft die Ganga, denkt u nu natuurlijk. Zo knippen en plakken (en een beetje vertalen) uit het rapport van Transparency International (TI). En u heeft gelijk. Ik wil u uitnodigen, middels dit als column vermomd college, om goed te kijken naar de zaken die niet zijn meegenomen in de beoordeling en dat u even nagaat: ‘hoe hangt die vlag erbij in Suriname?’
Stel je voor dat TI wel de corruptie faciliterende figuren zou meenemen, het witwassen, de belastingfraude en dergelijke. Nu al scoren we veertig punten, een diepe onvoldoende, als al het andere erbij zou komen zouden we nog lager scoren. (Net als bij tentamens wil je zo dichtbij de honderd punten scoren; een teken dat corruptie nauwelijks nog voorkomt).
Wie kan zich nog de mooie praatjes herinneren van meneer Bouterse en co die een heuse ‘kruistocht tegen corruptie’ zouden voeren. In plaats van een kruistocht tegen corruptie kregen we een carnaval van corruptie. Tien jaar later vertelden meneer Santokhi en co dat ze de corruptie van meneer Bouterse met wortel en tak zouden uitroeien, als onkruid zouden ze het verdelgen. Helaas, in plaats van uitroeien wordt de corruptie dagelijks flink bemest en wordt ons voorgehouden dat de stank geen mestgeur is, maar Chanel no. 5-parfum.
| de ware tijd | Door: Redactie